Dit is een uitspraak die past in een hele rij uitspraken tegen MYP2P. Zie onder andere:
- Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 januari 2009, KG RK 09-132
- Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 maart 2011, KG ZA 11-88
De feiten
Een groot aantal sportbonden (o.a. KNVB,
Federation Francaise de Tennis, UEFA, Premier League) hebben een contract met
een producent van TV programma’s om de door hen georganiseerde evenementen op
te nemen. De beeldverslagen werden via televisiekanalen door of met toestemming
van de sportbonden uitgezonden door omroeporganisaties. Het televisiesignaal
werd per satelliet doorgezonden naar die organisaties. Daarna werd het signaal
gecomprimeerd en gecodeerd en vervolgens per satelliet verzonden naar de
abonnees, die het signaal op televisie konden ontvangen. Het signaal werd ten
slotte gedecodeerd en gedecomprimeerd met behulp van een satellietdecoder, voor
de werking waarvan decodeerapparatuur zoals een decoderkaart noodzakelijk was.Het
signaal werd ten slotte gedecodeerd en gedecomprimeerd met behulp van een
satellietdecoder, voor de werking waarvan decodeerapparatuur zoals een
decoderkaart noodzakelijk was.
Als een sportwedstrijd live werd
uitgezonden via een door de sportbonden gekozen kanaal, konden bezoekers van de
website van myp2p die wedstrijd gelijktijdig live via die website gratis, maar
zonder toestemming van de sportbonden, bekijken. Myp2p had voor het aanbieden
van live streams van sportwedstrijden evenmin toestemming verkregen van de
sportbonden en zij heeft de sportbonden daarvoor ook geen vergoeding betaald.
Met dit gratis aanbieden heeft myp2p inkomsten uit donaties en advertenties
verworven.
Het bekijken van een sportwedstrijd via
de website van myp2p ging als volgt. De bezoeker zocht op die website (met
behulp van de op zijn computer geïnstalleerde, door myp2p beschikbaar gestelde
software) de sportwedstrijd van zijn keuze op. Door vervolgens op een
zogenaamde play-knop op de website van myp2p te klikken, begon de gekozen live
stream volautomatisch - dus zonder verdere handelingen van de bezoeker – op de
computer van de bezoeker te spelen in een scherm (venster) met daarin een
banner van myp2p. De stream werd automatisch tot de volledige schermgrootte
uitvergroot.
De
vordering van de bonden
De sportbonden zijn
auteursrechthebbenden op de beelden van sportwedstrijden, die door hen worden
georganiseerd dan wel waarbij zij anderszins zijn betrokken. Myp2p maakt op
grote schaal beelden van die sportwedstrijden openbaar in auteursrechtelijke
zin. Myp2p heeft daarvoor geen toestemming van de sportbonden noch betaalt hij
hen daarvoor een vergoeding. Deze openbaarmaking vindt simultaan plaats met de
oorspronkelijke live televisie-uitzendingen. Voor de sportbonden betekent het
ongeautoriseerd exploiteren van beeldverslagen van sportwedstrijden zoals myp2p
dat doet, een verlies aan inkomsten.
De sportbonden willen daarom een verbod
van de uitzendingen op internet.
Oordeel
rechtbank
Is
er sprake van een werk in auteursrechtelijke zin? JA!
Het is vaste rechtspraak dat een
sportwedstrijd zelf niet kan worden beschouwd als een auteursrechtelijk
beschermd werk, omdat bij een sportwedstrijd spelregels gelden die geen ruimte
laten voor de vereiste creatieve vrijheid om van een intellectuele schepping te
kunnen spreken. Sportwedstrijden zelf worden dan ook op grond van het
auteursrecht niet beschermd. Ook al zijn sportwedstrijden zelf geen
auteursrechtelijk beschermde werken, de beelden van die wedstrijden kunnen dat
wel zijn. De wedstrijdbeelden zijn dat als deze een eigen intellectuele
schepping van de auteur daarvan zijn, waarbij de auteur via keuze, schikking en
combinatie van de wedstrijdbeelden uitdrukking heeft gegeven aan zijn creatieve
geest.
Zijn
de sportbonden rechthebbenden van het auteursrecht op de beelden van de
onderhavige sportwedstrijden? JA!
De sportbonden hebben specifiek gesteld
dat zij de auteursrechten op het beeldmateriaal van de door elk van hen
georganiseerde sportwedstrijden van de producent van dat materiaal overgedragen
hebben gekregen. Naar het oordeel van de rechtbank hebben genoemde de
sportbonden met de door hen overgelegde bescheiden in voldoende mate aangetoond
dat zij op grond van een algemene overdracht door de producenten van de
wedstrijdbeelden rechthebbende van het auteursrecht op de beeldverslagen zijn
van de in deze procedure bedoelde sportwedstrijden.
Is
er sprake van openbaarmaking? JA!
De Auteurswet kent aan de
auteursrechthebbende van een auteursrechtelijk relevant werk, waarvan in deze
zaak sprake is, het exclusieve recht toe om dat werk openbaar te maken.
De begrippen “openbaar maken” en
“openbaarmaking”, zoals die in de Auteurswet voorkomen, moeten worden uitgelegd
in overeenstemming met het begrip “mededeling aan het publiek”, zoals
neergelegd in artikel 3 lid 1 van de Richtlijn 2001/29/EG van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de
harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten
in de informatiemaatschappij (hierna: de richtlijn). Het gaat daarbij om de
mededeling van auteursrechtelijk beschermde werken aan het publiek, per draad
of draadloos, met inbegrip van de beschikbaarstelling van die werken voor het
publiek op zodanige wijze dat deze voor leden van het publiek op een door hen
individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn.
Naar het oordeel van de rechtbank
omvatten de genoemde begrippen in de Auteurswet het begrip “mededeling aan het
publiek”, waarvan artikel 3 van de richtlijn melding maakt. Steun hiervoor is
te vinden in de wetsgeschiedenis van de Auteurswet, waaruit blijkt dat aan die
begrippen weliswaar een ruime betekenis moet worden toegekend, maar dat in elk
geval vereist is dat het werk op een of andere manier aan het publiek ter
beschikking komt. De wetsgeschiedenis vermeldt ook dat die begrippen ruim en
flexibel genoeg zijn om te kunnen worden toegepast in de digitale omgeving van
het internet.
Ten aanzien van publiek. In artikel 3
van de richtlijn is sprake van “mededeling aan het publiek”. Hierbij gaat het
om het bereiken van een ander - in feite nieuw - publiek, waarmee de
auteursrechthebbenden geen rekening hebben gehouden toen zij toestemming gaven
voor het gebruik van het werk ten behoeve van de mededeling aan het
oorspronkelijke publiek. Het oorspronkelijke publiek in deze was het publiek
dat van de beeldverslagen kon kennis nemen via televisie-uitzendingen door
omroeporganisaties aan wie de sportbonden toestemming hadden verleend om de
beeldverslagen uit te zenden. Het andere publiek bestond uit de bezoekers van
de website van myp2p, die - in tegenstelling tot het oorspronkelijke publiek -
geen vergoeding betaalden voor het kijken naar de beeldverslagen via internet.
Het begrip publiek houdt verder een onbepaald aantal potentiële kijkers in en
dat impliceert een vrij groot aantal personen. In dit geval kon wereldwijd elke
bezoeker van de website van myp2p bij live-streams van de betrokken
televisie-uitzending op internet tegelijk toegang hebben tot de beeldverslagen
van de sportwedstrijden. Daarom ziet deze (weder-)doorgifte door myp2p op een
onbepaald aantal potentiële kijkers en impliceert deze een groot aantal
personen. Naar het oordeel van de rechtbank is aan de publiekseis voldaan.
Conclusie
Op grond van alle voorgaande
overwegingen komt de rechtbank tot het oordeel dat in het onderhavige geval
sprake is van een openbaarmaking (een mededeling aan het publiek) van
beschermde werken doordat myp2p deze op haar website aan het publiek vanaf een
door de leden van het publiek gekozen plaats en op een door hen gekozen
tijdstip beschikbaar heeft gesteld. Nu de sportbonden myp2p daartoe geen
toestemming hebben verleend, maakt myp2p inbreuk op de auteursrechten van de
sportbonden. In haar oordeelsvorming
heeft de rechtbank ook betrokken het arrest van het Hof van Justitie van deEuropese Unie (HvJEU) van 13 februari 2014, nummer C-466/12, in de zaak Svensson c.s.tegen Retriever Sverige AB (hierna: de zaak Svensson). Naar het oordeel van de
rechtbank is dit arrest in de onderhavige zaak niet van toepassing. De feiten
in de zaak Svensson en die in de onderhavige zaak liggen anders. De rechtbank
overweegt als volgt.
In de zaak Svensson kon de
internetgebruiker op de website van
Retriever Sverige AB linken naar auteursrechtelijk beschermde werken, die al op
de website van de krant Götenborgs-Posten voor iedereen vrij toegankelijk te
raadplegen waren. Zowel de oorspronkelijke mededeling (van
Götenborgs-Posten) als de mededeling van Retriever Sverige AB werden via
internet en dus op dezelfde technische wijze verricht. In de onderhavige zaak
werden de beeldverslagen van sportwedstrijden met toestemming van c.q. door de
sportbonden meegedeeld / beschikbaar gesteld aan het publiek via tv-kanalen die
daartoe door de sportbonden waren gekozen. Die beeldverslagen werden door daartoe
niet geautoriseerde derden aan myp2p beschikbaar gesteld en myp2p stelde (de
livestream van) deze beeldverslagen vervolgens beschikbaar aan de bezoekers van
haar website. De mededeling van myp2p en
de oorspronkelijke mededeling (van de sportbonden) werden niet op dezelfde
technische wijze verricht. Maar voor het geval de ongeautoriseerde derden
de beeldverslagen vanaf de tv-kanalen op hun website plaatsten en de
beeldverslagen door een link op de website van myp2p beschikbaar waren, dan
geldt dat er aldus kon worden gelinkt naar onrechtmatig gepubliceerd materiaal,
waarvoor geen toestemming was verleend door de sportbonden. De oorspronkelijke mededeling via
tv-kanalen was niet toegankelijk voor publiek, dat niet beschikte over de door de
sportbonden gekozen tv-kanalen of dat voor de oorspronkelijke mededeling niet
kon of wilde betalen. Met het aanklikken van de betreffende playknop op de
website van myp2p, werden de beeldverslagen direct en gratis toegankelijk voor
iedere internetgebruiker, waarmee beperkende toegangsmaatregelen, zoals
registratie, abonnee worden of betalen, werden omzeild.