Feiten
De eigenaar van een
woning grenzende aan het sportcomplex heft ernstige last van geluidsoverlast
van de voetbalvereniging OMC. OMC huurt het complex van
de gemeente Dordrecht. De eigenaar van de woning spreekt de gemeente aan op
grond van een onrechtmatige daad en vordert verwijdering van het veld.
In deze zaak zijn al eerder rechterlijke
uitspraken gedaan.
Bij vonnis van 29 december 2011 heeft de
voorzieningenrechter van de rechtbank Dordrecht op vordering van een van de
buren van de eigenaar van de woning , OMC geboden om tot 1 januari 2013 het
gebruik van het kunstgrasveld te beperken en wel zodanig dat het veld voor
trainingen uitsluitend nog wordt gebruikt op doordeweekse dagen tot maximaal
20.30 uur (op straffe van een dwangsom) en erop toe te zien dat het gebruik van
het veld gedurende het weekeinde wordt beperkt tot het spelen van wedstrijden,
inspeeltijd voor de wedstrijdspelers van maximaal 30 minuten daaronder
begrepen.
Van dit vonnis heeft OMC hoger beroep
ingesteld. Bij arrest van 26 juni 2013 heeft het hof het vonnis bekrachtigd .
Op 21 december 2012 is door Burgemeester
& Wethouders van de Gemeente het besluit genomen om een maatwerkvoorschrift
te stellen aan het aspect geluid (productie 1 bij antwoord). De voorschriften
luiden:
“1.1 Het gebruik van het kunstgrasveld welke is gelegen naast de
woningen aan de [straatnaam], is niet toegestaan tussen 20.40 uur en 07.00 uur.
1.2 Sportvereniging OMC dient er op toe te zien dat er gedurende
het in voorschrift 1.1 opgenomen tijdsblok geen lawaaimakende
verenigingsactiviteiten meer plaatsvinden op het huidige kunstgrasveld naast de
woningen aan de [straatnaam].”
Blijkbaar was dit onvoldoende voor de
eigenaar van deze woning die om deze reden een procedure tegen de gemeente aanspande.
Oordeel
rechtbank
De stelling dat de Gemeente onrechtmatig
heeft gehandeld, zal in dit civiele geding worden beoordeeld. Het gaat daarbij
immers om handelen en/of nalaten van de Gemeente als eigenaar/verhuurder van
het sportcomplex. Daarbij is in geschil of de Gemeente uit hoofde van
onrechtmatige daad jegens de eigenaar van de woning aansprakelijk is voor de schadelijke gevolgen
van het geluid dat haar huurder OMC veroorzaakt bij het voetballen op het
kunstgrasveld.
Onrechtmatig
handelen OMC?
Op grond van het in zoverre onbestreden rapport
van de Omgevingsdienst staat vast dat als gevolg van het balcontact op het veld
de in tabel 2.17a van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer
(ook wel Besluit Algemene Regels voor Inrichting Milieubeheer, afgekort
“Barim”) toetswaarde van 45 dB(A) in de avondperiode met 3 dB(A) wordt
overschreden. Hierdoor handelt OMC in strijd met een wettelijk voorschrift en
maakt zij inbreuk op het eigendomsrecht van de eigenaar van de woning van zijn woning en handelt zij onrechtmatig
jegens de eigenaar van de woning als
degene te wiens bescherming genoemde geluidsnormen strekken.
Verder is het de vraag of sprake is van
(onrechtmatige) hinder. Bij de beoordeling van die vraag wordt het volgende
vooropgesteld.
Het antwoord op de vraag of het
toebrengen van hinder onrechtmatig is, is afhankelijk van de aard, de ernst en
de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade in verband met de
verdere omstandigheden van het geval, waaronder de plaatselijke omstandigheden
(Hoge Raad 3 mei 1991, NJ 1991, 476). Daarbij is mede van belang of degeen die
zich beklaagt over hinder, zich ter plaatse heeft gevestigd vóór dan wel ná het
tijdstip waarop de hinder veroorzakende activiteiten een aanvang hebben genomen.
In het laatste geval zal hij een zekere mate van hinder eerder hebben te dulden
(Hoge Raad 19 september 1998, NJ 1999, 69).
Het staat vast dat het sportcomplex er
al was toen de woning is gebouwd en dat het veld waarover het hier gaat toen
een zandtrainingsveld was. de eigenaar van de woning stelt dat het toenmalige zandtrainingsveld
niet werd gebruikt voor wedstrijden, maar alleen werd gebruikt voor trainingen,
zijnde een enkele training op een avond gedurende het voetbalseizoen (september
t/m mei), terwijl het veld in het weekeinde en gedurende de maanden juni, juli
en augustus niet werd gebruikt.
Het ligt voor de hand dat dit
intensievere gebruik van het veld heeft geleid – en leidt – tot meer
geluidsoverlast voor de eigenaar van de woning . Hoewel hij er niet vanuit
mocht gaan dat de toenmalige situatie van/op het (zandtrainings-)veld zo zou
blijven toen hij de woning in 2004 betrok en hij rekening had moeten houden met
enige toename van het gebruik van het veld en van de daarmee gepaard gaande
geluidsoverlast (bijvoorbeeld als gevolg van uitbreiding van het aantal en/of
de duur van trainingen door bestaande of nieuwe teams), had de eigenaar van de
woning geen rekening behoeven te houden met het afwerken van méér trainingen en
het houden van wedstrijden op het kunstgrasveld in de mate als zich thans
voordoet.
Geoordeeld wordt dat OMC door het
geschetste intensievere gebruik van het veld aan de eigenaar van de woning
hinder toebrengt en onrechtmatig jegens hem handelt.
Onrechtmatige
daad Gemeente?
De vraag is nu of de Gemeente jegens de
eigenaar van de woning aansprakelijk is
voor het vastgestelde onrechtmatige handelen van OMC. Geoordeeld wordt dat de
Gemeente jegens de eigenaar van de woning heeft gehandeld in strijd met hetgeen
in het maatschappelijk verkeer betaamt door het veld van zandtrainingsveld te
laten ombouwen naar een kunstgrasveld en toe te laten dat OMC dit veld
intensiever is gaan gebruiken met de vastgestelde overschrijding van de geluidsnormen
en de vastgestelde hinder tot gevolg, terwijl dat voorzienbaar was. Dit
onrechtmatig handelen valt de Gemeente toe te rekenen.
Kennelijk ter bestrijding van de
gestelde onrechtmatigheid en/of toerekenbaarheid betwist de Gemeente dat zij
niet had kunnen voorzien dat de gevolgen van de omzetting overlast met zich zou
brengen. De Gemeente voert in dat verband aan dat zij er vanuit ging dat er
niet méér geluidsoverlast zou komen ondanks dat er ook wedstrijden op het
kunstgrasveld zouden worden gespeeld omdat zij niet wist hoeveel wedstrijden er
op het veld zouden worden gespeeld. In het licht van de verklaring van de
eigenaar van de woning ter zitting dat het kunstgrasveld nu juist is bedoeld
voor wedstrijden en trainingen, ook van de jeugd, en in het licht van de eigen
verklaring van de Gemeente ter zitting dat kunstgrasvelden zijn bedoeld voor
intensief gebruik, wordt het er voor gehouden dat de Gemeente met het
intensievere gebruik van het kunstgrasveld bekend was, althans in ieder geval
daarmee bekend had moeten zijn. In die zin was het intensievere gebruik voor de
Gemeente voorzienbaar.
De Gemeente voert nog aan dat de keuze
om het zandtrainingsveld om te zetten naar een kunstgrasveld een logische was
omdat het streven is om op den duur alle zandtrainingsvelden te vervangen door
kunstgras, omdat dit het enige veld met verlichting was zodat het veld in de
winterperiode kan worden gebruikt voor trainingen en omdat het de wens van OMC
was om het hoofdveld als grasveld te behouden. Gezien het voorzienbare
intensievere gebruik van het kunstgrasveld was dit niet zonder meer een voor de
hand liggende keuze, nog afgezien van het feit dat – zoals de eigenaar van de
woning onder verwijzing naar de brief van de Gemeente van 24 februari 2009 terecht
aanvoert – niet de gehele veldverlichting is gehandhaafd, maar alleen de masten
zijn hergebruikt.
De door de Gemeente (in overleg met OMC)
getroffen maatregelen ter beteugeling van de geluidsoverlast ontnemen aan het
handelen en nalaten van de Gemeente niet het onrechtmatige karakter. De
geluidsoverlast zal daardoor wel zijn verminderd, echter vaststaat dat de
overlast nog steeds bestaat in een door de eigenaar van de woning niet te dulden mate.
Oordeel
rechtbank
De ontstane situatie vraagt om een
oplossing op maat. De gevorderde verwijdering of verplaatsing van het veld komt
als te ingrijpend voor.
De rechtbank zal daarom een descente en
aansluitend een comparitie ter plaatse gelasten om de situatie ter plaatse op
te nemen en vervolgens met partijen (en deskundigen) de wijze te onderzoeken
waarop tot een oplossing kan worden gekomen, zodanig dat zal worden voldaan aan
de wettelijke voorschriften.
Geachte heer Mosselman, k kan nergens vinden hoe deze zaak uiteindelijk is afgelopen. Kunt u mij verder helpen?
BeantwoordenVerwijderen