De feiten
Sparta vordert € 50.000,00 van AZ. Sparta
legt aan haar vordering ten grondslag dat zij op 5 mei 2010 overeenstemming
heeft bereikt met AZ met betrekking tot de overgang van de spelers Falkenburg
en Viergever.
Voor beide spelers is een aparte
transferovereenkomst opgesteld, overeengekomen
en door partijen Sparta en AZ ondertekend. Voor speler Falkenburg is een
afkoopsom overeengekomen van €
750.000,00,. In artikel 3.1 van deze overeenkomst staat:
"Indien de Speler gedurende de looptijd van het dienstverband tussen AZ en de Speler wordt overschreven
naar een andere binnenlandse of buitenlandse betaald voetbal organisatie en
terzake deze overschrijving een (transfer)vergoeding
wordt betaald aan AZ, heeft Sparta bovenop de (transfer)vergoeding als genoemd
in artikel 2. 1 van deze overeenkomst
recht op een additionele vergoeding ter hoogte van 10% (zegge: tien
procent) van de door AZ in dit kader gemaakte Netto Winst, zijnde de door AZ en
de nieuwe club van de Speler
overeengekomen initiële (transfer)vergoeding;
minus
de
alsdan van toepassing zijnde solidariteitsbijdrage als bedoeld in de
regelgeving van de KNVB en FIFA; en
de
door AZ aan Sparta voor de Speler betaalde (transfer)vergoeding van
€
750.000,00."
Voor de overgang van speler Viergever
van Sparta naar AZ is tussen deze partijen een afkoopsom overeengekomen van € 1.250.000,00. Artikel 3.1 van de
overeenkomst tussen AZ en Sparta inzake Viergever is gelijkluidend aan die in
de overeenkomst met betrekking tot Falkenburg.
Viergever is inmiddels overgegaan van AZ naar AFC Ajax. AZ en Ajax
hebben met betrekking tot deze overgang overeenstemming bereikt over een
afkoopwaarde van Viergever. Sparta heeft AZ op basis van de afspraken omtrent
doorverkoop zoals vastgelegd in de transferovereenkomst van speler Viergever
tussen AZ en Sparta een factuur gezonden.
AZ heeft voldaan aan de
betalingsverplichtingen. Sparta geeft aan dat zij echter recht meent te hebben
op betaling van een aanvullend bedrag van € 50.000,00. Sparta baseert haar vordering op het eerder tussen Sparta en Falkenburg
gewezen vonnis van de arbitragecommissie van de KNVB en stelt dat de reele
transfersom (afkoopwaarde van Viergever naar AZ) een bedrag moet zijn van €
750.000,00 nu de arbitragecommissie van de KNVB in de procedure tussen Sparta
en Falkenburg een afkoopwaarde van Falkenburg heeft bepaald op € 1.250.000,00. Die
uitspraak staat HIER. Als de transfersom van Viergever naar beneden gaat van €
1.250.000,00 naar € 750.000,00 dan wordt de winst die AZ gemaakt heeft met de
transfer van Viergever groter. De winst die AZ gemaakt heeft is dan immers niet
het bedrag dat Ajax betaald heeft minus € 1.250.000,00 maar minus € 750.000,00.
Sparta meent recht te hebben op 10 % van die hogere winst.
Sparta wijst op een verklaring van de
heer Brands, toenmalig technisch directeur van AZ, die heeft verklaard dat AZ
op 15 april 2010 een all-in vergoeding heeft aangeboden voor de beide spelers
van in totaal € 2.000.000,00. De heer Brands geeft ook aan dat Sparta dit
bedrag naar alle redelijkheid kon verdelen over de beide spelers in verband met
het aan de speler uit te betalen aandeel. Sparta heeft destijds gekozen bij het
opmaken van de transferovereenkomsten voor een verdeling van € 750.000,00 voor
Falkenburg en € 1.250.000,00 voor Viergever. Daarmee is AZ akkoord gegaan. AZ
voert als verweer aan dat partijen op 14 juni 2010 een
transferovereenkomst hebben ondertekend
ten aanzien van de transfer van Viergever van Sparta naar AZ. AZ wijst op
artikel 3.1, de doorverkoopclausule tussen partijen. In deze overeenkomst wordt
uitgegaan van een transfervergoeding van € 1.250.000,00 voor speler Viergever. AZ stelt dat zij in
relatie tot Viergever aan al haar contractuele verplichtingen jegens Sparta
voldaan heeft en niets meer aan Sparta verschuldigd is. Artikel 3.1 van de
tussen Sparta en AZ afgesloten transferovereenkomst is naar het oordeel van AZ
helder daar waar het gaat om de berekening van de hoogte van de vergoeding
waarop Sparta recht heeft bij doorverkoop van Viergever. Nu de tekst van
artikel 3.1 duidelijk is, kan AZ het verzoekschrift niet anders lezen dan dat
Sparta de Arbitragecommissie verzoekt om de contractuele afspraak tussen Sparta
en AZ terzijde te schuiven en daarmee in te grijpen in de rechtsverhouding
tussen beide clubs. Daarvoor ziet AZ geen enkele juridische basis. Het betoog
van Sparta dat de contractuele afspraak tussen Sparta en AZ terzijde kan worden
gesteld door het genoemde arbitraal vonnis tussen Sparta en Falkenburg, wordt
door AZ verworpen omdat er geen enkele band is tussen het arbitraal vonnis en
de contractuele afspraken tussen AZ en Sparta met betrekking tot Viergever.
Bovendien is het arbitraal vonnis slechts bindend voor de partijen bij die
procedure. Nu AZ geen partij was in de procedure tussen Falkenburg en Sparta,
is AZ op geen enkele wijze gebonden aan de inhoud van het vonnis. Daarbij merkt
AZ nog op dat de Arbitragecommissie in het vonnis tussen Falkenburg en Sparta
zich beperkt door op te merken dat niet valt uit te sluiten dat als
uiteindelijke reële afkoopwaarde voor Viergever moet worden uitgegaan van een
bedrag van € 750.000,00 zonder dat deze stelling ook maar op enige wijze nader
wordt onderbouwd. Voor de berekening van het bedrag waarop Sparta recht heeft,
is dit naar het oordeel van AZ irrelevant. AZ stelt tenslotte dat Sparta zelf
een transferwaarde aan Viergever heeft toegekend die zij goed dunkte.
Oordeel
arbitragecommissie
Sparta heeft gecontracteerd met AZ zoals
zij wenste te contracteren en heeft met AZ afgesproken dat zijzelf, Sparta dus,
in de relatie tussen AZ en Sparta een verdeling van de afkoopwaarde van beide
spelers mocht vaststellen. Dat heeft Sparta gedaan en Sparta zelf heeft voor
Falkenburg een afkoopwaarde van € 750.000,00 vastgesteld en voor Viergever van
€ 1.250.000,00. Er zijn bovendien twee afzonderlijke overeenkomsten opgesteld.
Een voor de overgang van Falkenburg en een voor de overgang van Viergever van
Sparta naar AZ. In de relatie tussen AZ
en Sparta zijn deze bedragen dan ook bindend.
Sparta heeft subsidiair aangevoerd dat
de eisen van de redelijk en billijkheid met zich mee zouden brengen dat ook in
de relatie tussen Sparta en AZ de bedragen gelden die de arbitragecommissie in
de procedure tussen Falkenburg en Sparta heeft vastgesteld.
De arbitragecommissie kan Sparta in dit
betoog niet volgen. In wezen beroept Sparta zich op de aanvullende werking van
de redelijkheid en billijkheid. De
overwegingen die de arbitragecommissie in die procedure heeft gewijd aan de
afkoopsom van Falkenburg hebben niet het
doel een (andere) afkoopsom vast te stellen, maar tot doel een redelijke
vergoeding vast te stellen, die Falkenburg bij overeenkomst met Sparta had
bedongen bij overgang naar een andere Betaald Voetbal Organisatie. Die
overwegingen doen niet af aan de vergoedingen die Sparta in relatie met AZ bij
de overeenkomsten met Falkenburg en Viergever heeft bepaald. Dit temeer nu
Sparta zelf de vrijheid had bedongen om de totale afkoop waardes te verdelen
over de beide spelers. De meer subsidiaire grondslag, de ongerechtvaardigde
verrijking is niet, althans onvoldoende door Sparta onderbouwd. Waarmee AZ is
verrijkt en waardoor Sparta is verarmd heeft
Sparta niet inzichtelijk of aannemelijk gemaakt.
Dit leidt ertoe dat de vordering van
Sparta dient te worden afgewezen en dat Sparta wordt veroordeeld in de kosten
van de arbitrageprocedure, begroot aan de zijde van AZ op
nihil. De kosten van de KNVB worden
begroot op € 950,00 en worden ten laste van Sparta
Redactie:
Een ietwat verbazingwekkende procedure
die m.i. van te voren kansloos was voor Sparta. Er is hier sprake van een op
het moment van het sluiten van de transferovereenkomst tussen AZ en Sparta een
voor beide partijen onvoorzienbare toekomstige omstandigheid nl. dat Viergever
voor veel geld naar Ajax zou gaan.
Als AZ akkoord was gegaan met een
transfersom van € 500.000,-- voor Falkenberg en € 1.500.000,-- voor Viergever
dan was de “winst” voor AZ en daarmee de 10% die afgedragen moest worden aan AZ
nog kleiner geweest. De arbitragecommissie zegt terecht: als je andere
afspraken had willen hebben had je die toen moeten maken. Nu heeft Sparta “pech”.
Als niet Viergever, maar Falkenburg die transfer gemaakt zou hebben, dan had
Sparta “geluk”gehad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten