De heer Jordania, oud aandeelhouder en
commissaris van Vitesse, heeft in maart 2014 van Vitesse een stadionverbod
gekregen. Dit stadionverbod is opgelegd voor bedreigingen van onder andere de
huidige algemeen directeur. Jordania vraagt om opheffing van het stadionverbod.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen; het stadionverbod voor
Jordania blijft van kracht.
Jordania wil opheffing stadionverbod
Volgens Jordania bieden de KNVB-regels
en de eigen huisregels van Vitesse juridisch geen grond voor het opleggen van
het stadionverbod. Bovendien is volgens hem geen sprake geweest van serieuze
bedreigingen.
Bedreigingen geen grapje
De voorzieningenrechter overweegt dat
Vitesse aan haar gebruiksrechten van Gelredome en Papendal het recht kan
ontlenen om Jordania de toegang te ontzeggen, los van de KNVB-regels en de
eigen huisregels van Vitesse. Het staat voldoende vast dat wél sprake is
geweest van bedreigingen. Die kunnen niet als grapjes worden afgedaan, zoals de
advocaat van Jordania heeft betoogd. Ook als Jordania niet serieus van plan is
geweest de bedreigingen uit te voeren, was dat voor de directeur van Vitesse
niet duidelijk. Afgezien daarvan valt niet in te zien wat er grappig of
humoristisch is aan het iemand in het vooruitzicht stellen van het toebrengen
van pijn, ernstig lichamelijk letsel of dood.
Stadionverbod blijft van kracht
De hierboven genoemde bedreigingen zijn
ontoelaatbaar, zeker van iemand die een positie heeft bekleed zoals Jordania en
die daarom nog steeds een voorbeeldfunctie heeft. Vitesse heeft om deze redenen
een stadionverbod kunnen opleggen. Dat Vitesse dit ook wenst te handhaven is
begrijpelijk omdat Jordania, ondanks het stadionverbod en een taakstraf, in
december 2014 opnieuw bedreigingen tegen de directeur heeft geuit.
Uitspraak: ECLI:NL:RBGEL:2015:452
Bron: rechtspraak.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten