maandag 23 april 2012

De in elkaar zakkende opblaasbare hindernisbaan



                                    
De feiten
De gedaagde is een evenementenbureau dat zich begeeft op de sportieve evenementenmarkt.
De eiseres was werkzaam bij Clarks Shoes. Clarks Shoes heeft het evenementenbureau opdracht gegeven een evenement te organiseren voor teambuilding. Een van de activiteiten bestond uit een opblaasbare hindernisbaan met een zogenaamde klauterhelling van 2½ meter hoog. Toen de eiseres de klauterhelling beklom is die ineens ingezakt waarbij ze op de vloer van de tennishal terecht is gekomen. De eiseres heeft hierbij haar pols bezeerd.

Het geschil
De eiseres vordert een schadevergoeding. Ze voert ter onderbouwing van haar vordering aan dat het evenementenbureau niet voldoende veiligheidsmaatregelen heeft getroffen ter voorkoming van het ongeval zoals dat zich heeft voorgedaan. Verder voert de eiseres aan dat de hindernisbaan een gebrekkig product in de zin van artikel 6:173 BW was. De eiseres stelt dat zij als gevolg van de val polsletsel heeft opgelopen, waardoor de functie van haar rechterhand ernstig is beperkt. Als gevolg daarvan lijdt zij schade.
Het evenementenbureau betwist gemotiveerd dat zij meer veiligheidsmaatregelen had moeten nemen. Voorts betwist het evenementenbureau dat de door de eiseres geleden schade een gevolg is van het ongeval. Volgens het evenementenbureau zijn de klachten aan de pols van een eerder ongeval.
De vraag is of het evenementenbureau meer veiligheidsmaatregelen had moeten treffen om een ongeval te voorkomen.
Het evenementenbureau heeft van tevoren een risicoanalyse gemaakt en besproken met Clarks Shoes. Verder heeft bij de huur van de hindernisbaan een controle plaatsgevonden, waarbij geen mankementen aan de hindernisbaan zijn geconstateerd. Nadat de opblaasbare hindernisbaan was opgesteld hebben de instructeurs van het evenementenbureau deze bovendien met 15 mensen beklommen en besprongen om de stabiliteit te testen.
De eiseres stelt zich op het standpunt dat het evenementenbureau meer veiligheidsmaatregelen had moeten nemen.

De beslissing
De rechtbank overweegt dat het evenementenbureau van tevoren 15 mensen de klauterhelling heeft laten beklimmen, zonder dat dit tot problemen leidde. Het probleem dat de klauterhelling inzakte heeft zich niet eerder voorgedaan. Om deze reden hoefde het evenementenbureau er naar het oordeel van de rechtbank niet op bedacht te zijn dat de klauterhelling zou inzakken.
Het evenementenbureau heeft aangevoerd dat de hindernisbaan bestond uit twee afzonderlijke luchtkussens die met een klittenband aan elkaar werden bevestigd. De klauterhelling maakte onderdeel uit van het eerste luchtkussen. Het tweede gedeelte van de hindernisbaan was een luchtkussen met daarop in de breedte drie opstaande wandjes waar overheen moest worden geklommen. Toen het evenementenbureau de hindernisbaan had opgezet en deze controleerde, bleek het evenementenbureau dat het tweede gedeelte van de hindernisbaan enigszins zacht was. Dit was een gevolg van het feit dat in dit luchtkussen een scheurtje zat. In het eerste gedeelte van de hindernisbaan werden geen scheurtjes aangetroffen. het evenementenbureau heeft bovendien – onbetwist – gesteld dat de verhuurder van de hindernisbaan de hindernisbaan en de blower ook na het ongeval heeft gecontroleerd en daaraan geen onvolkomenheden heeft vastgesteld.
Tegen deze gemotiveerde betwisting door het evenementenbureau van de stelling dat de hindernisbaan gebrekkig zou zijn, heeft eiseres geen nadere feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit zou volgen dat de hindernisbaan gebrekkig is. Naar het oordeel van de rechtbank is dit daarom niet komen vast te staan. Om die reden zal de rechtbank de vorderingen van eiseres, ook voor zover die zijn gebaseerd op de stelling dat sprake was van een gebrekkig product, afwijzen.
De rechtbank is van oordeel dat van het evenementenbureau niet verwacht hoefde te worden dat zij meer veiligheidsmaatregelen nam dan zij al had gedaan. De hindernisbaan is voldoende gecontroleerd en ook uit latere controles van de verhuurder blijkt dat deze niet gebrekkig was. De rechtbank zal daarom de vorderingen van de eiseres afwijzen.

De utispraak staat HIER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten