maandag 17 augustus 2015

Geen verwarring tussen handelsnamen PR Sport en PRSportmanagement (Peter R. de Vries)

Deze uitspraak is zo zwaar geanonimiseerd dat hij onleesbaar is. Dat uitspraken worden geanonimiseerd is wel logisch, maar als de uitspraak daardoor onbegrijpelijk gaat worden is de vraag wat de zin van publicatie nog is. Maar goed. Enig speurwerk leerde dat het gaat om de uitspraak tussen PR Sport en PRSportmanagement zie HIER. Het is al een wat oudere zaak (december 2014) maar de uitspraak is pas op 5 augustus j.l. gepubliceerd.


De feiten
PR Sport is sinds 1997 als eenmanszaak ingeschreven bij de kamer van koophandel. De activiteiten van zijn onderneming worden in het handelsregister omschreven als de organisatie van sportevenementen, import en groothandel in dameskleding en een waterskischool. Ook houdt PR Sport zich bezig met zoekopdrachten voor hoofdsponsors, partners, besparingen en events voor betaalde sportorganisaties.


PRSportmanagement is een recenter opgerichte besloten vennootschap die zich bezig houdt met belangenbehartiging voor topsporters op elk zakelijk gebied:
- afsluiten en vernieuwen van sponsor- en clubcontracten;
- realiseren van (internationale) transfers;
- adviseren in fiscaliteiten;
- begeleiding in media- en pr-kwesties;
- coaching op sportief, technisch en tactisch vlak;
- bewaking van intellectueel eigendom (portretrecht, naamgebruik);
- ontwikkeling van commerciële (neven)activiteiten;
- coaching in ‘live after sport’.

De vordering
PR Sport vordert dat de rechtbank voor recht verklaart dat PRSportmanagement door het voeren van de handelsnaam ‘PRSportmanagement’ tegenover PR Sport in strijd handelt met artikel 5 Handelsnaamwet en/of artikel 6:162 BW

De beoordeling
Artikel 5 Hw luidt:
Het is verboden een handelsnaam te voeren, die, vóórdat de onderneming onder die naam werd gedreven, reeds door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge, in verband met de aard der beide ondernemingen en de plaats, waar zij gevestigd zijn, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is.

Tussen partijen is niet in geschil dat PR Sport de handelsnaam PR Sport reeds in het handelsverkeer gebruikte, voordat PRSportmanagement de handelsnaam PRSportmanagement is gaan voeren. Dat blijkt ook reeds uit de omstandigheid dat PR Sport de handelsnaam al had ingeschreven voordat PRSportmanagement was opgericht.
De handelsnamen PR Sport en PRSportmanagement zijn niet identiek. Wel wijken zij slechts in geringe mate van elkaar af. Dat wil zeggen de volledige handelsnaam van PR Sport maakt deel uit van de handelsnaam PRSportmanagement, met dien verstande dat daaraan het ‘management’ is toegevoegd.
Voor zover artikel 5 Hw verlangt dat gekeken wordt naar de vestigingsplaats wordt daarmee niet alleen geduid op de statutaire vestigingsplaats van de onderneming, maar ook of wellicht juist naar het gebied waar de onderneming actief is. Het gaat er immers om of in dat gebied voor het publiek verwarring te duchten is.
Naar PRSportmanagement ter zitting heeft erkend en ook uit haar persbericht naar voren komt is zij actief in geheel Nederland (en zelfs in den vreemde). De vraag waar de onderneming van PR Sport actief is wordt dan minder relevant, omdat immers daardoor, ook indien PR Sport slechts in een beperkt gebied actief zou zijn, sprake is van relevante overlap. De vraag of, zoals PRSportmanagement stelt maar PR Sport betwist, PR Sport slechts lokaal werkzaam is kan dus onbesproken blijven.
De handelsnamen PR Sport en PRSportmanagement hebben een sterk beschrijvend karakter. Anders dan in het merkrecht staat dat aan de geldigheid van een handelsnaam niet in de weg. Wel zal naar mate een handelsnaam beschrijvender is zij minder geschikt zijn de onderneming als uniek aan te duiden.
Dat betekent ook dat slechts in gevallen waarin de activiteiten van de onderscheidenlijke ondernemingen dezelfde of vrijwel dezelfde zijn verwarring is te duchten, in het bijzonder indien de ondernemingen zich op een gespecialiseerd publiek richten.
De aard van de ondernemingen is niet identiek. PR Sport houdt zich voor zover van belang bezig met verschillende soorten van bemiddeling tussen sportclubs en (potentiele) sponsoren, promotie en voorts met het organiseren van sportopleidingen en -reizen. PRSportmanagement houdt zich bezig met de individuele begeleiding van sporters, in het bijzonder van voetballers. Van beide ondernemingen is de activiteit gericht op een beperkt, redelijk gespecialiseerd publiek van sporters, sportclubs, in sportpromotie geïnteresseerde ondernemingen en daarbij berokken adviseurs.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de activiteiten van de ondernemingen van PR Sport en PRSportmanagement ook niet overeenkomstig. Weliswaar richten beide ondernemingen zich op sport gerelateerde activiteiten, maar deze activiteiten zijn daarbinnen verschillend. PRSportmanagement richt zich uitsluitend op de individuele begeleiding van spelers terwijl PR Sport werkzaamheden zich daar in het geheel niet op richten. PR Sport is ook anders dan Vader en zoon [samen naam 1 en naam 2] niet gelicentieerd als spelersmakelaar.
In vorengenoemde omstandigheden, waarbij tevens een rol speelt dat het relevante publiek geacht mag worden een zekere expertise te hebben, acht de rechtbank ondanks de overeenstemmende elementen in de handelsnamen verwarring niet te duchten. Daaraan doet niet af dat aanvankelijk door PR Sport enige correspondentie is ontvangen van relaties die meenden dat hij zich met PRSportmanagement had gelieerd. Dat misverstand zal immers na korte tijd zijn opgelost, waarna de beide onderneming ieder op hun eigen terrein voldoende onderscheidend kunnen worden geacht om zonder verdere verwarring van de respectievelijke handelsnamen gebruik te kunnen maken.
Nu de rechtbank tot het oordeel komt dat geen sprake is van inbreuk op artikel 5 Hw en door PR Sport geen andere gronden voor onrechtmatigheid zijn gesteld, zal de vordering van PR Sport worden afgewezen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten