Intrekking cassatieberoep staatssecretaris van 21 september in lopende procedure Hoge Raad nr. 2012/03814 n.a.v. uitspraak Hof Den Bosch van 29 juni 2012, nr. 2012/00024
A is beroepsvoetballer. Hij woonde in 2002 in Nederland en was in dienstbetrekking werkzaam. Uit hoofde daarvan genoot A een loon dat mede bestond uit een basissalaris. In 2002 verbleef A met zijn club in Spanje en Thailand wegens aldaar georganiseerde trainingskampen. Tijdens die trainingskampen werden (vriendschappelijke) oefenwedstrijden gespeeld. Die wedstrijden waren toegankelijk voor het publiek.
In geschil is of A recht heeft op belastingvrijstelling t.z.v. het aan de die trainingskampen toerekenbare deel van het basissalaris.
RechtbankDe rechtbank heeft die vraag ontkennend beantwoord, omdat die trainingskampen, waaronder de bedoelde wedstrijden, waren gericht op training en niet op het publiek. Daarom heeft A geen persoonlijke werkzaamheden als zodanig verricht in Spanje en Thailand en heeft hij geen recht op de bedoelde belastingvrijstelling.
HofHet hof stelt A echter in het gelijk. Onder verwijzing naar het arrest 9 februari 2007 nr. 41 478 wordt geoordeeld dat in de omstandigheden van het geval niet anders kan worden geoordeeld dan dat A persoonlijke werkzaamheden als zodanig heeft verricht. Het hof vindt dat er geen reden is om A in dit verband anders te behandelen dan de sporter uit genoemd arrest.
De staatssecretaris laat weten dat hij zijn cassatieberoep heeft ingetrokken. Ter toelichting merkt hij het volgende op.
In het onderhavige geval verbleef belanghebbende in het kader van zijn dienstbetrekking bij X nv ten dele in het buitenland. Hij verbleef onder meer gedurende tien dagen in Spanje en gedurende twaalf dagen in Thailand wegens aldaar georganiseerde trainingskampen. Tijdens het trainingskamp in Spanje heeft X oefenwedstrijden gespeeld tegen onder meer Y. en Z. Tijdens het trainingskamp in Thailand is onder andere een vriendschappelijke wedstrijd gespeeld tegen het nationale elftal van Thailand. Al deze wedstrijden waren toegankelijk voor publiek.
In het arrest van 9 februari 2007, nr. 41 478, BNB 2007/144c*, was sprake van een sporter, die onder meer tien dagen in Spanje verbleef. In Spanje bestonden zijn werkzaamheden uit trainingsarbeid, het uitdragen van de sponsornaam en het onderhouden van contacten met de pers. De Hoge Raad besliste dat een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting moest worden verleend. Gelet op dit arrest meen ik dat van het doorzetten van het beroep in cassatie geen succes is te verwachten. Er is in het onderhavige geval geen sprake van uitsluitend een trainingskamp in een ander land zonder enig publieksgericht optreden.
2012/03814 HR
Bvdb en Verdrag Spanje 18 en Thailand 17
Bron: HIER
Geen opmerkingen:
Een reactie posten