Geschilbeslechting
in arbeidszaken in het betaald voetbal: deel 2
Mr. dr. M.Y.H.G. Erkens
In het eerste deel van dit artikel
– dat is verschenen in TvS&R 2014, afl. 3 – is de rechtspositie van de
beroepsvoetballer uit de doeken gedaan en is geschetst hoe arbitrage binnen het
betaald voetbal op nationaal niveau geregeld is.
In het tweede deel van dit artikel wordt
de rechtsgang bij de kantonrechter inhoudelijk en procedureel vergeleken
met die bij de arbitragecommissie KNVB (hierna: de arbitragecommissie). Daarbij
zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan de veranderingen in de
procedure en de ontslagsystematiek die de Wet werk en zekerheid (Wwz) met
ingang van 1 juli 2015 heeft gebracht. Mede tegen die achtergrond zal
een aantal uitspraken van kantonrechters en van de arbitragecommissie aan een
nader onderzoek worden onderworpen. Tot slot wordt een antwoord geformuleerd op
de eerder opgeworpen vraag: wie is qua rechtsbescherming rondom het einde van
de arbeidsrelatie beter af, de contractspeler in het betaald voetbal of de
werknemer?
De
conversieregeling bij tijdelijke arbeids-overeenkomsten in de sport nader
bezien
Mr.
dr. J. van Drongelen, dr. mr. S.F.H. Jellinghaus
In een eerder artikel hebben wij vóór de
inwerkingtreding van de zogenoemde Wet werk en zekerheid (Wwz) gekeken naar de
effecten daarvan voor de sport. Sedertdien is het met name niet stil geweest
aan het ‘front’. De wet is voor het overgrote deel in werking getreden op 1
juli 2015 en er zijn nog wat wijzigingen ten behoeve van de sport doorgevoerd.
Van wat wij destijds in ons artikel hebben besproken, hebben met name op het
terrein van de zogenoemde conversieregeling bij tijdelijke
arbeidsovereenkomsten nogal wat ontwikkelingen plaatsgevonden. In dit artikel
wordt de stand van zaken kritisch tegen het licht gehouden.
Jurisprudentie
Mr.
M.I. van Dijk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten