De
feiten
Pro Skating exploiteert een
professionele schaatsploeg, onder de naam Team Corendon. Team Corendon bestaat
uit een aantal (schaats)trainers en schaatsers (mannen en vrouwen). De schaatsers
nemen, indien daarvoor gekwalificeerd, deel aan nationale schaatswedstrijden,
zoals Nederlandse kampioenschappen (NK), en aan internationale
schaatswedstrijden, zoals Wereldkampioenschappen (WK), wedstrijden in het kader
van de World Cup (WC) en, in een Olympisch jaar, de Olympische Spelen (OS). Hoofdsponsor
van Team Corendon is luchtvaartmaatschappij Corendon (hierna verder te noemen:
Corendon).
Enie.nl is een onderneming die zich
toelegt op de verkoop en installatie van zonnepanelen.
Op 28 oktober 2014 hebben Pro Skating en
Enie.nl voor het schaatsseizoen 2014/2015 (1 oktober 2014 tot en met 30 april
2015) een co-sponsorovereenkomst gesloten.
Enie.nl tracht door middel van deze
sponsorovereenkomst een orderportefeuille van ongeveer € 250.000,00 binnen te
halen. Voor partijen is het duidelijk dat Team Corendon nimmer zonnepanelen
(voor/namens) enie.nl zal verkopen. Team Corendon levert enkel leads aan en
enie.nl dient vervolgens zelf te trachten hun zonnepanelen te verkopen.
Op 2 februari 2015 heeft Team Corendon
de overeengekomen sponsorbijdrage van € 220.000,00 en de hierover verschuldigde
omzetbelasting van € 46.200,00, in totaal dus een bedrag van € 266.200,00,
gefactureerd aan Enie.nl. Team Corendon heeft Enie.nl verzocht de factuur
uiterlijk 24 februari 2015 te voldoen, door overmaking van het factuurbedrag op
het rekeningnummer van Pro Skating.
Op 21 april 2015 heeft Enie.nl een
bedrag van € 75.000,00 voldaan aan Pro Skating. Op 23 april 2015 heeft Enie.nl
de over dit bedrag verschuldigde omzetbelasting, een bedrag van € 15.750,00,
voldaan aan Pro Skating. Het restant van de factuur, een bedrag van € 175.450
(inclusief omzetbelasting), heeft Enie.nl onbetaald gelaten.
De
vordering
Pro Skating vordert dat Enie.nl wordt
veroordeeld tot betaling van € 175.450,00.
Oordeel
voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter stelt bij de
beoordeling voorop dat met betrekking tot een voorziening in kort geding,
bestaande in een veroordeling tot betaling van een geldsom, terughoudendheid op
zijn plaats is en dienaangaande naar behoren feiten en omstandigheden moeten
worden aangewezen die meebrengen dat een zodanige voorziening uit hoofde van
onverwijlde spoed is geboden. Daarbij
zal de rechter niet alleen moeten onderzoeken of de vordering van de eisende
partij voldoende aannemelijk is, maar ook - kort gezegd - of een spoedeisend
belang bestaat, terwijl hij bij de afweging van de belangen van de partijen
mede (als één van de voor toewijsbaarheid in aanmerking te nemen factoren) het
restitutierisico zal hebben te betrekken. Indien de gedaagde partij zich
ter afwering van de vordering op een tegenvordering beroept, dient bij het
onderzoek naar de aannemelijkheid van de vordering van de eisende partij ook de
aannemelijkheid van de tegenvordering in aanmerking te worden genomen (zie
onder andere Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 13 augustus 2013,
ECLI:NL:GHARL:2013:5968).
De voorzieningenrechter voegt hier aan
toe dat de aard van de procedure in kort geding geen ruimte biedt voor
bewijsvoering door middel van het horen van getuigen.
Pro Skating heeft gesteld dat zij
vanwege het niet voldoen van het (restant van het) verschuldigde sponsorbedrag
in de financiële problemen is geraakt. Pro Skating genereert geen omzet en
maakt geen winst. Pro Skating werkt met een exact sluitende begroting, waarbij
de inkomsten volledig bestaan uit subsidies en sponsorgelden. Door het niet
(volledig) hebben voldaan van de overeengekomen sponsorbijdrage is een gat in
de begroting ontstaan, die er onder meer toe heeft geleid dat Pro Skating de
door haar verschuldigde belasting niet tijdig heeft kunnen betalen, met als
gevolg dat de Belastingdienst tweemaal aan boete heeft opgelegd, aldus Pro
Skating. Met deze uiteenzetting heeft Pro Skating naar het oordeel van de
voorzieningenrechter voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een spoedeisend
belang heeft bij de door haar verzochte voorziening.
Enie.nl voert tot haar verweer aan dat
Pro Skating haar contractuele verplichtingen jegens Enie.nl niet is nagekomen. Daartoe stelt Enie.nl dat Pro Skating in de
sponsorovereenkomst aan Enie.nl een omzet van € 250.000,00 heeft gegarandeerd,
maar dat Pro Skating deze garantie geen gestand heeft gedaan. Ook op andere
punten is Pro Skating tekortgeschoten in de nakoming van contractuele verplichtingen
jegens Enie.nl. Als gevolg van al deze tekortkomingen heeft Enie.nl schade
geleden, die Enie.nl wenst te verrekenen met de vordering van Pro Skating,
aldus Enie.nl. De voorzieningenrechter begrijpt dit verweer aldus dat Enie.nl
van mening is dat zij na verrekening niets meer verschuldigd is aan Pro
Skating.
Pro Skating bestrijdt dat zij aan
Enie.nl een bepaalde omzet heeft gegarandeerd. Uiteraard is het de bedoeling
van een sponsorovereenkomst dat de sponsornemer, in dit geval Enie.nl, haar
naamsbekendheid en goodwill vergroot en daardoor indirect een hogere omzet
hoopt te behalen. De sponsorgever, in dit geval Pro Skating, kan echter niet
verantwoordelijk worden gehouden als de werkelijke omzet achterblijft bij de
verwachtingen van de sponsornemer. Pro Skating heeft zich slechts verplicht tot
het aandragen van zogenoemde "business-to-business leads", waarmee
Enie.nl vervolgens aan de slag moest gaan. In zoverre heeft Pro Skating een
inspanningsverplichting op zich genomen, waarvan zij zich voldoende heeft
gekweten. Ook anderszins is van tekortkomingen in de nakoming van contractuele
verplichtingen door Pro Skating jegens Enie.nl geen sprake, aldus Pro Skating.
De
voorzieningenrechter overweegt dat voor de beantwoording van de vraag of
partijen in de sponsorovereenkomst een omzetgarantie zijn overeengekomen, zoals
Enie.nl stelt, het aankomt op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden
over en weer redelijkerwijs uit hun verklaringen en gedragingen hebben mogen
begrijpen en afleiden (HR 13 maart 1981, Haviltex, ECLI:NL:HR:1981:AG4158). In
het licht van deze beoordelingsmaatstaf acht de voorzieningenrechter door
Enie.nl niet aannemelijk gemaakt dat aan haar door Pro Skating een
omzetgarantie is verleend. Daartoe overweegt de
voorzieningenrechter dat de tekst van de sponsorovereenkomst daar niet op
wijst. Er is door Enie.nl geen bepaling aangewezen, noch in de
sponsorovereenkomst noch in de bijlagen, in het bijzonder bijlage V, waaruit
zonder meer kan worden afgeleid dat Pro Skating een omzetgarantie heeft
verstrekt. Integendeel, de formulering van bijlage V wijst er veeleer op dat,
zoals Pro Skating heeft gesteld, er niet meer is overeengekomen dan een inspanningsverplichting
om Enie.nl in contact te brengen met "leads", dat wil zeggen toegang
te geven tot het zakelijk netwerk van Pro Skating. Bovendien heeft Enie.nl zelf
gesteld dat "de tekst van de overeenkomst een vlag is die de lading niet dekt",
waarmee zij uitdrukking geeft aan ook haar opvatting dat de bedoelde garantie
in de tekst niet is te vinden. Hierbij heeft te gelden dat partijen
professionele partijen zijn en dat zij over de tekst van de sponsorovereenkomst
hebben onderhandeld. Voorshands moet derhalve worden aangenomen dat de tekst
van de sponsorovereenkomst de bedoeling van partijen weergeeft. Hierbij neemt
de voorzieningenrechter in aanmerking dat de directeur van Enie.nl ter zitting
een uitleg heeft gegeven van bijlage V van de sponsorovereenkomst, die aansluit
bij de tekst van bijlage V. Bovendien is daarnaast geen andere toelichting
gegeven over de inhoud van en de wijze waarop de omzetgarantie vorm zou moeten
krijgen, tegen de achtergrond dat Enie.nl van Pro Skating niet verwachtte dat
zij zelf zonnepanelen aan de man zou brengen, zoals zijdens Enie.nl ter zitting
is betoogd. Bij zijn oordeel dat van een omzetgarantie geen sprake is, betrekt
de voorzieningenrechter voorts dat de sponsorovereenkomst is overeengekomen
voor een betrekkelijke korte periode, namelijk zeven maanden. De duur alsmede
de aard van de sponsorovereenkomst verdragen zich niet met een, kennelijk in de
visie van Enie.nl, in tijd ongeclausuleerde omzetgarantie.
Aan de door Enie.nl in het geding
gebracht verklaring van [E] (blijkbaar
een medewerker van Team Coredon red.) kent de voorzieningenrechter in het
licht van de voorgaande overwegingen minder gewicht toe. Diens verklaring dat
hij een omzetgarantie zou hebben toegezegd namens Team Corendon staat op
zichzelf tegenover de betwisting van de zijde van Pro Skating. Daarnaast
verdraagt de verklaring van [E] zich niet met de door de algemeen directeur van Enie.nl ter zitting
gegeven toelichting over de wijze waarop volgens Enie.nl invulling moest worden
gegeven aan de gestelde garantie. Tegen deze achtergrond mist de verklaring van
[E] een nadere inkleuring. Bovendien sluit de verklaring van [E] niet uit dat
de 'omzetgarantie', zoals [E] die schetst, een inspanningsverplichting betreft,
zoals Pro Skating stelt.
De overige door Enie.nl gestelde
tekortkomingen aan de zijde van Pro Skating houden onder meer verband met een
door Enie.nl gesteld 'volwaardig co-sponsorschap'. Dit co-sponsorschap hield
een vergaande exposure van Enie.nl in, waaronder het opnemen van naam en logo
op de schaatspakken bij alle belangrijke wedstrijden. Deze verplichting is Pro
Skating niet nagekomen, aldus Enie.nl. De voorzieningenrechter verwerpt deze
stelling. In bijlage II is duidelijk omschreven dat het logo van Enie.nl alleen
wordt vermeld op schaatspakken die worden gebruikt bij een NK, hetgeen door
Enie.nl niet voldoende gemotiveerd is betwist.
Een ander door Enie.nl aan het adres van
Pro Skating gemaakt verwijt betreft de samenstelling van Team Corendon. De
voorzieningenrechter wijst op randnummer 20 in de pleitnota van Enie.nl. Wat
hier ook van zij, dat de samenstelling van Team Corendon gaandeweg het
schaatsseizoen is gewijzigd en dat er daarom sprake is van een Pro Skating toe
te rekenen tekortkoming is onvoldoende met feiten gestaafd.
Een ander verwijt betreft dat Pro
Skating in strijd met artikel 5.19 met een ander, in zonne-energieproducten
handelend bedrijf een samenwerking zou zijn aangegaan.
De voorzieningenrechter gaat voorbij aan
deze stelling nu Enie.nl deze stelling niet heeft onderbouwd, zodat hij niet
kan beoordelen of dit verwijt hout snijdt en zo ja, of Pro Skating deze tekortkoming
kan worden toegerekend.
Enie.nl verwijt Pro Skating tenslotte,
samengevat weergegeven, dat de door Enie.nl gewenste samenwerking met Corendon,
de hoofdsponsor van Team Corendon, niet van de grond is gekomen. Op zich is
juist dat deze samenwerking niet tot stand is gekomen. Op dit punt kan Pro
Skating echter evenmin een toerekenbare tekortkoming worden verweten, nu niet
is gesteld dat Pro Skating een verbintenis om deze samenwerking te realiseren
op zich heeft genomen. Zoals hiervoor is overwogen, heeft Enie.nl gebruik mogen
maken van het netwerk van Pro Skating, Team Corendon, en hun sponsoren. Langs
die weg is Enie.nl ook in contact gekomen met Corendon. Er heeft begin februari
2015 een bijeenkomst plaatsgevonden tussen de algemeen directeur van Enie.nl en
(vertegenwoordigers van) Corendon. De voorzieningenrechter wijst op de memo
d.d. 12 februari 2015 (productie 5 Enie.nl, alsmede productie 6 bij de brief
van 5 juni 2015 van Pro Skating). Omdat Enie.nl haar betalingsverplichtingen
jegens Pro Skating niet is nagekomen, heeft Corendon besloten niet (verder) samen
te werken met Enie.nl. Deze keuze van Corendon kan niet aan Pro Skating worden
tegengeworpen. Weliswaar exploiteert Pro Skating een schaatsteam dat Corendon
als hoofdsponsor heeft, maar Pro Skating en Corendon zijn twee van elkaar te
onderscheiden ondernemingen.
Op
grond van voorgaande overwegingen komt de voorzieningenrechter tot het oordeel
dat de vordering van Pro Skating voldoende aannemelijk en ook in een eventuele
bodemprocedure toewijsbaar is en dat de daartegen door Enie.nl gevoerde verweren
geen stand houden. Gelet daarop komt aan de stelling van Enie.nl dat bij
toewijzing van de vordering het risico van non-restitutie bestaat, welke
stelling overigens door Enie.nl niet specifiek, aan de hand van concrete feiten
en omstandigheden, is onderbouwd, geen zodanig gewicht toe dat op grond daarvan
de gevraagde voorziening geweigerd zou moeten worden. Ook de afweging van andere belangen van partijen leidt niet tot dat
oordeel, al was het maar omdat Enie.nl, los van de ter onderbouwing van de
hiervoor reeds verworpen verweren aangevoerde feiten en omstandigheden, geen
feiten en omstandigheden heeft gesteld die tot het oordeel zouden kunnen leiden
dat de gevraagde voorziening geweigerd moet worden. De voorzieningenrechter
komt dan ook tot de slotsom dat de gevorderde veroordeling van Enie.nl tot
betaling van het restant van de factuur, ten bedrage van € 175.450,00,
toewijsbaar is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten