De
feiten
De Judo Bond Nederland heeft een
koerswijziging ingezet, in die zin dat met ingang van 1 september 2016 het
topjudo wordt gecentraliseerd op één Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO)
locatie, te weten Papendal, in plaats van over meerdere locaties, waaronder Rotterdam
. Uitgangspunt daarbij is dat de kernploegleden op deze CTO locatie moeten
sporten (trainen), wonen (op maximaal 30 minuten afstand van Papendal) en
studeren of werken. Er geldt een fulltimeprogramma. De trainers en andere
begeleiders worden door Judo Bond Nederland aangezocht en aangesteld. Juul
Franssen volgt bij InHolland in Rotterdam de vierjarige HBO opleiding Sociaal
Pedagogische Hulpverlening (SPH). Zij zit daar in het tweede studiejaar. Zij mag over deze studie in verband met haar
topsport carrière, in beginsel, tien jaar doen en heeft daarvan op dit moment
zevenenhalf jaar gebruikt. Wanneer Juul Franssen de studie niet binnen tien jaar
afrondt dan dient zij gelet op de geldende studieregeling bovenop het door haar
in ieder geval terug te betalen bedrag van € 16.000,-- een extra bedrag van €
21.500,-- terug te betalen. Daarmee komt de studieschuld dan uit op een
totaalbedrag van € 37.500,--.
Er vindt overleg plaats tussen de
Judobond en Juul Franssen. Naar aanleiding van dat gesprek bericht Juul
Franssen de Judobond het volgende:
“Vanaf
september 2017 ben ik bereid om naar Papendal te komen, ondanks mijn eerdere
twijfels. Er zijn een aantal losse eindjes, waarvan ik het prettig zou vinden
om op voorhand duidelijkheid over te krijgen, en dat gaat om het volgende:
1.
De opleiding
2.
De begeleiding
De
opleiding
Ik
wil het liefst mijn studie in Rotterdam blijven volgen. Omdat ik naar Papendal
moet, ben ik bereid mijn studie om te gooien, waardoor mijn studieschuld van
16.000 euro naar 37.500 euro zal gaan. Ik moet namelijk mijn 2e studiejaar
opnieuw overdoen vanaf september 2017. Bovendien zal mijn afstudeerjaar dan in
het jaar van de OS in Tokyo zijn, waardoor ik dan ook weer studievertraging zal
oplopen. Ik ben bereid om alles om te gooien, en jaren vertraging op te lopen,
als de bond bereid is mij te helpen om ervoor te zorgen dat er garant wordt
gestaan voor de studieschuld. Ik kan mezelf geen studieschuld veroorloven en
kan het simpelweg niet betalen.
De
begeleiding
Zoals
ik eerder heb aangegeven, is voor mij de juiste begeleiding essentieel in het
bedrijven van topsport, en het leveren van topprestaties. In het gesprek op 5
oktober jl. is verteld dat er vanaf januari twee nieuwe coaches/trainers
bijkomen, en ik wil graag duidelijkheid wie de uiteindelijke trainer- en
coachingstaf gaat zijn, om van daaruit een weloverwogen keuze te maken wie mij
gaat begeleiden. Die invulling is nog niet bekend.”
Bij brief van 20 december 2016 heeft
Judo Bond Nederland – samengevat – aan Juul Franssen bericht dat zij hebben
besloten om de selectie van Juul Franssen voor het NTC Papendal in te trekken
en dat de consequentie hiervan is dat Juul Franssen niet meer zal worden
uitgezonden naar internationale trainingsstages met de nationale
topsportselectie en dat tevens de deelname van Juul Franssen aan nationale
trainingen zullen worden stopgezet. Vervolgens bericht NOC*NSF aan Juul
Franssen dat zij haar A-status verliest.
De
vordering
Juul Franssen vordert in kort geding om
haar conform de normaal geldende regels uit te zenden naar internationale
wedstrijden zo lang zij zich daarvoor op sportieve gronden kwalificeert en om
haar voor te dragen voor een A-status bij het NOC*NSF.
Oordeel
rechtbank
Als uitgangspunt geldt dat Judo Bond
Nederland bevoegd is om beleid te maken
en bestaand beleid te wijzigen en dat de
leden van Judo Bond Nederland door hun lidmaatschap daaraan gebonden zijn. De
geldigheid van het besluit waarbij Judo Bond Nederland haar beleid heeft
gewijzigd in die zin dat vanaf het najaar van 2016 op één CTO-locatie, namelijk
Papendal, wordt getraind, gewoond en gestudeerd of gewerkt, wordt in dit kort
geding niet ter discussie gesteld. Juul Franssen heeft niet het standpunt
ingenomen dat dit besluit niet rechtsgeldig (nietig of vernietigbaar) is. Het
wordt er daarom voor gehouden dat dit besluit rechtsgeldig is. Er kunnen echter omstandigheden zijn die
maken dat Judo Bond Nederland dit besluit niet heeft kunnen nemen, omdat dit in
de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid onaanvaardbaar is
en/of onrechtmatig tegenover Juul Franssen is. Hierna zal worden onderzocht of
het aannemelijk is dat daarvan sprake is.
Vooropgesteld wordt dat tussen partijen
ook een kernploegovereenkomst van kracht is, welke overeenkomst niet is
opgezegd, en dat partijen gelet op hun onderlinge verhouding voortvloeiend uit
deze overeenkomst en hetgeen overigens op grond van de bondstructuur tussen hen
geldt, zich over en weer dienen te gedragen met inachtneming van de maatstaven
van redelijkheid en billijkheid. Dit betekent onder meer dat zij rekening
dienen te houden met elkaars gerechtvaardigde belangen. Juul Franssen dient
rekening te houden met het belang van Judo Bond Nederland om haar ambitie om
met topjudo een top acht positie in de wereld te veroveren en te behouden door
middel van het door haar uitgestippeld beleid te kunnen verwezenlijken. De Judo
Bond Nederland heeft belang bij handhaving van het door haar gemaakte beleid en
bij consequente toepassing daarvan. Als alleen naar individuele wensen wordt
gekeken, valt er geen beleid te maken. Judo Bond Nederland dient daartegenover
rekening te houden met het individuele belang van Juul Franssen om haar
topsportcarrière in te richten op de manier waarop zij dat wil.
Het besluit van 20 december 2016 heeft
voor Juul Franssen zeer ingrijpende gevolgen. Het besluit betekent de facto het
einde van haar carrière als topsporter.
Het is voor haar gelet op het besluit
onmogelijk om nog deel te nemen aan internationale toernooien. Aan
internationale toernooien kan, dat staat tussen partijen vast, alleen worden
deelgenomen wanneer (de technische staf van) Judo Bond Nederland de judoka
afvaardigt en dat zal vanwege dit besluit niet meer gebeuren. Het is verder
voldoende gebleken dat op dit moment ook niet mogelijkheid bestaat om aan
internationale wedstrijden deel te nemen door uit te wijken naar het
buitenland. Juul Franssen is op dit moment in haar gewichtsklasse de beste
topjudoka van Nederland en staat zesde op de wereldranglijst. De stelling van
Judo Bond Nederland dat Juul Franssen niet de nummer 1 van Nederland is, wordt
als onvoldoende gemotiveerd onderbouwd gepasseerd. Juul Franssen is geen
beginnende topjudoka meer. Zij heeft haar sporen al ruimschoots verdiend. Zo
heeft zij zich gekwalificeerd voor de Olympische Spelen van 2016, is zij eind
2016 eerste geworden bij een in Abu Dhabi gehouden wedstrijd en staat zij op
dit moment op de zesde plek van de wereldranglijst. Juul Franssen is op dit
moment 27 jaar en zal niet meer jarenlang op topsportniveau de judosport
beoefenen. Einddoel is volgens Juul Franssen om zich te kwalificeren voor de
Olympische Spelen van 2020.
De Judo Bond Nederland heeft met twee
andere judoka’s die zijn geselecteerd een maatwerkoplossing getroffen. Deze
judoka’s hebben beiden een relatie in het buitenland, de één in Frankrijk en de
ander in Italië. Met hen is onder meer overeengekomen, zo heeft
Judo Bond Nederland tijdens de
mondelinge behandeling van dit kort geding verklaard, dat zij tot 1 september
2017 niet hoeven deel te nemen aan het fulltimeprogramma op de
CTO-locatie te Papendal. Judo Bond
Nederland heeft geen steekhoudende argumenten aangevoerd waarom deze twee
judoka’s anders zouden mogen worden behandeld dan Juul Franssen . Er is dan ook
sprake van een ongelijke behandeling c.q. willekeur, nu van deze twee judoka’s
pas per 1 september 2017 wordt verlangd dat zij deelnemen aan het
fulltimeprogramma op de CTO-locatie te Papendal, terwijl van Juul Franssen
wordt verlangd dat zij daaraan al eerder deelneemt.
De voorzieningenrechter is van oordeel
dat het vanwege de hiervoor genoemde omstandigheden, in onderlinge samenhang
bezien, aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat van Judo Bond
Nederland kan worden verlangd dat zij een maatwerkoplossing, met Juul Franssen
treft, in die zin dat ten gunste van Juul Franssen wordt afgeweken van het
huidige beleid.
Het belang van Judo Bond Nederland om
door middel van het door haar uitgestippelde beleid de top te bereiken en dat
alle topsporters, onder wie Juul Franssen , zich aan dit door haar
uitgestippelde beleid conformeren en gaan trainen, wonen en studeren of werken
op de CTO-locatie te Papendal moet gelet op de hiervoor genoemde
omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, gerelativeerd worden ten
aanzien van Juul Franssen . Dit geldt temeer daar er sprake is van een beperkte
periode, aangezien de inzet van Juul Franssen vooral gericht is op het
kwalificatieproces richting de Olympische Spelen. De tussen partijen te treffen
maatwerkoplossing is dus beperkt in tijd.
Het
voorgaande leidt tot de conclusie dat het aannemelijk is dat de bodemrechter
zal oordelen dat Judo Bond Nederland het besluit van 20 december 2016 niet
heeft kunnen nemen, omdat dit besluit in de gegeven omstandigheden naar
maatstaven van redelijkheid onaanvaardbaar is en/of onrechtmatig tegenover Juul
Franssen is. De vordering van Juul Franssen die
ertoe strekt dat zij aan internationale wedstrijden mag deelnemen, zal in
zoverre worden toegewezen dat het Judo Bond Nederland zal worden verboden om Juul
Franssen van deelname aan internationale wedstrijden uit te sluiten op de grond
dat zij zich niet (volledig) conformeert aan het vanaf 1 september 2016
geldende beleid dat door de door haar geselecteerde judoka’s een
fulltimeprogramma moet worden gevolgd op de CTO-locatie te Papendal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten