Zie ook dit bericht:
De feiten
VV Stevensweert is een
amateurvoetbalvereniging met volledige rechtsbevoegdheid, zetelende in het dorp
Stevensweert. Zij telt 150 actieve leden.Tussen de toen nog zelfstandige
gemeente Stevensweert en de voetbalvereniging is met ingang van 1 december 1990
een huurovereenkomst gesloten ten aanzien van het sportveldencomplex bestaande
uit de sportterreinen, kleedlokalen en kantinegebouw, alles met aanhorigheden,
ondergrond en infrastructuur, staande en gelegen aan de Nieuwendijk te
Stevensweert. Het gehuurde betreft ruimte in de zin van 7:230a BW.
De huurovereenkomst was in eerste
instantie aangegaan voor de duur van 25 jaar, derhalve tot en met 31 november
2015. De voetbalvereniging had de mogelijkheid tegen laatstgenoemde datum op te
zeggen, maar heeft daarvan geen gebruik gemaakt. Thans kan de huurovereenkomst
iedere vijf jaar door de huurder worden opgezegd, voor het eerst per 31
november 2020.
De gemeente heeft in 2009 een onderzoek
laten verrichten naar de overcapaciteit wat betreft sportaccommodaties. In het
opgestelde visie document ‘Clustering Buitensportaccomodaties’ zijn
verschillende scenario’s uitgewerkt. Ondanks protest van de voetbalverenigingen
in Stevensweert en Ohé en Laak heeft de gemeenteraad van de gemeente besloten
de tweede optie uit het Visiedocument uit te voeren, waarbij het voetbal in Ohé
en Laak zou komen. De gemeente heeft bij brief van 9 juni 2015 de
huurovereenkomst met de voetbalvereniging opgezegd tegen 1 augustus 2016. De
voetbalvereniging heeft niet ingestemd met de opzegging.
Op 29 september 2016 heeft de
voetbalvereniging een verzoek ex artikel 7:230a BW ingediend strekkende tot
verlenging van de ontruimingstermijn. Bij beschikking d.d. 23 december 2016
heeft de kantonrechter de termijn van ontruiming verlengd tot 1 augustus 2017,
onder de voorwaarde dat onherroepelijk in de bodemprocedure komt vast te staan
dat de huurovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd.
Vordering
gemeente
De gemeente vordert voor recht te
verklaren dat de tussen de gemeente en de voetbalvereniging bestaande
huurovereenkomst met betrekking tot het sportveldencomplex per 1 augustus 2016
komt te eindigen.
Oordeel
van de kantonrechter
Vast staat dat het gehuurde onder de
werkingssfeer van artikel 7:230a BW valt en dat er sprake is van een
huurovereenkomst voor bepaalde tijd. Eveneens staat vast dat enkel de
voetbalvereniging een opzeggingsbevoegdheid heeft.
Voor de beoordeling van dit geschil
dient eerst vastgesteld te worden of de gemeente een opzeggingsbevoegdheid
toekomt nu deze in de overeenkomst niet is opgenomen. Leidend in deze is nog
steeds het beoordelingskader zoals dat door de Hoge Raad in 1988 ten aanzien
van de opzegbaarheid van duurovereenkomsten voor bepaalde tijd in het arrest
Mondia/Calanda (HR 21 oktober 1988, NJ 1990, 439) is neergelegd. In beginsel geldt dat deze overeenkomsten
gedurende de bepaalde tijd niet opzegbaar zijn, tenzij
(i)
tussentijdse opzegging
uitdrukkelijk is overeengekomen,
(ii) de redelijkheid en billijkheid die
krachtens artikel 6:248 BW altijd op tussen partijen gesloten overeenkomsten
van toepassing is met zich mee brengt dat de overeenkomst voortijdig kan worden
opgezegd, of
(iii)
er sprake is van onvoorziene
omstandigheden zoals bedoeld in artikel 6:258 BW.
Zowel voor een voortijdige opzegging
krachtens artikel 6:248 BW als krachtens artikel 6:258 BW geldt dat er sprake
moet zijn van onvoorziene omstandigheden die van dusdanige aard zijn
dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde
instandhouding van de overeenkomst tot het overeengekomen tijdstip niet mag
verwachten. Het moet hierbij gaan om niet in de overeenkomst
verdisconteerde omstandigheden, die niet voor rekening van de opzeggende partij
komen en die van zodanige ernst zijn dat de wederpartij naar maatstaven van
redelijkheid en billijkheid instandhouding van de overeenkomst tot het
overeengekomen tijdstip niet mag verwachten. Hierbij spelen een rol:
(i) de inhoud en aard van de
overeenkomst,
(ii) aard en onderlinge verhouding van
partijen en
(iii) de gewichtigheid van de belangen
over en weer. Overigens zal er niet snel sprake zijn van onvoorziene
omstandigheden die een voortijdige opzegging van een voor bepaalde tijd
gesloten overeenkomst rechtvaardigen.
Toegepast
op de onderhavige feiten moet de kantonrechter vaststellen dat deze niet
voldoen aan met name het criterium dat er sprake moet zijn van onvoorziene
omstandigheden die niet voor rekening van de gemeente komen. Met name waar sprake is van een gewijzigde visie ten aanzien van
de sportlocaties in de gemeente Maasgouw kan de kantonrechter toch niet anders
dan concluderen dat deze wijziging rechtstreeks afkomstig is van het college
van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad, die voor dit besluit heeft
gestemd. Ook de demografische ontwikkelingen zijn niet als onvoorzien aan te
merken. Het is al zeer geruime tijd een punt van zorg dat de bevolking in een
aantal landelijke regio’s, waaronder Midden en Zuid Limburg, krimpt. In de
media, zowel regionaal als landelijk, wordt hier al geruime tijd aandacht aan
besteed. Verder kan dit bij uitstek de gemeente bekend zijn nu zij direct de beschikking
heeft over de toe/afname van de bevolkingsaantallen in haar kernen. Gelet
hierop is van een onvoorziene omstandigheid geen sprake. De door de gemeente
gewenste opzegging lijkt bovendien vooral ingegeven door financiële motieven,
welke motieven niet onder de door de Hoge Raad geformuleerde criteria worden
geschaard. Bovendien is de kantonrechter van oordeel dat de jaarlijkse kosten
voor de instandhouding van het gehuurde, afgezet tegen de overige door de
gemeente gereserveerde budgetten, bescheiden van aard zijn. Van overige feiten
en omstandigheden die als onvoorzien moeten worden aangemerkt en dusdanig van
aard zijn dat de voetbalvereniging naar de maatstaven van redelijkheid en
billijkheid instandhouding van de overeenkomst niet mocht verwachten, is niet
dan wel in onvoldoende mate gebleken.
Gelet op het voorgaande komt de gemeente
daarom geen bevoegdheid tot opzegging toe. Dit brengt met zich dat de
vorderingen van de gemeente worden afgewezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten