De
feiten
Het slachtoffer had bij manege X in
[woonplaats] (hierna: de manege) drie paarden, hengsten, staan.
De verweerders hadden een merrie, een
ruim en een jonge hengst genaamd A bij de manege gestald staan. Partijen
hielpen elkaar regelmatig met het naar buiten leiden van elkaars paarden.
Op 18 maart 2010 hielp het slachtoffer de
bezitters van hengst A om twee paarden van de bezitters van hengst A, waaronder
A, naar buiten te brengen. Het slachtoffer is ten val gekomen toen zij met A
door de stal van de manege liep richting de paddock op het buitenterrein achter
de stallen. Bij brief van 23 januari 2014 heeft (de advocaat van) het
slachtoffer de bezitters van hengst A aansprakelijk gesteld voor de gevolgen
van ongeval.
De
rechtsvraag
Zijn de bezitters van hengst A volledig
aansprakelijk is voor het ongeval van 18 maart 2010 dat is veroorzaakt door
haar paard.
De
beoordeling
Vast staat dat hengst A van de verweerders
in deze procedure was. Ook staat vast dat het slachtoffer ten val is gekomen
door een manoeuvre van A.
Aansprakelijk
op grond van artikel 6:179 BW?
De vraag is of de bezitters van hengst A
op grond van artikel 6:179 BW aansprakelijk zijn voor de schade die het
slachtoffer stelt te lijden als gevolg van de val op 18 maart 2010. De
rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. De rechtbank overweegt daartoe
het volgende.
De rechtbank stelt bij de beantwoording
van deze vraag voorop dat de bezitter van een dier op grond van artikel 6:179
BW in principe aansprakelijk is voor de door het dier aangerichte schade. Dit
is alleen anders in de denkbeeldige situatie dat de bezitter het gedrag van het
dier dat tot schade leidde in zijn macht zou hebben gehad (dus bewust zou
hebben toegelaten) en dat de bezitter daarvan dan geen verwijt zou zijn te
maken.
Het gaat bij artikel 6:179 BW dus om een
risico-aansprakelijkheid. De achtergrond daarvan is het gevaar dat in de eigen
energie van een dier schuilt en het onberekenbare element dat daarin is
gelegen. De rechtbank constateert dat bezitters van hengst A geen beroep doet
op de uitzonderingsregel van artikel 6:179 BW. Of sprake is van de hiervoor omschreven
denkbeeldige situatie hoeft daarom niet beoordeeld te worden. Dit betekent dat de
bezitters van hengst A in principe aansprakelijk is voor de eventuele schade
die haar paard A aan het slachtoffer heeft toegebracht.
Eigen
schuld slachtoffer?
De bezitters van hengst A hebben echter
aangevoerd dat er sprake is van eigen schuld van het slachtoffer, omdat het
ongeval volgens haar te wijten is aan het slachtoffer zelf. Volgens de
bezitters van hengst A moet de schade van het slachtoffer daarom op grond van
artikel 6:101 lid 1 BW volledig voor haar rekening blijven. Kort samengevat zijn
de bezitters van hengst A van mening dat het door het onrustige gedrag van de
paarden van het slachtoffer komt omdat hengst A richting de uitgang van de stal
is gerend waarbij het slachtoffer ten val is gekomen. Bij het naar buiten lopen
met hengst A moesten de paarden van het slachtoffer namelijk gepasseerd worden.
Hengst A schrok toen van het onrustige, aanvallende gedrag van de paarden van het
slachtoffer.
De rechtbank is van oordeel dat niet is
komen vast te staan dat de paarden van het slachtoffer op 18 maart 2014
onrustig, aanvallend gedrag vertoonden. Op de zitting heeft de rechter dit aan
de orde gesteld, waarop de bezitters van hengst A hebben aangegeven dat zij
niet meer weten of de paarden van het slachtoffer op die dag onrustig waren. Of
de paarden van het slachtoffer de aanleiding waren voor de manoeuvre van A is
dus onduidelijk. Ook als de rechtbank ervan uitgaat dat het gedrag van de
paarden wel de aanleiding is geweest voor de reactie van hengst A dan valt dat
niet in de vorm van eigen schuld aan het slachtoffer toe te rekenen. Er is
namelijk niet gesteld of gebleken dat het slachtoffer heeft bijgedragen aan het
onrustige gedrag van haar paarden of dat de oorzaak van het gedrag van de
paarden van het slachtoffer het gevolg is van handelen of toedoen van het
slachtoffer. De rechtbank gaat daarom voorbij aan het standpunt van de
bezitters van hengst A dat het gedrag van de paarden van het slachtoffer een
schrikreactie bij hengst A teweeg zou hebben gebracht op grond waarvan de schade
wegens eigen schuld volledig voor rekening van het slachtoffer moet blijven.
Hetgeen de rechtbank hiervoor heeft
overwogen betekent dat de bezitters van hengst A ten opzichte van het
slachtoffer aansprakelijk zijn, onder de voorwaarde dat sprake is van schade
die het gevolg is van het ongeval op 18 maart 2010. De bezitters van hengst A
betwisten namelijk dat het slachtoffer schade lijdt als gevolg van haar val
De
beslissing
De rechtbank bepaalt dat de bezitters
van hengst A volledig aansprakelijk is voor de schade die het slachtoffer lijdt
als gevolg van het ongeval op 18 maart 2010.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten