Op 12, 13 en 14 september
2008 heeft op het Alkmaarder- meer het Nederlands Kampioenschap zeilen in de
Vrijheid Klasse plaatsgevonden, georganiseerd door CAM. X en Y hebben onder
zeilnummer [nummer] aan de wedstrijden deelgenomen. Zij hadden tijdens de
wedstrijden een GPS aan boord. Het Nederlands Kampioenschap Vrijheid 2008 is
door X en Y gewonnen.
- Deelnemer A, die onder
zeilnummer [nummer] aan de wedstrijden deelnam, heeft vóór de start op 13 september 2008 bij het protestcomité
CAM protest aangetekend tegen het gebruik door X en Y van een GPS tijdens de
wedstrijden. Het protest is op dezelfde dag afgewezen, op de grond dat “1307
geen regels (heeft) overtreden”.
- Bij brief van 25 september 2008 heeft Deelnemer A de Zeilraad, een orgaan van Watersportverbond,
verzocht een uitleg te geven van de regelgeving omtrent de toelaatbaarheid van
een GPS aan boord van een Vrijheid tijdens wedstrijden.
- Bij brief van 19 december 2008 heeft de
Reglementencommissie van Watersportverbond (hierna: Reglementencommissie) Deelnemer
A medegedeeld dat de Zeilraad zijn
verzoek niet in behandeling heeft genomen omdat hij niet een bij
Watersportverbond aangesloten vereniging of organisatie is en artikel 70.3 van
de Regels bepaalt dat uitsluitend bedoelde verenigingen of organisaties een
uitleg van de regels mogen vragen en niet een deelnemer aan een wedstrijd, dat de brief van Deelnemer A in handen was gesteld van de
Reglementencommissie en dat de Reglementencommissie tot het oordeel was gekomen
dat het gebruik van een GPS aan boord van de Vrijheid van X en Y in strijd was
met bepaling 2.2.2 van de Klassenvoorschriften 2006, hetgeen tot
diskwalificatie van X en Y had moeten leiden. De brief was ondertekend door [S]
als voorzitter van de Reglementen-commissie.
- Op 8 april
2009 heeft het protestcomité CAM het verhoor naar aanleiding van het door Deelnemer
A aangetekende protest heropend. De
mogelijkheid tot heropening is voorzien in artikel 66 van het Reglement. Bij
uitspraak van 19 mei 2009 heeft het
protestcomité opnieuw beslist dat het gebruik van een GPS door X en Y tijdens
de wedstrijden in september 2008 niet in strijd was met de toepasselijke
regels.
- deelnemer 1] heeft bij
de Zeilraad hoger beroep ingesteld tegen hiervoor genoemde uitspraak van het
protestcomité CAM en het protestcomité CAM heeft de Zeilraad bevestiging of
verbetering van die uitspraak verzocht. Bij besluiten van 31 juli 2009 heeft de Zeilraad geoordeeld dat het gebruik van
een GPS aan boord van hun Vrijheid door X en Y tijdens het Nederlandse
Kampioenschap Vrijheid 2008 niet was toegestaan. De Zeilraad heeft X en Y uitgesloten
van de met een GPS gevaren wedstrijden in de Vrijheid Klasse en Deelnemer A uitgeroepen tot de winnaar van het Nederlandse
Kampioenschap Vrijheid 2008. X en Y beginnen een procedure en worden door de
rechtbank in het ongelijk gesteld. Vervolgens gaan ze naar het gerechtshof
Beoordeling
De X en Y voeren een
aantal argumenten aan om het gerechtshof te overtuigen:
1. Het
besluit van de Reglementencommissie van 19 december 2008 moet vernietigd worden
want de Reglementencommissie is geen orgaan van de het Watersportverbond.
Het gerechtshof geeft
daar geen antwoord op omdat het het gerechtshof van mening is dat er geen
sprake is van een besluit. Het gerechtshof overweegt dat de brief van 19 december 2008 is, zoals
de rechtbank ook heeft overwogen, niet aan te merken als een besluit, waarvan –
in het geval dat het door een orgaan van de rechtspersoon is gegeven – op grond
van artikel 2:15 BW vernietiging kan worden gevorderd. De brief bevat immers
geen op een rechtsgevolg gericht besluit. In de desbetreffende brief geeft de
Reglementencommissie slechts aan dat en waarom zij van oordeel is dat de
aanwezigheid van een GPS tijdens wedstrijden niet geoorloofd is, maar de brief
beoogt geen rechtsgevolg in het leven te roepen en is mitsdien niet een besluit
in de zin van artikel 2:15 BW.
2. De besluiten van het
protestcomité CAM van 8 april 2009 (tot heropening van de klacht) en 19 mei
2009 (tot opnieuw afwijzen van de klacht) moet worden vernietigd wegens strijd
met artikelen 2:15 en/of 2:8 BW.
Ook dat argument veegt
het gerechtshof van tafel. [appellanten]voeren ten onrechte aan dat de
rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de mogelijkheid vernietiging van die
besluiten te vorderen is vervallen omdat de daarvoor in artikel 2:15 BW
gestelde termijn van een jaar was verstreken toen [appellanten]met de
inleidende dagvaarding in deze procedure vernietiging vorderden. Het recht
vernietiging te vorderen was toen vervallen op grond van het bepaalde in
artikel 2:15 lid 5 BW.
3. De
Zeilraad heeft in het besluit van 31 juli 2009 in redelijkheid niet tot hat
besluit kunnen komen dat een GPS systeem niet was toegestaan.
Volgens X en Y heeft de
rechtbank ten onrechte overwogen dat zij de onderhavige besluiten slechts
marginaal kon toetsen, dat daarom beoordeeld moet worden of de Zeilraad bij
afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot de besluiten heeft
kunnen komen en dat zulks het geval is nu over de vraag of tijdens het
Nederlands Kampioenschap Vrijheid 2008 het hebben van een GPS aan boord blijkbaar
verschillend kan worden gedacht. Dat er over die vraag verschillend kan worden
gedacht blijkt volgens de rechtbank niet alleen uit het partijdebat maar ook
uit het feit dat het protestcomité CAM en de Zeilraad daarover verschillend
oordeelden. X en Y stellen dat de onderhavige uitspraken van de Zeilraad
onjuist waren omdat het aan boord hebben van een GPS was toegestaan en bij hen
in ieder geval het vertrouwen was gewekt dat het aan boord hebben van een GPS
niet verboden was. Pas na het Nederlands Kampioenschap Vrijheid 2008 is een
discussie ontstaan over het gebruik van een GPS en zijn de Klassenvoorschriften
in 2009 op dit punt gewijzigd, met dien verstande dat een GPS aan boord niet
meer is toegestaan. De ten tijde van het Nederlands Kampioenschap Vrijheid 2008
geldende Klassenvoorschriften (2006) kenden een dergelijk verbod niet.
Het gerechtshof gaat
vervolgens in op de vraag of die stellingen juist zijn en komt tot de conclusie
dat dat niet het geval is. Zo staat er in de in 2008 van toepassing zijnde
Klassenvoorschriften bepaalt: “Wat niet expliciet is toegestaan in deze
voorschriften is verboden”. In de Klassen-voorschriften is niet bepaald dat het
gebruik van elektronische apparatuur toegelaten is. Volgens het hof heeft de
rechtbank met juistheid overwogen dat zij de onderhavige besluiten slechts
marginaal kon toetsen. Die marginale toetsing is naar het oordeel van het hof
op goede gronden in het nadeel van X en Y uitgevallen. Uit het vooroverwogene
volgt dat de besluiten van de Zeilraad inhoudelijk juist zijn, dat bij X en Y niet
het vertrouwen is gewekt en dat het hun wel was toegestaan een GPS aan boord te
hebben. Ook het feit dat X en Y jarenlang zonder bezwaar van hun tegenstanders
en de wedstrijdleiding een GPS hebben kunnen gebruiken, kan hen niet in het
gerechtvaardigd vertrouwen hebben gesteld dat zulks was toegestaan. Met het
niet vernietigen van de gewraakte besluiten heeft de rechtbank ook niet
gehandeld in strijd met met het “nulla poena sine lege” beginsel, zoals X en Y hebben
gesteld. X en Y overtraden immers het verbod een GPS aan boord te hebben.
4. Doordat Van der Schilden zowel voorzitter was van de
Reglementencommissie en de brief van 19 december 2008 heeft ondertekend als
voorzitter van de Zeilraad die de onderhavige besluiten heeft genomen, hebben
wij geen eerlijk proces gehad en dat is in strijd met artikel 6 EVRM.
Ook met dat standpunt is
het hof het niet mee eens. De
Zeilraad bestond, naar Van der Schilden ook tijdens de pleidooien in hoger
beroep heeft bevestigd en X en Y niet hebben tegengesproken, uit een aantal
leden die ook op Olympisch niveau als “international judge” functioneren, gelet
op de statuur van de andere leden had Van der Schilden zijn mening niet kunnen
doordrukken indien de andere leden het niet met hem eens waren, deelname van Van
der Schilden aan zowel Reglementencommissie als Zeilraad is niet in strijd met
de interne regels ter zake, X en Y zijn in de gelegenheid geweest hun visie op
het geschil in de procedure bij de Zeilraad naar voren te brengen en de
Zeilraad heeft die visie ook bij zijn beoordeling betrokken en afdoende
gemotiveerd waarom zij tot een ander oordeel is gekomen dan het protestcomité
CAM.
Oordeel
Grieven falen en leiden niet tot vernietiging van het bestreden vonnis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten