In de procedure ging het over het volgende filmpje:
Online supermarkt Picnic maakte geen inbreuk op het portretrecht van autocoureur Max Verstappen. Het gerechtshof Amsterdam heeft dit vandaag beslist. Verstappen vorderde schadevergoeding van Picnic nadat Picnic in 2016 een filmpje op Facebook had gepost van een Verstappen-lookalike in een Picnic-wagentje. Het hof oordeelde in hoger beroep anders dan de rechtbank eerder deed. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat wel sprake was van inbreuk op het portretrecht van Verstappen en veroordeelde Picnic tot een schadevergoeding.
Online supermarkt Picnic maakte geen inbreuk op het portretrecht van autocoureur Max Verstappen. Het gerechtshof Amsterdam heeft dit vandaag beslist. Verstappen vorderde schadevergoeding van Picnic nadat Picnic in 2016 een filmpje op Facebook had gepost van een Verstappen-lookalike in een Picnic-wagentje. Het hof oordeelde in hoger beroep anders dan de rechtbank eerder deed. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat wel sprake was van inbreuk op het portretrecht van Verstappen en veroordeelde Picnic tot een schadevergoeding.
Oordeel rechtbank
De rechtbank Amsterdam veroordeelde Picnic in 2018 om aan
Verstappen schadevergoeding te betalen omdat Picnic het portretrecht van
Verstappen had geschonden (artikel 21 Auteurswet). Picnic was het daarmee niet
eens en ging in hoger beroep bij het hof Amsterdam. Ook Verstappen (en het
bedrijf dat zijn zakelijke belangen behartigt) waren het niet met het vonnis
eens, zij vonden de schadevergoeding te laag.
Oordeel hof
Het hof is van oordeel dat Picnic met het posten van het
filmpje geen inbreuk heeft gemaakt op het portretrecht van Verstappen. Volgens
het hof is voor de aanschouwer van het filmpje van Picnic duidelijk dat het
niet Verstappen zelf betreft maar dat het gaat om een persiflage van zijn
optreden in reclamefilms voor Jumbo. Het gezicht of de persoon van Verstappen
zelf wordt niet afgebeeld. In die situatie kan Verstappen geen aanspraak maken
op de bescherming van artikel 21 Auteurswet. Ook handelde Picnic niet
onrechtmatig. Het filmpje is niet van zodanige aard dat de eer en goede naam
van Verstappen worden aangetast of dat zijn zakelijke belangen (en/of die van
zijn zakelijke belangenbehartiger) door het filmpje worden geschaad. Er hoeft
dus geen schadevergoeding betaald te worden.
Bron: Rechtspraak.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten