In dit nummer van het Tijdschrift voor
Sport & Recht de volgende onderwerpen:
De
Wet werk en zekerheid: grote gevolgen voor de sport!
Dr.
mr. S.F.H. Jellinghaus, mr. dr. J. van Drongelen
Het is zover, het wetsvoorstel Wet werk
en zekerheid is als een intercity direct door de beide Kamers gegaan en is als
wet in het Staatsblad geplaatst.Zie wet van 14 juni 2014 tot wijziging
van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht,
wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en wijziging van verschillende
wetten in verband met het aanpassen van de Werkloosheidswet, het verruimen van
de openstelling van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen en de beperking
van de toegang tot de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Wet werk en zekerheid), Stb.
2014, 216. Daarnaast is het inwerkingtredingsbesluit gepubliceerd. Besluit van
20 juli 2014 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet
werk en zekerheid, Stb. 2014, 274. De eerste tranche van deze nieuwe wet
zal al op 1 januari 2015 in werking treden. Vervolgens is er een tranche die op
1 juli 2015 en een die op 1 januari 2016 in werking zal treden. Tijdens de
parlementaire behandeling van het wetsvoorstel is het vanuit de sportwereld
opvallend stil geweest. Alleen de voetbalsector heeft zich actief bemoeid met
de inhoud van het wetsvoorstel. Een gemiste kans? In deze bijdrage wordt
gekeken naar de gevolgen die deze wet zal hebben voor de sportsector. Voor een
algemene beschrijving van hetgeen het wetsvoorstel inhoudt, wordt verwezen naar
de literatuur die hierover reeds is verschenen. Zie in dit kader ook: C.P. van
den Eijnden, S.F.H. Jellinghaus & P. Maarsen, Wet werk en zekerheid,
Alphen aan den Rijn 2014; de speciale editie van TAP 2014, afl. 1; de
speciale editie van TRA 2014, afl. 3; L.G. Verburg e.a. (red.), Wetsvoorstel
Wet werk en zekerheid (33818) Commentaar en aanbevelingen werkgroep
ontslagrecht VvA, Deventer: Kluwer 2014.
De
jeugd heeft de toekomst? Over de houdbaarheid van UEFA’s home grown player rule
naar Europees recht
P.
Disseldorp
Steeds meer (top)ploegen doen een beroep
op een groot aantal buitenlandse spelers, waardoor er minder speelminuten
overblijven voor de spelers ‘van eigen bodem’. Dit kan tot gevolg hebben dat de
traditionele band tussen een club en haar land verloren gaat, waardoor de
lokale supporters zich wellicht moeilijker met hun favoriete club kunnen
identificeren.
Voor de nationale en internationale
voetbalbonden is dit een reden om op zoek te gaan naar een oplossing. Zowel de
FIFA als de UEFA heeft een mogelijke oplossing aangedragen. In dit artikel
wordt, aan de hand van een aantal recente ontwikkelingen, ingegaan op de
verhouding tussen het Europees recht en het initiatief van de UEFA, de home
grown player rule.
Column:
Over besturen en integriteit
Mr.
dr. M. Olfers
Jurisprudentie
Mr.
M.I. van Dijk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten