De feiten
De Judo Bond Nederland (JBN)
kwam er achter dat het ook anders kan lopen.
Een aantal judoka's hebben
ieder voor zich een sponsorovereenkomst gesloten met een judopakkenleverancier.
Een aantal judoka's ontvangen daarnaast een financiële vergoeding van hun
sponsor. In 2011 hebben de JBN en Green Hill een zogenaamde “Supplier Agreement” ondertekend,
waarbij Green Hill de leverancier van judokleding zou worden voor de gehele
nationale selectie. Green Hill is een van de ongeveer tien leveranciers van
judopakken waarmee officiële wedstrijden gespeeld mogen worden.
JBN heeft aan alle 190
judoka’s van de nationale selectie een (standaard) kernploegovereenkomst
toegezonden waarin de verplichting is opgenomen tijdens wedstrijden en
evenementen waarnaar de judoka’s door JBN worden uitgezonden de door JBN
aangewezen judopakken en andere (sport)kleding te dragen. Van de 190 judoka’s hebben
174 de standaard kernploegovereenkomst ondertekend. Zestien judoka's hebben
geweigerd deze overeenkomst te ondertekenen. Green Hill laat de JBN op een
gegeven moment weten het niet te accepteren dat een grote groep judoka’s van de
nationale selectie tijdens wedstrijden niet de judopakken van Green Hill
draagt.
De JBN heeft daarop
besloten dat alleen de judoka’s met een eigen sponsorovereenkomst met een
waarde van meer dan € 20.000,00 worden uitgezonderd van de verplichting om
tijdens wedstrijden de judopakken van Green Hill te dragen, dat geldt voor twee
judoka’s.
De andere veertien
judoka's blijven weigerigachtig en de JBN stapt naar de rechter en vordert een
verklaring voor recht dat de JBN gerechtigd is om te bepalen welke kleding haar
leden moeten dragen tijdens toernooien. Volgens de JBN zijn de judoka's op
grond van artikel 6 lid 1 van de statuten van de JBN gebonden aan het besluit
van de JBN om tijdens wedstrijden en evenementen de kleding van Green Hill te
dragen.
De judoka's voeren als
verweer aan dat het in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van
redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar artikel 2:8 lid 2 BW is aan hen de
verplichting op te leggen om tijdens wedstrijden de door de JBN aangewezen
judopakken te dragen.
De rechtbank oordeelt dat
er een belangenafweging plaats moet vinden. Bij die belangenafweging dienen de
belangen van de JBN bij het opleggen van de verplichting aan de judoka's om de
judopakken van Green Hill te dragen te worden afgewogen tegen de belangen van judoka's
bij het zelf kunnen bepalen welk judopak
tijdens wedstrijden wordt gedragen. Verder dient bij de toetsing rekening te
worden gehouden met de overige omstandigheden van het geval.
Belangen van de JBN
De JBN stelt dat zij
jegens Green Hill contractueel gehouden is om de judoka's te verplichten om
tijdens wedstrijden de judopakken van Green Hill te dragen. Anders dan JBN
leidt de rechtbank dit niet af uit de tekst van de Supplier Agreement. Uit
artikel 4.1. van de Supplier Agreement blijkt eerder het tegendeel. Dit artikel
bepaalt dat JBN het recht heeft om individuele judoka’s uit te zonderen van de
verplichting om Green Hill judopakken te dragen indien JBN dit in het belang
van alle betrokken partijen acht. De rechtbank acht wel aannemelijk dat de
relatie van JBN met Green Hill erbij gebaat is dat een zo groot mogelijk aantal
judoka’s de judopakken van Green Hill draagt. Het standpunt van de JBN dat zij
door het sluiten van de Supplier Agreement belangrijke inkomsten genereert die
ten goede komen aan de gehele judosport in Nederland, is volgens de rechtbank
onvoldoende onderbouwd. De JBN noemt nergens bedragen die de
sponsorovereenkomst opgeleverd heeft. De enige inkomsten waarop JBN op grond
van de Supplier Agreement recht heeft, betreffen een percentage van de
verkoopopbrengst van via JBN verkochte judokleding van Green Hill in Nederland.
Tot slot stelt de JBN dat het haar grote wens is dat er eenheid komt binnen de
nationale selectie in die zin dat iedere judoka van de nationale selectie
hetzelfde pak draagt. De rechtbank overweegt
dat van eenheid geen sprake is nu JBN haar twee gezichtsbepalende (top)judoka’s
met een sponsorcontract met een waarde van meer dan € 20.000,00 niet verplicht
de judopakken van Green Hill te dragen.
Belangen judoka's
Het judopak wordt volgens
de rechtbank tijdens wedstrijden actief gebruikt in de zin dat daaraan
getrokken en vastgehouden mag worden. Anders dan kleding bij andere sporten
zoals voetbal of atletiek, is het judopak dus onderdeel van de sportbeoefening.
Voorafgaand aan iedere wedstrijd wordt het judopak om die reden ook gekeurd. Als
het judopak niet aan de eisen van de internationale judobond voldoet, mag de
judoka met dat judopak niet de mat op.
De rechtbank is met de
judoka's eens dat het judopak een belangrijk attribuut is bij de uitoefening
van de judosport. De judoka's hebben er een zwaarwegend belang bij dat het
judopak dat zij tijdens wedstrijden dragen goed past. Een niet goed zittend
judopak kan tijdens een wedstrijd afleiden, en een ogenschijnlijk kleine
afleiding kan een wedstrijd beslissen, zoals een van de judoka’s ter zitting
ook heeft verklaard. De pakken van de privé sponsoren van de judoka's zijn
maatpakken en de pakken van Green Hill zijn standaardpakken die niet goed
zitten. Ook zijn er judoka's die enkele duizenden euro's van hun privé sponsor
krijgen en dus inkomsten mislopen als ze in het judopak van Green Hill moeten
gaan judoën.
Overige omstandigheden van belang
De rechtbank acht tot
slot van belang dat een judoka zonder lidmaatschap van JBN niet kan deelnemen
aan belangrijke nationale en internationale wedstrijden. JBN bekleedt in dit
kader een machtspositie. Op JBN rust om die reden de verplichting om bij haar
besluitvorming zorgvuldig om te gaan met de belangen van de judoka's.
Conclusie
De rechtbank is van
oordeel dat voornoemde belangen van de judoka's van aanmerkelijk zwaarder
gewicht zijn dan genoemde belangen van JBN en dus het besluit van de JBN in
strijd is met artikel 2:8 lid 2 BW. Bij
de toetsing op grond van artikel 2:8 lid 2 BW houdt de rechtbank verder
rekening met de omstandigheid dat JBN de judoka’s niet tijdig en op voldoende
zorgvuldige wijze bij de besluitvorming heeft betrokken.