maandag 9 september 2013

Arbitragecommissie KNVB (Teering/Eendracht): Geschil over bestaan en duur arbeidsovereenkomst

  
Feiten
Teering is als trainer aangetrokken door Eendracht Arnhem "om de vereniging weer op orde te krijgen".  Teering krijgt eind februari 2013 van het bestuur te horen dat als hij zou blijven, een aantal spelers zou vertrekken. Teering heeft opgemerkt dat het bestuur hem dan beter gelijk kon 'afhalen van de groep'. Eendracht zou de heer Rogier Kamerbeek hebben aangewezen als opvolger van Teering. Teering stelt dat hij een mondelinge afspraak had met het bestuur over een driejarig contract en dat hij Eendracht heeft voorgesteld om dit af te kopen tegen betaling van de drie resterende maanden ad € 1.850,00. Teering was dan bereid om zijn vordering voor de overige twee jaar te laten vallen. Volgens Teering heeft het bestuur de helft van deze drie maanden (€ 900,--) aangeboden, waarop hij niet is ingegaan.
Op 27 mei 2013 heeft verzoeker, hierna te noemen: "Teering", een verzoek ingediend bij de arbitragecommissie, strekkend tot veroordeling van verweerster,"Eendracht", tot betaling aan hem van € 1.850,00.

De rechtsvraag
De arbitragecommissie dient een beslissing te nemen over de aard en de omvang van de door Teering ten behoeve van Eendracht verrichte werkzaamheden en vat het geschil tussen partijen als volgt samen. Bestaat er tussen partijen een afspraak dat Teering in opdracht van Eendracht de trainingen zou gaan verzorgen en zo ja, gebeurde dat op basis van een arbeidsovereenkomst? Als partijen zulke afspraken gemaakt hebben, ongeacht de kwalificatie van de overeenkomst, voor hoe lang hebben zij dan die afspraken gemaakt en tegen welke beloning of vergoeding?

Het oordeel
Als erkend dan wel onvoldoende weersproken staat volgens de arbitragecommissie tussen partijen vast dat Teering gedurende zekere tijd in ieder geval ruim een jaar tegen een beloning van € 600,-- per maand werkzaamheden heeft verricht voor Eendracht waarbij hij verantwoording diende af te leggen aan het bestuur. In  de brief van 11 maart 2013 van Eendracht aan Teering, merkt Eendracht o.a. op dat zij Teering niet heeft ontslagen en dat Teering van mening is dat hij niet zelf ontslag genomen heeft. Deze termen zien onmiskenbaar op een arbeidsrelatie tussen partijen op basis van een arbeidsovereenkomst.  Bovendien stelt Eendracht dat gesproken is over een contract van maximaal één jaar en dat zij Teering aangeboden heeft om de rest van het seizoen, zijnde de maanden maart, april en mei een bedrag van € 300,00 per maand te betalen, zijnde de helft van de overeengekomen  vergoeding. Dit omdat Teering zijn werkzaamheden niet meer heeft aangeboden na einde februari 2013.
Hieruit leidt de arbitragecommissie af dat er in ieder geval een rechtsvermoeden bestaat dat partijen een arbeidsovereenkomst  zijn aangegaan.  
De vraag is vervolgens voor welke duur deze arbeidsovereenkomst is aangegaan. Niet is komen vast te staan dat de arbeidsovereenkomst voor langer dan het seizoen 2012/2013 is aangegaan. Bewijs dat de overeenkomst voor drie jaar is aangegaan, heeft Teering niet aangeboden noch geleverd. De vraag is of Teering recht heeft op de volledige, als loon aan te merken bedongen, vergoeding van € 1.800,00 over de resterende drie maanden dan wel genoegen moet nemen met het door Eendracht aangeboden bedrag van € 900,00. Teering is- naar onweersproken door Eendracht is gesteld -weliswaar na februari 2013 niet meer op het werk verschenen, maar in het licht van de feiten en omstandigheden valt hem dat niet toe te rekenen en komt het gegeven dat hij na februari 2013 geen werkzaamheden  in dienst van Eendracht heeft verricht, overeenkomstig  het bepaalde in artikel 7:628 BW in redelijkheid voor rekening en risico van Eendracht. Eendracht heeft immers niets meer richting Teering ondernomen na het telefoongesprek met de voorzitter van 25 februari 2013 over zijn eventuele aanwezigheid bij het gesprek op 26 februari 2013 met de spelers en heeft met directe ingang een opvolger voor de groep geplaatst. Dat Teering op dat moment niet bij dat
gesprek aanwezig wilde zijn, valt te begrijpen gelet op de emotie die een gevolg was van het feit dat een groot deel van de spelers zich van hem afkeerde. Onder deze omstandigheden  acht de arbitragecommissie dat het niet-verrichten van werkzaamheden  door de fungerend trainer voor risico van Eendracht behoort te komen.

Oordeel

Dit leidt ertoe dat de loonvordering  voor een bedrag van € 1.800,00 netto toegewezen moet worden. Teering heeft weliswaar €1.850,00 gevorderd, maar ter zitting heeft hij op geen enkele wijze onderbouwd  op grond waarvan hij € 50,00 extra vordert. Dit deel van de vordering wordt dus afgewezen.
De uitspraak staat HIER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten