De feiten
Neways is
werkgever van A. Op 1 juni 2004 heeft
zich een ongeval voorgedaan tijdens een tennisles op de tennisbaan van Neways waarbij A oog- en hersenletsel heeft
opgelopen. Tijdens de tennisles, gegeven door een trainer van Neways, heeft een
speler op enig moment een bal geslagen die vrij kort over het net kwam. B is
toen naar het net gesprint en heeft de bal, in zijn loop rechtdoor in de
richting van A geslagen. A was op dat moment achter de baseline van de baan
ballen aan het rapen. Toen A vanuit gebukte houding omhoog kwam en zijn gezicht
naar het net draaide, kreeg hij de door B geslagen bal in het gezicht op het
oog. Hij is even buiten bewustzijn geweest. In het ziekenhuis werd aanvankelijk
alleen oogletsel vastgesteld. Later bleek A ook hersenletsel te hebben
opgelopen.
Het geschil
A en Neways vorderen dat B aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het tennisongeval en veroordeling van B tot betaling van schadevergoeding; Hier valt ook onder de netto-loonschade die Neways heeft omdat A niet kan werken.
Neways voert hiertoe aan dat B handelde in strijd met het doel van de
opgedragen spelvorm, te weten een tennisles waarbij de spelers het spel rustig
vanachter de baseline gaande moeten houden door de ballen diagonaal met topspin
over en weer te slaan.
Bij vonnis van 21
februari 2007 heeft de rechtbank de vordering afgewezen.
De beoordeling
Het hof oordeelt als volgt.
Gedragingen die buiten de spelsituatie als onvoorzichtig en daarom onrechtmatig zijn aan te merken, behoeven binnen een spelsituatie niet als zodanig te worden beschouwd omdat de deelnemers aan het spel in redelijkheid tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede, onvoldoende doordachte handelingen of andere gedragingen waartoe het spel uitlokt van elkaar hebben te verwachten (HR 20 februari 2004,NJ 2004, 238).
Het hof is van oordeel dat de in dit geding omstreden gedraging van B is aan te merken als een gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede en onvoldoende doordachte handeling waartoe het spel, in dit geval het tennisspel, uitlokt. Derhalve is die gedraging jegens A niet aan te merken als een onrechtmatig handelen.
De beslissing
Het hof:
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank van 21 februari 2007.
Het hof oordeelt als volgt.
Gedragingen die buiten de spelsituatie als onvoorzichtig en daarom onrechtmatig zijn aan te merken, behoeven binnen een spelsituatie niet als zodanig te worden beschouwd omdat de deelnemers aan het spel in redelijkheid tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede, onvoldoende doordachte handelingen of andere gedragingen waartoe het spel uitlokt van elkaar hebben te verwachten (HR 20 februari 2004,NJ 2004, 238).
Het hof is van oordeel dat de in dit geding omstreden gedraging van B is aan te merken als een gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede en onvoldoende doordachte handeling waartoe het spel, in dit geval het tennisspel, uitlokt. Derhalve is die gedraging jegens A niet aan te merken als een onrechtmatig handelen.
De beslissing
Het hof:
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank van 21 februari 2007.
De uitspraak staat HIER
Geen opmerkingen:
Een reactie posten