De
feiten
Op 20 september 2014 hebben SV Huizen 1
en VV Bennekom 1 een voetbalwedstrijd gespeeld. Na afloop van die wedstrijd
zijn er schermutselingen geweest tussen spelers van beide voetbalverenigingen.
De bij de wedstrijd betrokken
scheidsrechter heeft een wedstrijdformulier ingevuld. Naar aanleiding van het
in het formulier vermelde is een tuchtzaak aanhangig gemaakt bij de Landelijke
Tuchtcommissie Amateurvoetbal van de KNVB (hierna: de Tuchtcommissie).
Bij uitspraak van de Tuchtcommissie van
30 september 2014 is aan SV Huizen de volgende straf opgelegd:
“Huizen
(zaterdag 1) wordt voorwaardelijk uit de competitie genomen met een proeftijd
van één jaar, ingaande 1 oktober 2014”.
In de daartoe opgestelde strafmotivering
is onder meer vermeld dat de Tuchtcommissie heeft vastgesteld dat vijf spelers
doch in ieder geval twee of meer spelers van SV Huizen zich schuldig hebben
gemaakt aan een individuele excessieve overtreding, waarmee naar het oordeel
van de Tuchtcommissie onomstotelijk vast staat dat er sprake is van een
collectieve excessieve overtreding.
Tegen voormelde uitspraak van de
Tuchtcommissie heeft het Bestuur Amateurvoetbal van de KNVB beroep aangetekend.
Bij uitspraak van 16 december 2014 heeft de Landelijke Commissie van Beroep van
de KNVB (hierna: de Landelijke Commissie van Beroep) de uitspraak van de
Tuchtcommissie uitsluitend en alleen ten aanzien van de strafmaat vernietigd en
daarbij de volgende straf aan SV Huizen opgelegd:
“-
5 winstpunten in mindering op de ranglijst van de competitie van mannen
zaterdag 1 van S.V. Huizen; en
-
het voorwaardelijk uit de competitie nemen van mannen zaterdag 1 van S.V.
Huizen met een proeftijd van twee jaar ingaande op 1 oktober 2014; en
-
€ 200,00 boete.”
De Tuchtcommissie heeft bij uitspraken
van 30 september 2014 [A],
[B], [C], [D], allen spelers van SV
Huizen 1, en [E], toeschouwer en reservekeeper van SV Huizen 1, met ingang van
1 oktober 2014 voor de duur van 18 maanden geschorst. Volgens de Tuchtcommissie
is er in alle voornoemde zaken sprake van buitensporig fysiek geweld buiten een
spelsituatie waarbij geen sprake is van strijd om de bal, waardoor deze
overtreding wordt aangemerkt als een individuele excessieve overtreding. [B],
[C] en [E] hebben tegen hun uitspraak beroep aangetekend. De Landelijke
Commissie van Beroep heeft op 21 november 2014 de betreffende uitspraken van de
Tuchtcommissie bekrachtigd.
Het Reglement Tuchtrechtspraak
Amateurvoetbal 2014/’15 (hierna: het reglement) bepaalt, voor zover relevant,
het volgende:
“(…)
Artikel 25 – Indeling tuchtzaken
1. Tuchtzaken worden verdeeld in
overtredingen, excessieve overtredingen en administratieve verzuimen.
(…)
3. a. Als excessieve overtredingen
worden beschouwd individuele en collectieve overtredingen, nader gespecificeerd
in het overzicht excessen, bestaande uit:
- buitensporig fysiek geweld jegens
een individu of meerdere individuen;
- ernstige bedreiging van een individu
of meerdere individuen;
- raak spuwen van een individu of
meerdere individuen;
voor, gedurende, dan wel na de
wedstrijd.
b. Voor de bestraffing van excessieve
overtredingen gelden minimum- en maximumstraffen.
Straffen hoger dan de
(onvoorwaardelijk op te leggen) minimumstraf, maar lager dan de
(onvoorwaardelijk op te leggen) maximumstraf, kunnen gedeeltelijk
voorwaardelijk worden opgelegd. Het onvoorwaardelijke deel van de gedeeltelijk
voorwaardelijke op te leggen straf mag niet lager zijn dan de minimumstraf.
(…)
d. Het overzicht excessen en de
minimum- en maximumstraffen wordt door de algemene vergadering amateurvoetbal
vastgesteld en maakt onverbrekelijk deel uit van dit reglement.
(…)
Bijlage: Overzicht excessen en
onvoorwaardelijke minimum- en maximumstraffen excessen
Bedoeld in artikel 25 lid 3 onder a
Reglement Tuchtrechtspraak Amateurvoetbal
Individuele excessieve
overtredingen door spelers, functionarissen en/of toeschouwers
|
Minimumstraf (onvoorwaardelijk op
te leggen)
|
Maximumstraf (onvoorwaardelijk op
te leggen)
|
(…)
|
(…)
|
(…)
|
Gericht tegen spelers,
functionarissen en/of toeschouwers
|
||
- Buitensporig fysiek geweld buiten
de spelsituatie en waarbij geen sprake is van strijd om de bal
|
schorsing van 18 maanden
|
ontzetting uit het lidmaatschap van
de KNVB
|
Collectieve excessieve
overtredingen door (twee of meer) spelers, functionarissen en/of toeschouwers
van één vereniging
|
Minimumstraf (onvoorwaardelijk op
te leggen)
|
Maximumstraf (onvoorwaardelijk op
te leggen)
|
(…)
|
(…)
|
(…)
|
Gericht tegen spelers,
functionarissen en/of toeschouwers
|
||
- Buitensporig fysiek geweld buiten
de spelsituatie en waarbij geen sprake is van strijd om de bal
|
5 winstpunten in mindering + €
300,- boete
|
Het uit de (na)competitie of uit
een toernooi nemen van een elftal of team +
€ 300,-
|
(…)”
De Handleiding Tuchtzaken Amateurvoetbal
seizoen 2014/’15 (hierna: de handleiding) bepaalt, voor zover relevant, het
volgende:
“(…)
BIJLAGE 1: VOORBEELDEN VAN
OVERTREDINGEN DIE ALS EXCES KUNNEN WORDEN AANGEMERKT
(…)
Individuele overtredingen gericht
tegen spelers, functionarissen en/of toeschouwers
- Het gebruiken van buitensporig
fysiek geweld buiten een spelsituatie
o Het buitensporig gewelddadig
handelen al dan niet met ernstig letsel tot gevolg
o Het bij herhaling gewelddadig
handelen, bijvoorbeeld:
§ Het geven van een vuistslag en
trap
§ Het geven van een trap en
kopstoot
§ Het geven van twee vuistslagen
o Het van een grote afstand
rennen naar en gewelddadig handelen
o Het deelnemen aan een
collectieve vechtpartij door gewelddadig te handelen
Onder gewelddadig handelen wordt
onder andere verstaan: het geven van een
vuistslag/stomp/trap/kopstoot/elleboogstoot/kniestoot
(…)
DEZE BIJLAGE IS GEEN LIMITATIEVE
OPSOMMING!
(…)
Uitgangspunten voor de toepassing van
deze richtlijnen:
- Onder ‘collectief exces’ wordt
verstaan: twee of meer spelers, functionarissen en/of toeschouwers
van één vereniging die zich individueel
schuldig maken aan een excessieve overtreding.”
De stand van de competitie in de
zaterdag hoofdklasse A ten tijde van de zitting op 11 mei 2015 - en met nog één
speelronde te gaan - is als volgt:
Plaats
|
Vereniging
|
Gespeelde wedstrijden
|
Punten
|
1
|
SteDoCo
|
25
|
51
|
2
|
ODIN ‘95
|
25
|
46
|
3
|
Achilles Veen
|
25
|
40
|
4
|
VVA ‘71
|
25
|
39
|
5
|
DOVO
|
25
|
37
|
6
|
Bennekom
|
25
|
33
|
7
|
Jodan Boys
|
25
|
32
|
8
|
SDC Putten
|
25
|
31
|
9
|
NSC Nijkerk
|
25
|
31
|
10
|
FC Breukelen
|
25
|
31
|
11
|
Huizen
|
25
|
29
|
12
|
DFS Opheusden
|
25
|
29
|
13
|
Montfoort
|
25
|
24
|
14
|
Volendam
|
25
|
21
|
Ingevolge paragraaf 2.3.3 van de
promotie-/degradatieregeling 2014-2015 moeten de nummers 11 en 12 nacompetitie
spelen om degradatie naar de eerste klasse te voorkomen en degraderen de
nummers 13 en 14 rechtstreeks naar de eerste klasse.
Het
geschil
SV Huizen vordert bij vonnis,
uitvoerbaar bij voorraad de uitspraak van de Tuchtcommissie van 30 september
2014 en de uitspraak van de Landelijke Commissie van Beroep van 16 december
2014 binnen 24 uur na het te wijzen vonnis te schorsen en subsidiair SV Huizen
voorlopig gedeeltelijk te ontheffen uit de aan SV Huizen opgelegde straf van
vijf punten in mindering, zolang in een bodemprocedure niet anders is beslist.
De
beoordeling
De spoedeisendheid van de zaak is
gegeven met de aard van de vordering.
De voorzieningenrechter stelt het
volgende voorop. Op grond van de wet is
een beslissing, in dit geval een tuchtrechtelijke uitspraak, die de
rechtsverhouding tussen partijen bepaalt, vernietigbaar indien gebondenheid aan
die beslissing in verband met de inhoud of wijze van totstandkoming daarvan
naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Een
dergelijke toets is, gelet op het declaratoire karakter van vernietiging,
voorbehouden aan de bodemrechter en kan niet geschieden in kort geding. Wel kan de voorzieningenrechter de (werking
van de) beslissing schorsen indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter
de besluiten van de Tuchtcommissie en de Landelijke Commissie van Beroep zal
vernietigen.
Vast staat dat de Landelijke Commissie
van Beroep op 16 december 2014 uitspraak heeft gedaan naar aanleiding van het
door het Bestuur Amateurvoetbal aangetekende beroep tegen de uitspraak van de
Tuchtcommissie van 30 september 2014. Voormelde uitspraak van de Landelijke
Commissie van Beroep is derhalve in de plaats getreden van die van de
Tuchtcommissie. Gelet hierop valt niet in te zien welk belang SV Huizen heeft
bij schorsing van genoemde uitspraak van de Tuchtcommissie zodat dit onderdeel
van de vordering zal worden afgewezen.
Kern
van het geschil in de onderhavige procedure betreft het antwoord op de vraag of
de Landelijke Commissie van Beroep aan SV Huizen terecht hiervoor genoemde
sancties, waaronder het in mindering brengen van vijf winstpunten, heeft
opgelegd. Om een dergelijke sanctie te kunnen
opleggen, is volgens de interne regelgeving van de KNVB vereist dat twee of
meer spelers, functionarissen en/of toeschouwers van één vereniging
buitensporig fysiek geweld hebben toegepast buiten de spelsituatie en waarbij
geen sprake was van strijd om de bal, en dus dat zij zich individueel schuldig
hebben gemaakt aan een excessieve overtreding. Derhalve dient beoordeeld te
worden of de individuele spelers van SV Huizen, te weten [A], [B], [C] en [D],
alsmede toeschouwer/reservespeler [E] zich schuldig hebben gemaakt aan een
excessieve overtreding. In dat kader overweegt de voorzieningenrechter het
volgende.
Vast staat dat aan [A], [B], [C], [D] en
[E] bij uitspraken van 30 september 2014 door de Tuchtcommissie een schorsing
van 18 maanden is opgelegd, ingaande op 1 oktober 2014. Vast staat eveneens dat
[B], [C] en [E] tegen hun uitspraak beroep hebben aangetekend en dat de
Landelijke Commissie van Beroep op 21 november 2014 de betreffende uitspraken
van de Tuchtcommissie heeft bekrachtigd. Zowel de Tuchtcommissie als de
Landelijke Commissie van Beroep (indien beroep is ingesteld) hebben in iedere
zaak geoordeeld dat sprake is van buitensporig fysiek geweld buiten een
spelsituatie waarbij geen sprake is van strijd om de bal, waardoor de
overtreding wordt aangemerkt als een individuele excessieve overtreding.
Weliswaar hebben voornoemde personen (nog) geen civiele zaak aanhangig gemaakt,
maar daaruit kan, anders dan de KNVB stelt, niet zonder meer worden afgeleid
dat zij het eens zijn met de opgelegde schorsing. In de onderhavige kort geding
procedure gaat het bovendien om de belangen van SV Huizen en niet om die van
individuele spelers. De spelers kunnen gegronde redenen hebben om hun schorsing
(vooralsnog) niet aan te vechten. Zo heeft SV Huizen gesteld dat de spelers
wegens financiële redenen geen civiele procedure zijn gestart. Dit is door de
KNVB niet betwist.
In de hiervoor genoemde bijlage 1 bij de
handleiding staat een aantal voorbeelden van overtredingen vermeld dat als
exces kan worden aangemerkt. In deze bijlage is – voor zover hier relevant
– bepaald dat sprake is van buitensporig fysiek geweld indien sprake is van
buitensporig gewelddadig handelen, al dan niet met ernstig letsel tot gevolg,
het bij herhaling gewelddadig handelen, het deelnemen aan een collectieve
vechtpartij door gewelddadig handelen. Onder gewelddadig handelen wordt volgens
de bijlage onder andere verstaan het geven van een vuistslag, stomp, kopstoot,
elleboogstoot of kniestoot.
In hun uitspraken hebben de
Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep beide bewezen verklaard dat [E] zich
bij gelegenheid van de wedstrijd Huizen-Bennekom, gespeeld op 20 september
2014, te Huizen na afloop van de wedstrijd onbehoorlijk heeft gedragen door
meerdere spelers, althans ten minste één speler van Bennekom meerdere keren te
hebben geschopt, althans tenminste één keer te hebben geschopt. De
bewezenverklaring is gegrond op diverse verklaringen. Door meerdere personen is
verklaard dat [E] VV Bennekom speler [F] met een flying kick naar de grond
werkte. [E] zelf heeft bij gelegenheid van de mondelinge behandeling erkend [F]
van achter onderuit te hebben gehaald door de voet van [F] onder zijn lichaam
vandaan te vegen. Een dergelijke
overtreding valt naar het oordeel van de voorzieningenrechter zonder meer als
een individuele excessieve overtreding als bedoeld in de interne regelgeving
van de KNVB aan te merken.
Dit
is anders met betrekking tot SV Huizen 1 spelers [A], [B], [C] en [D]. Ten aanzien van ieder van hen is bewezenverklaard dat zij zich bij
gelegenheid van de wedstrijd Huizen-Bennekom, gespeeld op 20 september 2014, te
Huizen na afloop van de wedstrijd onbehoorlijk hebben gedragen door meerdere
spelers, althans ten minste één speler van Huizen meerdere keren te hebben
geslagen, althans ten minste één keer te hebben geslagen. Uit de jegens hen
gebezigde bewijsmiddelen leidt de voorzieningenrechter af dat ieder van hen
heeft geslagen. Hieruit blijkt echter niet, althans onvoldoende, dat door één
of meerdere van hen herhaaldelijk is geslagen.
De
Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep hebben in hun uitspraken niet
gemotiveerd waarom de door [A], [B], [C] en [D] gegeven klappen in dit geval
kwalificeren als excessief. De commissies volstaan
met het oordeel dat met het geven van een klap sprake is van buitensporig
fysiek geweld buiten een spelsituatie, waarbij geen sprake is van strijd om de
bal. Dit gebrek aan motivering klemt temeer omdat in artikel 25 van het
reglement een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen overtredingen en
excessieve overtredingen en voor beide categorieën een verschillende strafmaat
wordt gehanteerd. Daar komt nog bij dat in de handleiding duidelijke
voorbeelden worden gegeven van excessief geweld.
Uit
de uitspraken van de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep, valt, door
voormeld gebrek aan motivering, niet op te maken waarom de door [A], [B], [C]
en [D] gegeven klappen als buitensporig gewelddadig handelen – en daarmee als
excessief – vallen aan te merken. Er is immers in
dit geval geen sprake van één van de in bijlage 1 bij de handleiding genoemde
voorbeelden van gewelddadig handelen (vuistslag, stomp, kopstoot, elleboogstoot
of een kniestoot). Weliswaar is deze opsomming niet limitatief, maar niet
aannemelijk is dat een lichter vergrijp dient te leiden tot het oordeel dat
sprake is van buitensporig geweld. Evenmin is komen vast te staan dat door één
of meerdere van voornoemde personen bij herhaling gewelddadig is gehandeld.
Derhalve en omdat de strafmaat in grote mate verschilt bij de verschillende
kwalificaties van het verweten handelen, lag het op de weg van de commissies om
te motiveren dat en waarom de door [A], [B], [C] en [D] gegeven klappen
(desondanks) als gewelddadig handelen in de zin van artikel 25 lid 3 van het
reglement vallen aan te merken. Dit hebben zij niet gedaan. Ook de KNVB laat
na, in aanvulling op de uitspraken van de commissies, in dit kort geding een
concrete toelichting te geven waarom de handelingen volgens haar voldoen aan
artikel 25 lid 3 van het reglement en daarom als excessief kwalificeren.
Weliswaar stelt zij dat een enkele klap al als buitensporig fysiek geweld kan
kwalificeren als die handeling plaatsvindt buiten een spelsituatie, maar zij
laat na deze stelling nader te onderbouwen, nog daargelaten dat deze geen steun
vindt in de handleiding. Het ontbreken
van een (deugdelijke) motivering op het punt van de kwalificatie van de
verweten gedragingen brengt mee dat de Tuchtcommissie en de Landelijke
Commissie van Beroep naar het oordeel van de voorzieningenrechter in
redelijkheid niet tot de gegeven uitspraken hebben kunnen komen.
Hoe afkeurenswaardig het geven van een
klap ook is, dient het voorgaande te leiden tot de conclusie dat er voorshands
van moet worden uitgegaan dat SV Huizen spelers [A], [B], [C] en [D] zich niet
schuldig hebben gemaakt aan een excessieve overtreding. Dit betekent dat er
geen sprake kan zijn van een collectieve excessieve overtreding. Immers, naar
het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft alleen [E] zich –
individueel – schuldig gemaakt aan een excessieve overtreding, terwijl voor een
collectief exces is vereist dat naast de excessieve overtreding van [E] nog een
excessieve overtreding is begaan door een speler, functionaris of toeschouwer
van SV Huizen. Dit betekent evenzeer dat de door de Landelijke Commissie van
Beroep aan SV Huizen opgelegde sanctie ongegrond is en derhalve naar maatstaven
van redelijkheid en billijkheid geen stand kan houden.
De stelling van de KNVB dat toewijzing
van de vordering grote en onomkeerbare gevolgen heeft voor de competitie en
voor een aantal andere voetbalverenigingen maakt dit niet anders, nu deze
winstpunten eerder door de KNVB in mindering zijn gebracht en SV Huizen deze
winstpunten wel heeft behaald.
Gelet
op het vorenstaande zal de voorzieningenrechter de beslissing van de Landelijke
Commissie van Beroep van 16 december 2014 schorsen, totdat de rechter in een
bodemprocedure uitspraak heeft gedaan. De voorzieningenrechter ziet hierbij
aanleiding om SV Huizen te gelasten om binnen 14 dagen na betekening van dit
vonnis een bodemprocedure aanhangig te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten