vrijdag 9 maart 2012

School niet aansprakelijk voor ongeval tijdens gymnastiekles

LJN AY4382, Rechtbank Haarlem, datum:19-07-2006
De feiten
N. nam als brugklasser op de Da Vinci-school deel aan de gymnastiekles gegevendoor de docent lichamelijk opvoeding mevrouw P., die in dienst van Da Vinci is.
Tijdens deze gymnastiekles is N. bij het onderdeel hordelopen ten val gekomen, waarbijzij haar been op twee plaatsen heeft gebroken.
Da Vinci is door de rechtsbijstandverzekeraar van Z. (de vertegenwordiger vanN.) aansprakelijk gesteld voor schade tengevolge van het ongeval.

Het geschil
Z. vordert veroordeling van Da Vinci tot vergoeding van als gevolg van hetongeval te lijden schade. Het gaat hier om letsel dat is ontstaan in degymnastiekles onder leiding van een door Da Vinci aangestelde leerkracht,waarbij de te beantwoorden vraag is of de leerkracht bij het leiding geven istekortgeschoten in de zorg die van haar jegens de leerlingen van degymnastiekoefening kan worden gevergd.
P. over de genomen maatregelen:
Kinderen mogen niet meedoen als hun techniek onvoldoende is en evenmin als hunhouding niet goed is. In de klas van N. was dat niet aan de orde, de kinderendeden allemaal goed mee en de sfeer was goed. Tussen de banen waar deleerlingen liepen, waren vrije banen. Die ruimte tussen de hordebanen is nodigvoor de veiligheid. Ze mogen niet eerder lopen dan op het teken van P., dit uiteen oogpunt van veiligheid. Als een baan niet vrij is mag er nog niet gelopenworden.
N. kwam niet goed uit met haar passen. Wat je dan kunt doen is stoppen en om dehorde heenlopen (dit is ook een reden waarom er een baan naast vrij wordtgehouden) of doorgaan. Bij het doorgaan loop je of tegen de horde aan of jegaat toch springen en zet dan met het verkeerde been af. N. besloot door tegaan en te springen. Ze landde met haar voet op de horde en is omgeknakt. Haarbeen is daarbij op twee plaatsen gebroken.

De beslissing
Er wordt volgens een speciaal plan gewerkt. Er zijn maatregelen getroffenmet het oog op de veiligheid van de kinderen (o.a. lagere hordes metschuimrubber). Er zijn instructies ter voorkoming van ongevallen, zoals hetuitsluitend springen bij een vrije baan, die tevens de uitwijkmogelijkheid kanvormen in het geval een leerling bij een sprong niet goed uitkomt, en eenjuiste mate van concentratie bij de leerlingen.
Een en ander voert tezamen genomen tot de conclusie dat, in het licht van degenoemde inrichting van het gymnastiekonderwijs en de veiligheidsmaatregelendie P. heeft genomen, de kans op een ongeval niet zo groot was dat zij debewuste oefening niet had mogen laten uitvoeren. Da Vinci is derhalve nietaansprakelijk voor de schade die N. als gevolg van het ongeval heeft geledenwegens het ontbreken van een onrechtmatige gedraging van P..
Z. zal als de in het ongelijkgestelde partij in de proceskosten wordenveroordeeld.


De uitpsraak staat HIER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten