Ten Caat vordert in deze procedure Wezep
Hattemersroek Combinatie (WHC) te veroordelen tot betaling van € 10.374,-- bruto aan
achterstallig loon over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013,
te vermeerderen met de wettelijke rente en wettelijke verhoging.
Centraal staat in deze procedure de
vraag: “Welke arbeidsovereenkomst is afgesproken? En: “Wat is de inhoud van de
arbeidsovereenkomst? “
De
feiten
Bij de beoordeling van het geschil gaat
de arbitragecommissie uit van onderstaande feiten en omstandigheden, die naar
het oordeel van de arbitragecommissie voldoende zijn komen vast te staan:
a. Op
6 januari 2013 zond voormalig bestuurslid van WHC, de heer Van Diepen, per
e-mail aan Ten Caat een concept arbeidsovereenkomst. Die e-mail is in cc
toegezonden aan een ander (voormalig) bestuurslid van WHC. In de concept
arbeidsovereenkomst was onder meer het navolgende opgenomen:
Artikel 1 lid 1: " Medewerker is met ingang van 1 januari 2013 in dienst
bij de Vereniging in de functie van trainer/coach";
Artikel31id 1: " Het netto
basissalaris voor het seizoen 201212013 bedraagt € 22.000,-. Onder seizoen
wordt in deze overeenkomst verstaan de
periode van 1 juli van enig jaar tot en met 30 juni direct daaropvolgend. De
ingangsdatum in het seizoen 201212013 is 1 januari 2012. Dit netto salaris is
inclusief een vakantietoeslag van 8%";
Artikel 4 lid 3: "Werknemer
ontvangt de navolgende onkostenvergoedingen:
1:
Ingeval er sprake is van het vervullen van de functie van voetbaltrainer als
hoofdberoep, verplicht de werknemer zich
deel te nemen in de Stichting Pensioenfonds voor Voetbalmeesters, gevestigd te
's-Gravenhage, indien en voor zover de medewerker volgens de richtlijnen van de genoemde
stichting daarvoor in aanmerking komt;
2:
"Werkgever verplicht zich om de medewerker aan te melden bij de genoemde
stichting indien lid 1 van toepassing is;
3.
Door de vereniging zowel als de medewerker worden de premies bijgedragen aan de
genoemde stichting. De door de medewerker verschuldigde premie wordt door de
vereniging ingehouden en aan de stichting afgedragen".
b. Bij
e-mail d.d. 14 januari 2013 reageert Ten Caat aan beide bestuursleden onder
meer als volgt:
"Artikel
1:
-
geen sprake van volledige "verloning";
-
geen heffingskorting toepassen;
-
loonheffing 52% over de volledige overeenkomst, expliciet aangeven in de
overeenkomst.
(.
.................)
Artikel10:
1.
Inderdaad hoofdberoep;
3. Daar we een netto-overeenkomst zijn
aangegaan, zal de verschuldigde pensioenpremies, verenigings- als
werknemersdeel, voor rekening komen van WHC i.v.m. brutering netto
salaris."
c. Per
e-mail d.d. 28 maart 2013 bericht de heer Van Diepen, met een cc aan een ander
bestuurslid Ten Caat als volgt:
"Bijgaand
ontvang je het contract. Volgens mij is alles wat we met elkaar besproken
hebben in het contract vastgelegd. Wij zijn uitgegaan van € 22.000,- netto.
Vanwege streng toezicht door de belastingdienst, met name op het gebied van
onkostenvergoeding hebben we deze geschrapt en het netto salaris opgetrokken
naar € 22.500,--.
Deze
week spraken wij kort over de loonheffing en de gevolgen. In het contract is de
clausule opgenomen dat er geen loonheffingskorting van toepassing is. Deze is
(op verzoek van de accountant?) gesteld op 52%. Gebruikelijk valt jouw bedrag
van €
22.500,- in de 33% belastingschijf Hierdoor gaat WHC in deze opzet jouw belastingdruk
voor een deel betalen.
Concreet betekent dit voor de vereniging WHC een extra
onvoorziene uitgave van€ 7.500,--. Het netto maandsalaris blijft zoals
afgesproken (salaris+ onkosten) €22.000,-- + € 500,- = € 22.500,-. Hetzelfde, maar WHC
betaalt een deel van de belasting van het inkomen dat we via een andere
werkgever of uitkering wordt verkregen. Hadden we erop moeten letten,
onervarenheid van mijn kant laten we maar zeggen.
Dit
neemt niet weg dat we in het totale budget wel linksom of rechtsom moeten. In
het huidige budget is nu nog ruimte voor een goede spits. Er is echter geen
licht meer voor Thunchu Sahim of een andere centrale verdediger. De munten zijn op en we willen Veendam niet
achterna, laat staan dat ik vanwege bestuursaansprakelijkheid zelf een bordje
in de tuin zou moeten zetten.
De
vraag is hiermee concreet: moet het op 52% in het contract blijven staan, dan
doen wij dat omdat ik en wij heeeeel graag met je verder gaan, of kan het op
33% afgemaakt worden met de afgesproken € 22.500,- netto in de maand?"
d. Bij
de e-mail was een nieuwe versie van de concept arbeidsovereenkomst gesloten
waarin - in afwijking van de hiervoor genoemde arbeidsovereenkomst - is
bepaald:
Artikel 1 lid 1:
Medewerker is met ingang van 1 januari
2013 tot en met 30 juni 2014 in dienst bij de vereniging in de functie van
trainer/coach.
Artikel 3 lid 1:
"Het netto basissalaris voor het
seizoen 2013/2014 bedraagt € 22.500,-. Onder seizoen wordt in deze overeenkomst
verstaan de periode van 1 juli van enig jaar tot en met 30 juni direct
daaropvolgend. De ingangsdatum aan het
seizoen 2012/2013 is 1 januari 2013. Dit netto salaris is inclusief een
vakantietoeslag van 8%.
1.
De medewerker vervult de functie van
voetbaltrainer als hoofdberoep, zodat de werknemer zich verplicht deel te nemen in de Stichting Pensioenfonds
voor Voetbaloefenmeesters, gevestigd te 's-Gravenhage, indien en voor zover de
medewerker volgens de richtlijnen van deze genoemde stichting daarvoor in
aanmerking komt.
2. De vereniging verplicht zich om de medewerker aan te melden
bij de genoemde stichting indien lid 1 van toepassing is.
3. Door de vereniging zowel als de
medewerker worden de premies bijgedragen aan de genoemde stichting. De door de
medewerker verschuldigde premie wordt door de vereniging ingehouden en aan
genoemde stichting afgedragen.
e. Per
e-mail d.d. 29 maart 2013 reageerde Ten Caat:
"
Ik heb het contract ter goedkeuring doorgestuurd aan mijn accountant. Ik kom er dan na de
Pasen op terug. Eén punt eruit halen. Die 52%-regeling, is niet jouw onervarenheid, heb ik gelijk al aangegeven in de verschillende gesprekken c.q.
onderhandelingen met en zonder jou. Daar ik in die 52% belastingtarief zit,
moet dat expliciet in het contract komen te staan. Anders kost het mij die
centen, krijg ik een aanslag van hier naar Tokio': verdere punten zal ik met je
bespreken na het Paasweekend".
f. Per
e-mail d.d. 23 april 2013 zendt Van Diepen een nieuwe versie van het contract
aan Ten Caat. Daarop reageert Ten Caat op dezelfde dag:
"
Ik heb zojuist even contact gehad met mijn financieel adviseur. Mag geen
probleem zijn, mogelijk via extra loonbelasting inhouden, hij doet niet anders.
g. Op
25 april 2013 reageert Van Diepen met de opmerking:
"Hoi
Theo,
Is
het dan goed zo? Afdracht pensioen op het overzicht gaan we regelen".
h. Waarop
Ten Caat reageert:
"Ga
hem niet helemaal meer doorlezen hoor
dus akkoord".
i. In bedoelde derde versie van dearbeidsovereenkomst
is in artikel 1 lid 2 opgenomen:
" Op de overeenkomst is
geen loonheffingskorting van toepassing. Inhouding van loonbelasting/premie
volksverzekering geschiedt op basis van het hoogst geldende tarief (op het
moment van ondertekening 52%) voor alle
vergoedingen genoemd in ze
overeenkomst".
j. De
arbeidsovereenkomst is niet ondertekend.
k. Vanwege
de slechte financiële positie van WHC is het bestuur van WHC in de zomer van
2013 integraal afgetreden. Het huidig bestuur van WHC is vervolgens als interim
bestuur aangetreden. In de tweede helft van 2013 ontstond een nijpende
financiële situatie bij WHC; een aangezegde executoriale verkoop door de
belasting kon worden afgewend met behulp van een gemeentelijke lening.
I. Bij
e-mail d.d. 20 december 2013 heeft Ten Gaat aan de heer During (voorzitter
a.i.) onder meer bericht als volgt:
"
De club is verplicht mij deel te laten nemen in de stichting pensioenfonds en
dient zich ingevolge lid 2 van genoemd
artikel aan te melden bij de stichting. Dat is voor zover ik kan nagaan
nog niet gebeurd. Ik begreep dat wat financiële problemen bij de club zijn,
maar dat neemt deze verplichting natuurlijk niet weg. Vriendelijk verzoek ik je
derhalve te bevorderen dat ik nog voor de jaarwisseling wordt opgenomen in het pensioenfonds en dat ligt (met terugwerkende kracht) alle
premies worden betaald. Overigens ga ik ervan uit dat alle premies volledig
worden betaald door de club.
m. Op
6 januari 2014 heeft de gemachtigde de heer During verzocht tot aanmelding bij
het pensioenfonds en betaling van de premies.
n. Op
8 januari 2014 heeft de gemachtigde van WHG een verzoek ingediend bij het UWV
de arbeidsovereenkomst tussen partijen te mogen opzeggen. Daarbij is onder meer
het volgende gesteld:
"Bij
indiensttreding hebben partijen onderhandeld over de invulling van de
arbeidsvoorwaarden. Tot overeenstemming is het echter maar zeer ten dele
gekomen. Dat hangt mede samen met het vertrek van het bestuur en de vervanging
door een (interim-)bestuur. Laatstgenoemde
zijn per 5 augustus 2013 aangetreden. Over het salaris en de
onkostenvergoeding hebben partijen wel overeenstemming. Dat blijkt uit de
loonbetalingen die sinds januari 2013
hebben plaatsgevonden".
o. Ten
Gaat heeft verweer gevoerd tegen de gevraagde beëindiging van de
arbeidsovereenkomst (gegrond op bedrijfseconomische redenen). Bij beslissing
d.d.18 februari 2014 heeft het UWV WHG
toestemming gegeven de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Van de toestemming is
door WHG geen gebruik gemaakt.
p. Het
dienstverband van partijen duurt (derhalve) voort.
Beoordeling geschil
Derde
versie van de arbeidsovereenkomst = overeengekomen arbeidsovereenkomst
Als eerste heeft de arbitragecommissie
te oordelen over de vraag of de laatste versie van de niet-ondertekende
vaststellingsovereenkomst, mede in het licht van de tussen partijen gevoerde
(e-mail)correspondentie, de tussen partijen gemaakte afspraken in het kader van
de arbeidsverhouding weergeeft.
Nu tussen partijen uitgebreid is
gecorrespondeerd en die correspondentie heeft plaatsgevonden tussen meerdere-
voormalige- bestuursleden van WHG enerzijds en Ten Gaat anderzijds en Ten Gaat
naar aanleiding van de toezending van de derde versie van de
arbeidsovereenkomst uitdrukkelijk bij e-mail d.d. 25 april 2013 heeft bevestigd
akkoord te zijn, neemt de arbitragecommissie bedoelde versie van de
schriftelijke arbeidsovereenkomst tot uitgangspunt bij haar beoordeling.
Zulks laat onverlet dat de vraag wat
partijen zijn overeengekomen niet enkel kan worden beantwoord op grond van een
taalkundige uitleg van de bewoordingen van een schriftelijke overeenkomst, maar
dat het aankomt op de bedoelingen die partijen over en weer redelijkerwijs aan
elkaars gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien
redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
In
de kern zijn partijen een arbeidsovereenkomst aangegaan van 1 januari 2013 tot
30 juni 2014, waarbij aan Ten Caat een netto salaris werd toegekend van €
22.500,-- per seizoen, waarvan een beperkt deel als onkosten werd uitgekeerd en
het resterende netto-deel werd gebruteerd op basis van een loonheffingstariet
van 52% (zonder toepassing van de loonheffingskorting).
Tussen partijen is niet in geschil dat
WHC Ten Caat sedert 1 januari 2013 maandelijks € 1.875,-- netto betaalbaar
heeft gesteld, waarvan blijkens de specificatie een beperkt deel als onkosten
en het resterende deel (€ 1.848,-- netto per maand) als salaris. Daarmee heeft
WHC voldaan aan een deel van de tussen partijen gemaakte afspraken. Ten
onrechte heeft WHC echter nagelaten invulling te geven aan een andere tussen
partijen gemaakte afspraak, te weten dat het netto salaris (derhalve € 1.848,--
netto per maand) diende te worden gebruteerd, waarbij geen loonheffingskorting
diende te worden toegepast en het loonheffingstariet van 52% diende te worden
gehanteerd.
Terecht stelt Ten Caat zich op het
standpunt dat indien bedoelde afspraak niet door WHC wordt nagekomen, hij, in
verband met andere inkomsten, een naheffingsaanslag zal ontvangen.
WHC dient derhalve alsnog op de juiste
wijze tot brutering van het overgekomen netto salaris over te gaan. Maandelijks
dient- uitgaande van betaling van de onkosten en € 1.848,-- als nettoloon een bedrag van
€ 2.002,-- door WHC aan de Belastingdienst te worden afgedragen.
WHC
te weinig belasting afgedragen
Nu WHC, blijkens haar eigen opgave, slechts
over 2013 een bedrag van € 14.325,-- heeft afgedragen, is een bedrag van €
9.699,-- te weinig afgedragen. WHC zal worden veroordeeld dat bedrag alsnog te
voldoen. WHC had in 2013 dit bedrag aan de fiscus dienen af te dragen. Nu dat
niet meer- goed- mogelijk is, zal WHC worden veroordeeld voornoemd bedrag
(onder correcte inhoudingen) aan Ten Caat te voldoen.
Het vorenstaande maakt dat de vordering
van Ten Caat, betaling van achterstallig salaris over de periode van 1 januari
2013 tot en met 31 december 2013, deels kan worden toegewezen; datzelfde geldt
voor de vordering over de periode vanaf 1 januari 2014.
Wettelijke
verhoging nihil
Met betrekking tot de gevorderde
wettelijke verhoging zal de arbitragecommissie deze tot nihil matigen, nu WHC
het nettoloon steeds correct aan Ten Caat heeft uitgekeerd. Daarbij klemt dat
in casu partijen het in geld vastgestelde loon expliciet hebben bepaald op een
nettobedrag. Ook speelt de evident moeizame financiële positie van WHC een rol.
Uit het vorenstaande volgt dat de reconventionele
vordering van WHC ten aanzien van het vermeende onverschuldigd betaalde salaris
zal worden afgewezen.
WHC
moet Ten Caat aanmelden pensioenfonds
Daarnaast heeft de arbitragecommissie te
oordelen over de vordering van Ten Caat om per 1 januari 2013 te worden
aangemeld bij de Stichting Pensioenfonds voor de Oefenmeesters.
Partijen zijn in artikel 10 van de
arbeidsovereenkomst overeengekomen dat werknemer zou dienen deel te nemen in de
Stichting Pensioenfonds voor Voetbaloefenmeesters indien en voor zover de
medewerker volgens de richtlijnen van de genoemde stichting daarvoor in
aanmerking komt.
Blijkens de pensioenregeling is deelname
ook mogelijk voor oefenmeesters met een voetbaltechnische functie die in dienst
zijn van een club, uitkomend in de competitie amateurvoetbal van de KNVB.
Nu in de Pensioenregeling
Voetbaloefenmeesters is voorzien in deelname door een amateurtrainer zoals Ten
Caat, volgt naar het oordeel van de arbitragecommissie uit de tussen partijen
gemaakte afspraken dat aanmelding met terugwerkende kracht tot 1 januari
2013 behoort plaats te vinden. Bovendien
klemt dat de heer Van Diepen nog op 25 april 2013 aan Ten Caat heeft bevestigd
dat de afdracht van het pensioen op het overzicht zou worden geregeld. Ook
daaruit volgt dat het kennelijk de bedoeling van partijen was dat Ten Caat pensioen
zou gaan opbouwen. WHC zal worden gelast tot aanmelding over te gaan.
Tussen partijen is niet in geschil dat
WHC het werkgeversdeel van de pensioenpremies dient te dragen, maar partijen
verschillen wel van mening over de vraag of WHC ook het werknemersdeel van de
pensioenpremies voor haar rekening dient te nemen.
WHC
moet ook werknemersdeel pensioen betalen
Uit de arbeidsovereenkomst volgt dat
partijen een nettoloonafspraak hebben gemaakt. Een dergelijke afspraak verhoudt
zich niet met het in de arbeidsovereenkomst onder punt 10.3 bepaalde, nu het
werknemersdeel pensioenpremie alsdan in mindering komt op het nettoloon.
Zoals door de arbitragecommissie reeds
is opgemerkt, komt het bij de uitleg van schriftelijke overeenkomsten niet alleen aan op de taalkundige uitleg
van de bewoordingen van die overeenkomsten, maar ook op de bedoelingen die
partijen over en weer redelijkerwijs aan elkaars gedragingen mochten toekennen
en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
De bedoeling van Ten Caat ten aanzien
van het werknemersdeel van de pensioenpremies was vanaf het begin volstrekt
helder. Bij e-mail d.d. 14 januari 2013 heeft hij er expliciet op gewezen dat,
nu partijen een nettoloonafspraak hebben gemaakt, de verschuldigde
pensioenpremies, waaronder het werknemersdeel, voor rekening komt van WHC. WHC
heeft daarop niet nader gereageerd en - naast hetgeen in de schriftelijke
arbeidsovereenkomst is opgenomen - uitsluitend bij e-mail d.d. 25 april 2013
bevestigd dat de afdracht van het pensioen zou worden geregeld.
Nu, gelet op de expliciet opmerking van
Ten Caat in de e-mail van 13 januari 2013, niet inhoudelijk is gereageerd door
WHC en de bedoeling van Ten Caat uit die e-mail zonneklaar is en ook uit de
overige e-mails van het voormalig bestuur van WHC volgt dat partijen een
nettoloonafspraak hebben gemaakt, oordeelt de arbitragecommissie dat het
redelijkerwijs de bedoeling van partijen moet zijn geweest dat WHC ook het
werknemersdeel van de pensioenpremies zou dragen. WHC zal daartoe dan ook
worden veroordeeld.
Nu WHC in overwegende mate in het
ongelijk is gesteld, zal WHC ook worden veroordeeld in de kosten van deze
procedure, zowel in conventie als in reconventie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten