Het hof Arnhem-Leeuwarden
moet de zaak waarbij in Friesland in 2008 een speedboot op een vrachtschip botste
en waarbij een opvarende van de speedboot overleed, opnieuw behandelen. Dat
oordeelt de Hoge Raad vandaag. Om zijn alcoholgebruik te onderzoeken werd bij
de verdachte een bloedproef afgenomen. Hieraan ging geen blaastest vooraf en de
verdachte werd niet om toestemming gevraagd. Het hof meende aan deze vormfout
geen consequenties te hoeven verbinden. Dat is onjuist, oordeelt de Hoge Raad.
De uitkomst van de bloedproef mag niet worden gebruikt. De zaak moet daarom
opnieuw worden behandeld.
Wel kon het hof volgens
de Hoge Raad de verdachte aanmerken als bestuurder van de boot op het moment
van de aanvaring. De verdachte was het niet eens met dat oordeel omdat hij van
mening is dat hij de boot niet zelfstandig bestuurde. Ook een medeverdachte had
het stuur vast en bediende de snelheid van de boot. Volgens de Hoge Raad is een
zelfstandig bestuurder volgens het Binnenvaartpolitiereglement een bestuurder
die niet onder het gezag van een schipper staat. De schipper zat in dit geval
achterin de boot en had aan niemand instructies gegeven over de koers en de
snelheid van de boot.
Het ongeval gebeurde in
de nacht van 6 op 7 juni 2008 op het Friese Prinses Margrietkanaal, gemeente
Boarnsterhim. De opvarenden waren op weg naar huis nadat zij de hele dag en
avond een zeilevenement hadden bijgewoond. Zij voeren harder dan de toegestane
12,5 kilometer per uur. Bij een inhaalmanoeuvre werd een tegemoetkomend
vrachtschip over het hoofd gezien. De speedboot botste op het vrachtschip
waarbij twee passagiers van de speedboot overboord sloegen. Een van hen
overleed aan zijn verwondingen, de ander liep zwaar letsel op aan zijn been.
Uitspraken: BZ4474
Bron: rechtspraak.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten