zaterdag 14 april 2012

Ontbinding trainingsovereenkomst met Tennis academie en geen verzilverbare populariteit speelster



De feiten
TAR exploiteert een tennisschool. TARj geeft tennisonderwijs, begeleidt top- en wedstrijdtennissers en talentvolle jeugd en organiseert tennisevenementen. Voor de opleiding van talentvolle jeugd heeft zij de “Loot-opleiding” ontwikkeld. Dit is een zeer kostbare tennisopleiding om talenten klaar te maken voor het professionele tennis. Een vader heeft zijn minderjarige dochter voor deze opleiding aangemeld. Partijen hebben in verband daarmee de “Overeenkomst tussen Tennis Academy Rotterdam B.V. en de deelnemers aan de “Loot”-opleiding” gesloten. Nu is het zo dat na enige tijd de twee trainers verantwoordelijk voor deze opleiding van TAR zijn vervangen voor een andere trainer. De vader van het meisje vindt dat deze lang niet hetzelfde niveau wordt behaald als met de oude trainers en weigert daarom om nog te betalen voor de opleiding.

Het geschil
TAR vordert dat de rechtbank bij vonnis veroordeelt om aan TAR te betalen: een bedrag van          € 28.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente en een bedrag van € 1.158,00 ter zake buitengerechtelijke kosten;

TAR legt het volgende aan haar vordering ten grondslag: Het meisje heeft volop van de door TAR geboden opleiding en begeleiding gebruik gemaakt. Begin maart 2008 heeft haar vader laten weten dat zij haar tennisopleiding elders wilde voortzetten in verband met het vertrek van de trainers. Vanaf dat moment heeft zij geen gebruik meer gemaakt van de door TAR geboden faciliteiten. De tussen partijen gesloten overeenkomst is aangegaan voor de bepaalde tijd van 27 september 2004 tot 4 november 2009, de datum waarop het meisje de achttienjarige leeftijd bereikte. Op grond van artikel 7 van de overeenkomst heeft TAR aanspraak op de maandelijkse doorbetaling van € 500 tot 1 oktober 2008 en op het tot dan toe door TAR geïnvesteerde bedrag. Dit komt neer op minimaal € 24.000,00. TAR betwist dat zij als gevolg van het vertrek van twee trainers niet meer aan haar verplichtingen kon voldoen.

De vader voert het volgende verweer:
TAR heeft zijn dochter een kwalitatief verantwoorde tennisopleiding gegarandeerd. Zijn dochter is de huidige jeugdkampioene tot 18 jaar en behoort tot de beste 36 speelsters van de wereld. Door het vertrek van een groot aantal spelers en gediplomeerde trainers voldeed TAR niet meer aan haar verplichtingen. De trainers die voor de oude trainers in de plaats zijn gekomen, beschikten niet over de vereiste trainerslicenties en evenmin over jarenlange ervaring in het trainen en begeleiden van getalenteerde jeugdspelers.

De beoordeling
De kern van het geschil betreft de vraag of de tussen partijen overeengekomen opleiding en begeleiding door TAR, met het vertrek van de oude trainers en de komst van de nieuwe, nog het niveau had dat het meisje en vader op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De rechtbank is van oordeel dat dit niet het geval is. Zij neemt bij haar oordeel als uitgangspunt dat volgens de eigen stellingen van TAR de door haar ontwikkelde “Loot-opleiding” voorziet in de opleiding van toptalenten tot aan hun 18 jarige leeftijd. Dat brengt met zich dat, waar het gaat om de ontwikkeling van jonge toptalenten, aan die opleiding en trainers de hoogste eisen mogen worden gesteld. Het is immers een feit van algemene bekendheid dat juist die levensfase bepalend is voor de ontwikkeling van een talent. De rechtbank is van oordeel dat de vader voldoende heeft onderbouwd dat TAR na het vertrek van de trainers niet meer aan die hoogste eisen heeft voldaan. De vader heeft onweersproken gesteld dat de nieuwe trainer niet beschikte over trainerslicenties en diploma’s en evenmin over jarenlange ervaring in het trainen en begeleiden van getalenteerde jeugdspelers.

De rechtbank wijst de vordering van TAR af.

Tevens eiste de vader in reconventie dat TAR zou stoppen met het gebruik van het portret van de speelster. Artikel 21 Auteurswet 1912 bepaalt dat openbaarmaking van een portret niet geoorloofd is voor zover een redelijk belang van de geportretteerde zich daartegen verzet.
Vraag is of de speelster een redelijk belang, in dit geval verzilverbare populariteit
De rechtbank is van mening dat de speelster in een nogal beperkte kring bekend is en de commerciële betekenis van dat gebruik dus ook beperkt is. Om die reden acht de rechtbank het commerciële gebruik van de foto’s slechts in zo geringe mate toegespitst te zijn op - en voort te vloeien uit - de identiteit van de speelster dat daaruit het bestaan van een verzilverbare populariteit niet kan worden afgeleid.
Wel verbiedt de rechter het verder gebruik van o.a haar portret omdat de speelster terecht niet geassocieerd wenst te worden met de tennisacademie.

De uitspraak staat HIER


Geen opmerkingen:

Een reactie posten