De
feiten
Slachtoffer X is begonnen met
paardrijden toen zij zeven jaar oud was. In de middelbare school tijd heeft zij
gedurende enkele jaren niet gereden. slachtoffer X heeft een eigen pony gehad. Op
19 januari 2011 heeft (een van) de ouder(s) van de toen 17-jarige slachtoffer X
, slachtoffer X ingeschreven voor groepslessen bij manege Y. Het ondertekende
inschrijfformulier vermeldt dat manege Y geen enkele aansprakelijkheid
aanvaardt. slachtoffer X is door manege Y ingedeeld in de gevorderden groep.
Op 4 januari 2012 is slachtoffer X
tijdens een groepsles (van 5 of 6 amazones) een ongeval overgekomen. Slachtoffer
X reed die dag op de aan manege Y toebehorende pony Likorette, een pony waarop
zij reeds eerder had gereden. De les stond onder leiding van de vaste en tot
het geven van de les bevoegde instructrice A. De les begon met oefeningen in
stap, draf en galop en aan het eind van de les werd, zoals gebruikelijk om de
twee à drie weken, gesprongen. Dit springen werd geleidelijk opgebouwd, waarbij
slachtoffer X met Likorette zonder problemen de hindernissen nam. Aan het eind
van de les werd een klein parcours gereden. Tijdens de dubbelsprong weigerde Likorette
de tweede hindernis te nemen. slachtoffer X is hierdoor (voorover) van de pony
af gevallen en met haar hoofd op de hindernis terecht gekomen. slachtoffer X
droeg ten tijde van het ongeval een cap voorzien van het veiligheidskeurmerk.
Instructrice A was getuige van het
ongeval. Slachtoffer X kan zich van de periode tussen het moment dat zij op de
eerste hindernis van de dubbelsprong af reed en de val niets meer herinneren. Slachtoffer
X was na het ongeval duizelig en ze had een bloedneus en een schrammetje op
haar neus. Ze is met haar vader naar de huisarts gegaan.
Slachtoffer X is in verband met de
klachten die ze had na de val in juni 2012 doorverwezen naar een
revalidatiearts. De klinische revalidatie van 24 oktober 2012 tot en met 31
januari 2013 bij Revalidatiecentrum Friesland is gevolgd door een poliklinische
revalidatie. Per 15 december 2013 is aan slachtoffer X een Wajong-uitkering
toegekend. De (huidige) klachten van slachtoffer X bestaan onder meer uit
hoofdpijn en een verminderde (cognitieve) belastbaarheid.
De
vordering en verweer
Slachtoffer X verzoekt de rechtbank te
bepalen dat manege Y aansprakelijk is voor het ongeval en letsel op grond van
artikel 6:179 BW van 4 januari 2012 dat is veroorzaakt door hun pony.
Manege Y zich onder andere op het
standpunt dat zij niet aansprakelijk is voor de door slachtoffer X geleden
schade op grond van artikel 6:179 BW, nu er sprake is van een ruitersfout. Voor
het geval er wel sprake zou zijn van aansprakelijkheid van manege Y , beroept manege
Y zich op de eigen schuld van slachtoffer X .
Oordeel
rechtbank
De vraag of manege Y op grond van het
bepaalde in artikel 6:179 BW aansprakelijk is voor de door slachtoffer X
geleden schade dient naar het oordeel van de rechtbank ontkennend te worden
beantwoord. Dit artikel bepaalt dat de bezitter van een dier aansprakelijk is
voor de door het dier aangerichte schade. De grondslag voor de
risicoaansprakelijkheid krachtens dit artikel is gelegen in het gevaar dat
schuilt in de eigen energie van het dier en het onberekenbare element dat in
die energie ligt opgesloten. Dit brengt
mee dat voor toepassing van het artikel nodig is dat de schade veroorzaakt is
door een eigen gedraging van het dier, waarbij het dier dus niet 'als
instrument handelt van de persoon, die hem berijdt of leidt'
(Toelichting-Meijers op art. 6030208 NBW) (zie HR d.d. 23 februari 1990, NJ
1990/365, Zengerle/Blezer). Naar het oordeel van de rechtbank is er in dit
geval geen sprake van een onberekenbaar element dat in de eigen energie van het
dier ligt opgesloten. De rechtbank acht daartoe het volgende redengevend.
Slachtoffer X , als berijder van
Likorette, wilde dat Likorette over de hindernis zou springen. Aangezien een
pony over het algemeen niet uit zichzelf over een hindernis zal springen, heeft
het nadere aansturing nodig van de berijder, en is het doorlopend afhankelijk
van diens instructies. Bij de uitvoering van een dergelijke, bijzondere,
verrichting handelt de pony als het ware als instrument van de berijder, een
berijder die op haar beurt het instrument bespeelt.
Dat Likorette vóór het de tweede
hindernis nam langzamer ging lopen, onvoldoende sturing kreeg en vervolgens,
vrij abrupt, tot stilstand kwam, is naar het oordeel van de rechtbank niet te
beschouwen als een onberekenbaar gevolg van de eigen energie, maar als een te
verwachten gedraging, veroorzaakt door de berijder. Likorette heeft onvoldoende
aansturing gekregen waardoor zij de hindernis niet op de beoogde wijze heeft
genomen.
Aldus kan niet geoordeeld worden dat het
ongeval is veroorzaakt door het onberekenbare element dat in de eigen energie
van een dier ligt opgesloten, waartegen een gelaedeerde jegens de bezitter van
een dier dient te worden beschermd. Van feiten of omstandigheden die in het
onderhavige geval tot een ander oordeel zouden moeten leiden, is naar het
oordeel van de rechtbank niet gebleken.
Nu manege Y naar het oordeel van de
rechtbank niet aansprakelijk is voor de door slachtoffer X geleden schade,
behoeft het verzoek om het percentage van de aansprakelijkheid te bepalen,
waaronder de vraag in hoeverre slachtoffer X een ruitersfout heeft gemaakt,
geen bespreking.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten