dinsdag 27 januari 2015

Stadionverbod Jordania blijft van kracht

De heer Jordania, oud aandeelhouder en commissaris van Vitesse, heeft in maart 2014 van Vitesse een stadionverbod gekregen. Dit stadionverbod is opgelegd voor bedreigingen van onder andere de huidige algemeen directeur. Jordania vraagt om opheffing van het stadionverbod. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen; het stadionverbod voor Jordania blijft van kracht.

Jordania wil opheffing stadionverbod
Volgens Jordania bieden de KNVB-regels en de eigen huisregels van Vitesse juridisch geen grond voor het opleggen van het stadionverbod. Bovendien is volgens hem geen sprake geweest van serieuze bedreigingen.

Bedreigingen geen grapje
De voorzieningenrechter overweegt dat Vitesse aan haar gebruiksrechten van Gelredome en Papendal het recht kan ontlenen om Jordania de toegang te ontzeggen, los van de KNVB-regels en de eigen huisregels van Vitesse. Het staat voldoende vast dat wél sprake is geweest van bedreigingen. Die kunnen niet als grapjes worden afgedaan, zoals de advocaat van Jordania heeft betoogd. Ook als Jordania niet serieus van plan is geweest de bedreigingen uit te voeren, was dat voor de directeur van Vitesse niet duidelijk. Afgezien daarvan valt niet in te zien wat er grappig of humoristisch is aan het iemand in het vooruitzicht stellen van het toebrengen van pijn, ernstig lichamelijk letsel of dood.

Stadionverbod blijft van kracht
De hierboven genoemde bedreigingen zijn ontoelaatbaar, zeker van iemand die een positie heeft bekleed zoals Jordania en die daarom nog steeds een voorbeeldfunctie heeft. Vitesse heeft om deze redenen een stadionverbod kunnen opleggen. Dat Vitesse dit ook wenst te handhaven is begrijpelijk omdat Jordania, ondanks het stadionverbod en een taakstraf, in december 2014 opnieuw bedreigingen tegen de directeur heeft geuit.



maandag 26 januari 2015

Arbitragecommissie KNVB: Transferbedragen afgesproken tussen AZ en Sparta voor overgang Falkenburg en Viergever zijn bindend


De feiten
Sparta vordert € 50.000,00 van AZ. Sparta legt aan haar vordering ten grondslag dat zij op 5 mei 2010 overeenstemming heeft bereikt met AZ met betrekking tot de overgang van de spelers Falkenburg en Viergever.
Voor beide spelers is een aparte transferovereenkomst opgesteld, overeengekomen  en door partijen Sparta en AZ ondertekend. Voor speler Falkenburg is een afkoopsom overeengekomen  van € 750.000,00,. In artikel 3.1 van deze overeenkomst staat:

"Indien de Speler gedurende de looptijd van het dienstverband  tussen AZ en de Speler wordt overschreven naar een andere binnenlandse of buitenlandse betaald voetbal organisatie en terzake deze overschrijving  een (transfer)vergoeding wordt betaald aan AZ, heeft Sparta bovenop de (transfer)vergoeding als genoemd in artikel 2. 1 van deze overeenkomst  recht op een additionele vergoeding ter hoogte van 10% (zegge: tien procent) van de door AZ in dit kader gemaakte Netto Winst, zijnde de door AZ en de nieuwe club van de Speler
overeengekomen  initiële (transfer)vergoeding;
minus
de alsdan van toepassing zijnde solidariteitsbijdrage als bedoeld in de regelgeving van de KNVB en FIFA; en
de door AZ aan Sparta voor de Speler betaalde (transfer)vergoeding van
€ 750.000,00."

Voor de overgang van speler Viergever van Sparta naar AZ is tussen deze partijen een afkoopsom overeengekomen  van € 1.250.000,00. Artikel 3.1 van de overeenkomst tussen AZ en Sparta inzake Viergever is gelijkluidend aan die in de overeenkomst met betrekking tot Falkenburg.  Viergever is inmiddels overgegaan van AZ naar AFC Ajax. AZ en Ajax hebben met betrekking tot deze overgang overeenstemming bereikt over een afkoopwaarde van Viergever. Sparta heeft AZ op basis van de afspraken omtrent doorverkoop zoals vastgelegd in de transferovereenkomst van speler Viergever tussen AZ en Sparta een factuur gezonden.
AZ heeft voldaan aan de betalingsverplichtingen. Sparta geeft aan dat zij echter recht meent te hebben op betaling van een aanvullend bedrag van € 50.000,00. Sparta baseert haar vordering op het eerder tussen Sparta en Falkenburg gewezen vonnis van de arbitragecommissie van de KNVB en stelt dat de reele transfersom (afkoopwaarde van Viergever naar AZ) een bedrag moet zijn van € 750.000,00 nu de arbitragecommissie van de KNVB in de procedure tussen Sparta en Falkenburg een afkoopwaarde van Falkenburg heeft bepaald op € 1.250.000,00. Die uitspraak staat HIER. Als de transfersom van Viergever naar beneden gaat van € 1.250.000,00 naar € 750.000,00 dan wordt de winst die AZ gemaakt heeft met de transfer van Viergever groter. De winst die AZ gemaakt heeft is dan immers niet het bedrag dat Ajax betaald heeft minus € 1.250.000,00 maar minus € 750.000,00. Sparta meent recht te hebben op 10 % van die hogere winst.

Sparta wijst op een verklaring van de heer Brands, toenmalig technisch directeur van AZ, die heeft verklaard dat AZ op 15 april 2010 een all-in vergoeding heeft aangeboden voor de beide spelers van in totaal € 2.000.000,00. De heer Brands geeft ook aan dat Sparta dit bedrag naar alle redelijkheid kon verdelen over de beide spelers in verband met het aan de speler uit te betalen aandeel. Sparta heeft destijds gekozen bij het opmaken van de transferovereenkomsten voor een verdeling van € 750.000,00 voor Falkenburg en € 1.250.000,00 voor Viergever. Daarmee is AZ akkoord gegaan. AZ voert als verweer aan dat partijen op 14 juni 2010 een transferovereenkomst  hebben ondertekend ten aanzien van de transfer van Viergever van Sparta naar AZ. AZ wijst op artikel 3.1, de doorverkoopclausule tussen partijen. In deze overeenkomst wordt uitgegaan van een transfervergoeding van € 1.250.000,00  voor speler Viergever. AZ stelt dat zij in relatie tot Viergever aan al haar contractuele verplichtingen jegens Sparta voldaan heeft en niets meer aan Sparta verschuldigd is. Artikel 3.1 van de tussen Sparta en AZ afgesloten transferovereenkomst is naar het oordeel van AZ helder daar waar het gaat om de berekening van de hoogte van de vergoeding waarop Sparta recht heeft bij doorverkoop van Viergever. Nu de tekst van artikel 3.1 duidelijk is, kan AZ het verzoekschrift niet anders lezen dan dat Sparta de Arbitragecommissie verzoekt om de contractuele afspraak tussen Sparta en AZ terzijde te schuiven en daarmee in te grijpen in de rechtsverhouding tussen beide clubs. Daarvoor ziet AZ geen enkele juridische basis. Het betoog van Sparta dat de contractuele afspraak tussen Sparta en AZ terzijde kan worden gesteld door het genoemde arbitraal vonnis tussen Sparta en Falkenburg, wordt door AZ verworpen omdat er geen enkele band is tussen het arbitraal vonnis en de contractuele afspraken tussen AZ en Sparta met betrekking tot Viergever. Bovendien is het arbitraal vonnis slechts bindend voor de partijen bij die procedure. Nu AZ geen partij was in de procedure tussen Falkenburg en Sparta, is AZ op geen enkele wijze gebonden aan de inhoud van het vonnis. Daarbij merkt AZ nog op dat de Arbitragecommissie in het vonnis tussen Falkenburg en Sparta zich beperkt door op te merken dat niet valt uit te sluiten dat als uiteindelijke reële afkoopwaarde voor Viergever moet worden uitgegaan van een bedrag van € 750.000,00 zonder dat deze stelling ook maar op enige wijze nader wordt onderbouwd. Voor de berekening van het bedrag waarop Sparta recht heeft, is dit naar het oordeel van AZ irrelevant. AZ stelt tenslotte dat Sparta zelf een transferwaarde aan Viergever heeft toegekend die zij goed dunkte.

Oordeel arbitragecommissie
Sparta heeft gecontracteerd met AZ zoals zij wenste te contracteren en heeft met AZ afgesproken dat zijzelf, Sparta dus, in de relatie tussen AZ en Sparta een verdeling van de afkoopwaarde van beide spelers mocht vaststellen. Dat heeft Sparta gedaan en Sparta zelf heeft voor Falkenburg een afkoopwaarde van € 750.000,00 vastgesteld en voor Viergever van € 1.250.000,00. Er zijn bovendien twee afzonderlijke overeenkomsten opgesteld. Een voor de overgang van Falkenburg en een voor de overgang van Viergever van Sparta naar AZ. In de relatie tussen AZ en Sparta zijn deze bedragen dan ook bindend.
Sparta heeft subsidiair aangevoerd dat de eisen van de redelijk en billijkheid met zich mee zouden brengen dat ook in de relatie tussen Sparta en AZ de bedragen gelden die de arbitragecommissie in de procedure tussen Falkenburg en Sparta heeft vastgesteld.
De arbitragecommissie kan Sparta in dit betoog niet volgen. In wezen beroept Sparta zich op de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid. De overwegingen die de arbitragecommissie in die procedure heeft gewijd aan de afkoopsom van Falkenburg hebben niet het doel een (andere) afkoopsom vast te stellen, maar tot doel een redelijke vergoeding vast te stellen, die Falkenburg bij overeenkomst met Sparta had bedongen bij overgang naar een andere Betaald Voetbal Organisatie. Die overwegingen doen niet af aan de vergoedingen die Sparta in relatie met AZ bij de overeenkomsten met Falkenburg en Viergever heeft bepaald. Dit temeer nu Sparta zelf de vrijheid had bedongen om de totale afkoop waardes te verdelen over de beide spelers. De meer subsidiaire grondslag, de ongerechtvaardigde verrijking is niet, althans onvoldoende door Sparta onderbouwd. Waarmee AZ is verrijkt en waardoor Sparta is verarmd heeft  Sparta niet inzichtelijk of aannemelijk gemaakt.
Dit leidt ertoe dat de vordering van Sparta dient te worden afgewezen en dat Sparta wordt veroordeeld in de kosten van de arbitrageprocedure, begroot aan de zijde van AZ op
nihil. De kosten van de KNVB worden begroot op € 950,00 en worden ten laste van Sparta

Redactie:
Een ietwat verbazingwekkende procedure die m.i. van te voren kansloos was voor Sparta. Er is hier sprake van een op het moment van het sluiten van de transferovereenkomst tussen AZ en Sparta een voor beide partijen onvoorzienbare toekomstige omstandigheid nl. dat Viergever voor veel geld naar Ajax zou gaan.

Als AZ akkoord was gegaan met een transfersom van € 500.000,-- voor Falkenberg en € 1.500.000,-- voor Viergever dan was de “winst” voor AZ en daarmee de 10% die afgedragen moest worden aan AZ nog kleiner geweest. De arbitragecommissie zegt terecht: als je andere afspraken had willen hebben had je die toen moeten maken. Nu heeft Sparta “pech”. Als niet Viergever, maar Falkenburg die transfer gemaakt zou hebben, dan had Sparta “geluk”gehad.

zaterdag 24 januari 2015

Sociaal en Cultureel Planbureau: Rapportage sport 2014

In de Rapportage sport 2014 presenteert het Sociaal en Cultureel Planbureau (scp) in nauwe samenwerking met diverse andere onderzoeksorganisaties de nieuwste gegevens op het gebied van sport. Een overzicht van maatschappelijke ontwikkelingen en van het sportbeleid gevoerd door overheden en de sportsector tussen 2008 en 2014 plaatst de gegevens in een kader.

Inhoud
Voorwoord 11
Samenvatting en conclusies 13
Annet Tiessen-Raaphorst (scp)
S.1 Kernindicatoren sport: stabiel tot lichte stijging 13
S.2 Maatschappelijk en beleidsmatige ontwikkelingen rondom de sport 17
S.3 Meedoen in Nederland sporten en actief zijn 18
S.4 Vitaal Nederland gezondheid en bewegen 20
S.5 Talentvol Nederland topsportprestaties 21
S.6 Kaart van Nederland sportinfrastructuur 21
S.7 Nederland in beeld wedstrijdbezoek, media en economisch profijt 23
Noten 25

1 Inleiding 26
Annet Tiessen-Raaphorst (scp)
1.1 De stand van zaken in het sportlandschap anno 2014 26
1.2 Rapportages sport 26
1.3 Opzet Rapportage sport 2014 27
1.4 Gebruikte databestanden 28

2 Maatschappelijke ontwikkelingen 30
Remko van den Dool en Annet Tiessen-Raaphorst (scp)
2.1 De maatschappelijke context van sport 30
2.2 Demografische ontwikkelingen 30
2.3 Sociaaleconomische ontwikkelingen 33
2.4 Tijdsbesteding 37
2.5 Mediaconsumptie 38
2.6 Leefstijlkenmerken en gezondheid 39
2.7 Verschuiving van waarden en sociale veranderingen 42
2.8 Samenvatting 46
Noten 47

3 Sportbeleid 48
Koen Breedveld en Hugo van der Poel (Mulier Instituut)
3.1 Introductie 48
3.2 Spelers in het sportbeleidsnetwerk: doelstellingen en taakverdeling 48
3.2.1 Ministerie van vws, directie Sport 48
3.2.2 noc*nsf 51
3.2.3 Gemeenten 52
3.2.4 Olympisch Vuur 53
3.2.5 Overige spelers en ontwikkelingen in het sportbeleidsnetwerk 54
3.3 Beleidsthemas 56
3.3.1 Sport en Bewegen in de Buurt 56
3.3.2 Veilig Sport Klimaat 57
3.3.3 Topsportklimaat 58
3.3.4 Topsportevenementen 59
3.3.5 Onderwijs en sport27 59
3.3.6 Gehandicaptensport 60
3.3.7 Kennisinfrastructuur 61
3.3.8 Wet- en regelgeving 62
3.3.9 Internationale ontwikkelingen 63
3.4 Conclusie 64
Noten 64

4 Sportdeelname 67
Annet Tiessen-Raaphorst en Remko van den Dool (scp)
4.1 Sportdeelname als doel van beleid 67
4.2 Deelname aan sport 68
4.3 Beoefening van diverse takken van sport 75
4.4 Organisatievorm van de sportbeoefening 78
4.5 Deelname aan training en wedstrijden 81
4.6 Conclusie 83
Noten 84

5 Sportfans: volgen van sport via media 85
Nathalie Sonck en Remko van den Dool (scp)
5.1 Fan van sport 85
5.2 Sport via media 86
5.3 Luisteren en kijken naar sport 89
5.4 Over sport lezen 94
5.5 Sport online volgen 96
5.6 Conclusie 100
Noten 100

6 Sportevenementen, -wedstrijden en hun mogelijke maatschappelijke
meerwaarde 101
Willem de Boer (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen) en Remko van den
Dool (scp)
6.1 Inleiding 101
6.2 Bezoekers van sportwedstrijden en -evenementen 102
6.3 Deelnemers aan sportevenementen 109
6.4 Wat leveren sportevenementen op? 111
6.5 Conclusie 120
Noten 121

7 Sportinfrastructuur: organisaties, accommodaties en vrijwilligers 122
Rob Goossens, Andries Kuipers (cbs) en Remko van den Dool (scp)
7.1 Inleiding 122
7.2 De sportinfrastructuur 123
7.3 Sportbonden 125
7.4 Sportclubs 127
7.5 Fitnesscentra, sportscholen, zeil- en surfscholen en maneges 129
7.6 Sportaccommodaties 131
7.7 Vrijwilligerswerk 138
7.8 Samenvatting 140
Noten 141

8 Economie van de sport 143
Rob Goossens en Andries Kuipers (cbs)
8.1 Sport als bedrijfstak 143
8.2 Sport en de Nederlandse economie 143
8.3 Bestedingen van huishoudens aan sport 149
8.4 Overheidsuitgaven en -inkomsten met betrekking tot sport 151
8.5 Baten, lasten en werkzame personen particuliere sportaccommodaties 154
8.6 Baten, lasten en personeel sportclubs 159
8.7 Samenvatting 164
Noten 165

9 Sport, ruimte en tijd 166
Remco Hoekman, Karin Wezenberg-Hoenderkamp (Mulier Instituut)
en Remko van den Dool (scp)
9.1 Ruimte en tijd voor sport 166
9.2 Ruimtebeslag van de sport 167
9.3 Gebruik sportruimte 171
9.4 Afstanden tot en verplaatsingen naar sportvoorzieningen 174
9.5 De sport geklokt 179
9.6 Conclusie 182
Noten 184

10 Beweeg- en zitgedrag van sporters en resulterende sportblessures 185
Vincent Hildebrandt (tno), Wanda Wendel-Vos (rivm), Claire Bernaards
(tno), Huib Valkenberg (VeiligheidNL) en Jan-Willem Bruggink (cbs)
10.1 Risicos en voordelen van te veel of te weinig bewegen 185
10.2 Beweeggedrag van sporters en niet-sporters 187
10.3 Zitgedrag van sporters en niet-sporters 191
10.4 Sportblessures 193
10.5 Conclusie 200
Noten 200

11 Sport en onderwijs 201
Jo Lucassen en Niels Reijgersberg (Mulier Instituut)
11.1 Veel aandacht voor mogelijkheden bewegingsonderwijs in beleid 201
11.2 Stand van zaken in het bewegingsonderwijs 203
11.2.1 Primair onderwijs 203
11.2.2 Voortgezet onderwijs 207
11.2.3 Middelbaar beroepsonderwijs 211
11.3 Samenwerking sport, onderwijs en gezondheidsbeleid 212
11.4 Impuls brede scholen, sport en cultuur 215
11.5 Schoolsport 217
11.6 Opleidingen voor sport en bewegingsonderwijs 218
11.7 Conclusie 221
Noten 222

12 Topsportbeleid in relatie tot prestaties 224
Bake Dijk (uu), Veerle de Bosscher (vub) en Maarten van Bottenburg (uu)
12.1 Olympische en Paralympische medailles in 2012 en 2014 224
12.2 Output: Nederlandse topsportprestaties 225
12.3 Input: investeringen in topsport 228
12.4 Throughput: het Nederlandse topsportbeleid in internationaal
perspectief 233
12.5 Focus in het Nederlandse topsportbeleid 243
12.6 Toekomstige keuzes in het Nederlandse topsportbeleid 246
Noten 247

13 Omgevingsfactoren bij sport en bewegen 249
Annet Tiessen-Raaphorst en Remko van den Dool (scp)
13.1 Een passend sport- en beweegaanbod in de buurt 249
13.2 Sport, bewegen en sportaanbod landelijk vergeleken 250
13.3 Verschillen in sport en bewegen naar leefbaarheid van de buurt 258
13.4 Belang van en waardering voor sport- en beweegmogelijkheden
in de buurt 260
13.5 Bereikbaarheid, toegankelijkheid en veiligheid van de sportruimte 265
13.6 Conclusie 266
Noten 267

14 Sport en (on)wenselijk gedrag 269
Nicolette Schipper-van Veldhoven (Hogeschool Windesheim/noc*nsf)
en Johan Steenbergen (Kennispraktijk)
14.1 20 jaar beleid en onderzoek op het terrein van (on)gewenst
gedrag in de sport 269
14.2 Incidentie van onwenselijk gedrag in de sport 270
14.3 Fair play op en rondom het veld 272
14.4 Rol van de trainer/coach in de sport 276
inhoud
14.5 Persoonlijke integriteit in de sport 277
14.6 (Pro)sociaal gedrag in de sport 279
14.7 Conclusie 283
Noten 283
Summary and conclusions 284
Bijlagen te vinden via www.scp.nl bij het desbetreffende rapport
Literatuur 297

Publicaties van het Sociaal en Cultureel Planbureau 312

donderdag 22 januari 2015

Asser Institute: Summer Programme on International Sports Law 29 June – 3 July 2015 “How to Play Football’s Legal Game?”

From 29 June – 3 July 2015, the ASSER International Sports Law Centre is organising the third Summer Programme on International Sports Law.
This year's programme will engage, challenge, and equip you with the necessary knowledge and understanding of European and international football law. It aims to ensure that you will be capable of advising players when they need to transfer from one country to another, to represent a club when it faces an UEFA investigation on the basis of its Financial Fair Play Regulations, or to negotiate TV rights in full cognition of the constraints imposed by EU law in this domain.
The Summer Programme is designed for qualified attorneys, policy-makers, and representatives of clubs or federations but also advanced students (e.g. LL.M., Ph.D.) who wish to acquire in-depth knowledge on the regulation of football in Europe and beyond.
The lectures cover a wide range of topics dealing with the regulation of football. It also includes a number of workshops deemed to facilitate - through practical exercises - the assimilation of the skills provided in the lectures.
Topics that will be covered during the Summer Programme include among others:
Football Governance;
Football Justice;
Football Players’ Transfers;
Football’s Commercial Rules;
Football and EU Competition Law.

See HERE for more information

Registration*
You can register by completing the online application form.  
The deadline for application is 18 May 2015.
*Please read the Registration Information & Conditions carefully before registration (see brochure).

Contact
For more information or questions please contact educationtraining@asser.nl


Preliminary programme: this programme is subject to change


Monday
29 June 2015

Football governance

Day 1
09.00 – 09.15
Registration
09.15 09.45
Official opening
Ø   Welcome to Asser
Ø   Introduction of the programme
Ø   Introduction of participants
09.45 10.45
Keynote address
10.45 11.00
Coffee and tea break
11.00 – 12.30
Lecture 1: Football Governance
12.30 13.30
Lunch
13.30 – 15.00
Lecture 2: Football and integrity
15.00 15.30
Coffee and tea break
15.30 – 17.00
Workshop: Meet the Watchdog
18.00
Opening dinner


Tuesday
30 June 2015

Football Justice

Day 2
09.0009.15
Arrival
09.15 10.45
Lecture 1: The FIFA Dispute Resolution Chamber; background, procedural
aspects and relevant jurisprudence
10.45 11.00
Coffee and tea break
11.00 – 12.30
Lecture 2: Introduction to the Court of Arbitration for Sport (CAS)
12.30 13.30
Lunch
13.30 – 17.00
Workshop




Wednesday
1 July 2015

Football and EU competition law

Day 3
09.00 09.15
Arrival
09.15 10.45
Lecture 1: TV rights and Competition Law
10.45 11.00
Coffee and tea break
11.00 – 12.30
Lecture 2: State aid and football
12.30 13.30
Lunch
13.30 – 17.00
Outing


Thursday
2 July 2015

Football Transfers

Day 4
08.45 09.00
Arrival
09.00 – 12.00
Lecture 1 &2: FIFA Transfer System

Including coffee and tea breaks
12.00 – 13.00
Lunch
13.00 14.30
Lecture 3: FIFA Agents Regulations
14.30 14.45
Coffee and tea break
14.45 17.00
Roundtable/ discussion: Meet the Social Partners
(Unions, Agents, Clubs)

Including coffee and tea break


Friday
3 July 2015

The Football Commercial Rules

Day 5
09.00 – 09.15
Arrival
09.15 12.15
Lecture 1 & 2: UEFA FFP & Licensing

Including coffee and tea breaks
12.15 13.15
Lunch
13.15 14.45
Lecture 3: Third Party Ownership
14.45 15.00
Feedback on the course
15.00 16.00
Online evaluation of the course
16.00 – 18.00
Certificate ceremony and closing reception