Commentaar: begrijpelijk dat het artikel in de Volkskrant Heijnen ontriefde. Echter, als ik de uitspraak lees is de vordering in kort geding kansloos. De feiten kloppen immers en bovendien worden de uitlatingen niet gedaan door de gedaagde, de KNGU.
De feiten
Heijnen is van februari
1996 tot 23 april 2008 in dienst geweest bij Gymnastiek- en turnvereniging
(hierna: GTV) De Hazenkamp te Nijmegen in de functie van trainster/choreografe
en sinds 2005 tevens als manager topsport. Daarnaast was Heijnen vanaf 15
februari 2006 tot circa september 2008 in dienst van de KNGU als technisch
adviseur. Sinds circa september 2008 is Heijnen geen lid meer van de KNGU.
Op 7 mei 2008 hebben vier
(ex-)turnsters van GTV De Hazenkamp te Nijmegen klachten ingediend bij de
Tuchtcommissie van de KNGU tegen Heijnen met betrekking tot haar wijze van
training geven en beweerde misdragingen jegens deze turnsters. Op 2 juni 2009
zijn deze klachten ongegrond verklaard.
Op 8 juni 2009 hebben de (ex-)turnsters beroep
aangetekend tegen de uitspraak van de Tuchtcommissie bij de Commissie van
Beroep van de KNGU.
Op 16 december 2009 heeft de Commissie van
Beroep van de KNGU (onder meer) geoordeeld dat de ongegrondverklaring van de
Tuchtcommissie gelijk is te stellen aan vrijspraak. Verder heeft zij de
(ex-)turnsters niet-ontvankelijk verklaard in hun beroep.
In september 2011 zijn in
het sportmagazine Helden twee artikelen verschenen aangaande het onpedagogisch
en ontoelaatbaar handelen van de turntrainers de heer F. Louter en de heer G.
Beltman met betrekking tot de vier (ex-) turnsters S. Harmes, V. van de Leur,
R. Endel en G. Wammes.
Op 7 juli 2012 heeft De
Volkskrant het volgende artikel gepubliceerd:
“Turnbond onderzoekt topcoaches
JOHN
VOLKERS - 07/07/12, 00:00
Het
onderzoek naar mogelijk wangedrag van Nederlandse turntrainers wordt
uitgebreid. De nationale gymnastiekbond, de KNGU, heeft naast oud-bondscoach
Frank Louter ook het vizier gericht op de in Canada werkzame Gerrit Beltman en
op Esther Heijnen, de olympische vrouwencoach van 2008. Twee weken geleden vond
een eerste gesprek plaats tussen Heijnen en KNGU-voorzitter Jos Geukers.
AMSTERDAM - Geukers erkende donderdagavond met
een onderzoek bezig te zijn naar de gedragingen van de Nederlandse topcoaches.
Hij is zijn onderzoek begonnen naar aanleiding van de verklaringen van de
voormalige turnsters Renske Endel, Verona van de Leur, Suzanne Harmes en
Gabriella Wammes in het blad Helden, in september 2011. Die betroffen
misdragingen van Beltman en Louter tussen 1990 en 2004. Geukers: ‘Eind augustus
komen wij met de conclusies.’
Het onderzoek door Geukers was een goed
bewaard geheim. Donderdagmiddag werd het onthuld door gymnastiekvereniging Pro
Patria, de werkgever van Louter. Diens trainers-licentie, deze zomer toe aan
verlenging, is voorlopig opgeschort.
Geukers: ‘Het is deels een technische kwestie.
Louter is de hoogst gekwalificeerde trainer van ons land. Anderzijds zou het
niet van zorgvuldigheid getuigen, als we zijn licentie vrolijk zouden
verlengen. Een pas op de plaats is gerechtvaardigd.’
Beltman berichtte dit voorjaar in een
interview met de Volkskrant niets te hebben gehoord van de KNGU. Hij was in het
recente verleden in dienst van de bond. Louter werd pas dit jaar gehoord.
Heijnen werd twee weken geleden gevraagd voor een gesprek.
Zij is ‘onthutst’ omdat ze op één hoop wordt
geveegd met Louter en Beltman. ‘Ik wil niet met hen worden geassocieerd.’ In
2009 won zij een tuchtzaak die door een groepje turnsters was aangespannen.
Haar werd onpedagogisch handelen aangewreven. Die beschuldiging werd ongegrond
verklaard.
Heijnen: ‘De zaak is afgedaan, heb ik tegen
Geukers gezegd. Je kunt niet tweemaal berecht worden voor dezelfde zaak.’
Heijnen zegt eerder excuses van de KNGU te verwachten. Haar advocaat kondigt
juridische actie tegen de bond aan.”.
Het geschil
Heijnen vordert bij
vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. de KNGU te bevelen om enig onderzoek naar het
functioneren van Heijnen als
(ex-)turntrainster/coach
binnen 2 dagen na betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden;
II. de
KNGU te verbieden om enig onderzoek, alsmede eventuele conclusie daaruit, naar
het functioneren van Heijnen als (ex-)turntrainster/coach, op enigerlei wijze
openbaar te (laten) maken;
Die vorderringen laat ze
vallen omdat gedurende de procedure blijkt dat hetgeen aanvankelijk is
aangeduid als een onderzoek met hoor en wederhoor gezien moet worden als een in
de periode september 2011 tot en met juni 2012 plaatsgevonden hebbende rondgang
door voorzitter Geukers langs direct betrokkenen zoals turnsters, ouders en
trainers. Er zal eind augustus 2012 geen onderzoeksrapport opgemaakt worden
doch slechts een oplegnotitie, waarin conclusies en aanbevelingen worden
opgenomen die een vertaling zijn van de veelheid aan signalen die de KNGU-voorzitter
in zijn rondgang heeft opgepikt. Deze conclusies en aanbevelingen zullen
gebruikt worden bij het ontwikkelen van toekomstig beleid rondom met name de
licentieverstrekking aan nieuwe trainers/coaches. De conclusies en
aanbevelingen zijn niet direct op de persoon gericht en er zullen geen namen
worden genoemd. Ook zal verwezen worden naar de tuchtrechter voor een oordeel
over de gegrondheid van klachten.
III. de
KNGU te veroordelen om binnen 2 dagen na betekening van dit vonnis in het
dagblad De Volkskrant de navolgende rectificatie te (laten) plaatsen:
“In De Volkskrant van zaterdag 7 juli 2012
werd namens de KNGU opgetekend dat er een onderzoek zou lopen naar Esther
Heijnen, voormalig trainster van de Nederlandse turnploeg. Daarmee is ten
onrechte de suggestie gewekt dat Esther Heijnen zich destijds schuldig zou
hebben gemaakt aan wangedrag en onpedagogisch handelen. Esther Heijnen is van deze
gedragingen in hoogste tuchtinstantie van de KNGU vrijgesproken. Voor zover er
al een onderzoek door de KNGU naar Esther Heijnen gaande was, is dit met
onmiddellijke ingang stopgezet.
Mr. J.J.G.M Geukers
Voorzitter
Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie”
althans woorden van
gelijke strekking;
Heijnen acht het
onrechtmatig dat de KNGU zonder dat blijkt van nieuwe feiten of omstandigheden,
opnieuw een onderzoek naar haar functioneren als club-, (inter)nationaal- en
Olympisch coach heeft ingesteld en daarvan blijkens een in vorenaangehaald
artikel in de Volkskrant van 7 juli 2012 weergegeven citaat van haar
voorzitter, mr J.J.G.M. Geukers, melding heeft gedaan aan een journalist van de
Volkskrant. Weliswaar zijn er door andere (ex-)turn(st)ers recent klachten
ingediend tegen andere coaches en trainers en uitlatingen gedaan in de pers,
maar deze betreffen haar niet. Heijnen wil niet met hen op één lijn worden
gesteld. Op grond van het zowel in het straf- als het tuchtrecht geldende
beginsel “ne bis in idem” (geen tweede vervolging voor dezelfde zaken) meent
zij er recht op te hebben verstoken te mogen blijven van nieuwe onderzoeken
naar oude en ongegrond bevonden klachten.
Verweer KNGU
De KNGU voert verweer.
Het behoort haar inziens tot de bestuurlijke bevoegdheid en
verantwoordelijkheid van de KNGU om onderzoek in te stellen naar aanleiding van
de schokkende artikelen in het sportmagazine Helden, zulks met het oogmerk om
het bestuurlijke oor te lenen aan degenen die uit het verleden onverwerkt leed
met zich dragen en voorts om met conclusies en aanbevelingen te komen om
dergelijke misstanden in de toekomst zoveel mogelijk uit te sluiten. Dat in het
kader van dat onderzoek mede aandacht bestaat voor het functioneren van Heijnen
is een gevolg van het feit dat de turnsters, de ouders en het bestuur van GTV
De Hazenkamp daarvoor bij de KNGU aandacht hebben gevraagd.
Het onderzoek is met een grote mate van
zorgvuldigheid omgeven. De diverse gesprekken zijn in beslotenheid gevoerd en
het bestuur heeft hoor en wederhoor willen toepassen. Ook is Heijnen aangeboden
het concept-rapport ten aanzien van de conclusies en aanbevelingen vooraf ter
inzage te krijgen.
De KNGU erkent dat de klachten ten aanzien van
het functioneren van Heijnen tuchtrechtelijk zijn afgedaan. De KNGU erkent ook
het bestaan van het beginsel “ne bis in idem”. De KNGU wil ook geen nieuwe
tuchtrechtelijke procedure tegen Heijnen starten. Tot welke conclusies en
aanbevelingen het onderzoek exact zal leiden, is nog voorwerp van bestuurlijk
overleg. Het enkele feit dat de KNGU bereid is geweest op verzoek van direct
betrokkenen kennis te nemen van klachten ten aanzien van het functioneren van
Heijnen in het verleden (en Heijnen hoor en wederhoor te bieden) kan
bezwaarlijk als onrechtmatig worden geduid.
Wat betreft de vordering tot rectificatie
stelt de KNGU dat de publicatie in de Volkskrant op initiatief van derden tot
stand is gekomen en voorts louter feitelijke en grotendeels juiste informatie
bevat. Ten slotte merkt de KNGU op dat in het artikel niet de suggestie wordt
gewekt dat Heijnen zich destijds schuldig zou hebben gemaakt aan wangedrag en
onpedagogisch handelen. In het artikel is juist vermeld dat zij daar in het
verleden tuchtrechtelijk van is vrijgesproken.
Oordeel rechter
Gelet op voormelde
toezeggingen van de KNGU ter zitting heeft Heijnen de vorderingen onder 1 en 2
ingetrokken. Resteert dus ter beoordeling de rectificatie.
De wens tot rectificatie
wordt ingegeven door onder meer het negeren van de vrijspraak van Heijnen door
de tuchtrechter. In het krantenbericht van 7 juli 2012 is echter met zoveel woorden
opgenomen dat Heijnen onpedagogisch handelen werd aangewreven, maar dat die
beschuldiging ongegrond is verklaard en dat zij de tuchtzaak in 2009 won.
Hierin is geen feitelijke onjuistheid te bekennen.
Dat de KNGU Heijnen heeft betrokken bij haar “onderzoek”
en dat er twee weken geleden (te weten 25 juni 2012) een gesprek heeft
plaatsgevonden tussen Heijnen en voorzitter Geukers is evenmin onjuist.
Derhalve zijn geen
feitelijke onjuistheden over Heijnen opgenomen in het krantenartikel.
In de artikelen in het
sportmagazine Helden worden de beide trainers Louter en Beltman genoemd.
Heijnen stelt dat zij in het krantenartikel in één adem wordt genoemd met deze
heren en wil zich daarvan distantiëren. Het komt de voorzieningenrechter echter
niet geraden voor om distantie te scheppen tussen Heijnen en niet in het kort
geding betrokken personen.
De voorzieningenrechter
is verder van oordeel dat in de tekst van de voorgestelde rectificatie onjuist
is, dat in het artikel van 7 juli 2012 ten onrechte de suggestie wordt gewekt
dat Heijnen zich destijds schuldig zou hebben gemaakt aan wangedrag en
onpedagogisch handelen. Deze suggestie wordt in het geheel niet gewekt in het
krantenartikel, dat integendeel meldt dat Heijnen in de tuchtzaak is
vrijgesproken.
Ten slotte is het “onderzoek” intussen ook
afgerond, zodat Heijnen geen belang meer heeft bij stopzetting hiervan.
De voorgestelde rectificatie suggereert zelfs
een afgedwongen staking of opschorting van het “onderzoek”, terwijl de daartoe
strekkende vordering is ingetrokken.
Al met al is voorshands onvoldoende
aannemelijk geworden dat het krantenartikel van 7 juli 2012 onrechtmatig is
jegens Heijnen. Er bestaat dan ook geen aanleiding tot rectificatie. De daartoe
strekkende vordering wordt afgewezen.
De uitspraak staat HIER
Geen opmerkingen:
Een reactie posten