Een huurder van woonruimte heeft een pony
in zijn schuur staan en de verhuurder, Wold en Waard, wil dat de pony weg gaat.Tijdens
de descente heeft de kantonrechter geconstateerd dat huurder ten behoeve van de
pony in de schuur achter zijn huis een goed onderhouden (afgescheiden)
stalruimte heeft ingericht, waar, volgens huurder, de pony (hoofdzakelijk) des
nachts verblijft.
Voorts heeft de kantonrechter tijdens de
descente waargenomen dat de pony (met een schofthoogte van 76 cm) zich in een
weiland op pakweg 200 meter van de woning bevond. huurder heeft dienaangaande
desgevraagd te kennen gegeven dat de pony daar, behoudens bij ziekte in verband
met hoefbevangenheid, doorgaans vertoeft.
De kantonrechter heeft tijdens de
bezichtiging in de schuur geen ongedierte waargenomen. Ook van onwelriekende
geuren is hem bij die gelegenheid niet gebleken.
De
rechtsvraag
In de deze zaak gaat het onder meer om
het antwoord op de vraag of huurder de pony houdt in strijd met de Algemene
Huurvoorwaarden, dan wel of het houden van die pony op gespannen voet staat met
goed huurderschap. De kantonrechter overweegt daaromtrent het volgende.
Overwegingen
kantonrechter
In
artikel 6.8 van de Algemene Huurvoorwaarden is bepaald dat het de huurder niet
is toegestaan in het gehuurde andere dieren dan de gebruikelijke huisdieren te
houden en in ieder geval geen paard, varken, geit, haan of ander vee.
Refererend aan voormeld artikel heeft
Wold en Waard betoogd dat een pony moet worden vereenzelvigd met een paard, dan
wel valt onder de categorie ander vee. huurder heeft die stelling gemotiveerd
betwist.
Ter onderbouwing van haar stelling dat
een pony een (klein) paard is, heeft Wold en Waard verwezen naar de
omschrijving van het fenomeen pony in Van Dale, Wikipedia en het etymologisch
woordenboek.
De kantonrechter acht de enkele
verwijzing naar woordenboeken en een niet geautoriseerde encyclopedie door Wold
en Waard mede in het licht van het verweer van huurder ontoereikend, nu in de
(wetenschappelijke) literatuur geen eenduidigheid bestaat omtrent het verschil
tussen een pony en een paard. Het had daarom op de weg van Wold en Waard gelegen
om met kracht van argumenten te betogen welke school hier dient te worden
aangehangen. Wold en Waard heeft dat echter nagelaten, zodat zij niet aan de op
haar rustende stelplicht heeft voldaan.
Verder overweegt de kantonrechter dat Wold en
Waard de stelling als zou een pony onder de verzamelnaam vee vallen in het
geheel niet onderbouwd. Ook dienaangaande is Wold en Waard derhalve te kort
geschoten in haar stelplicht, te meer nu, zoals te doen gebruikelijk bij vee,
niet is gebleken dat de onderhavige pony om economische redenen wordt gehouden.
Thans behoeft beantwoording de vraag of
een pony kan worden aangemerkt als een ongebruikelijk huisdier als bedoeld in
de Algemene Huurvoorwaarden. De kantonrechter overweegt ter zake als volgt
Om te beginnen heeft huurder één en
andermaal onweersproken gesteld dat het in zijn directe woonomgeving bepaald
niet ongebruikelijk is dat mensen in hun achtertuin een pony houden, zodat het
ervoor moet worden gehouden dat zulks inderdaad het geval is. Dat het daarbij
gaat om eigen woning bezitters, gelijk Wold en Waard tijdens de descente te
kennen heeft gegeven, doet daaraan niet af.
Voorts verwijst de kantonrechter in dit
kader naar de brief van de staatssecretaris van Economische Zaken van 28
januari 2015 aan de Tweede Kamer waarin wordt aangekondigd dat (vooralsnog) 100
zoogdieren, waaronder de waterbuffel, de schroefhoorngeit, het wrattenzwijn, de
zebra, het paard en de pony, per 1 februari 2015 op de zogeheten
huisdierenlijst worden geplaatst.
Op grond van hetgeen hiervoor is
overwogen komt de kantonrechter tot het oordeel dat een pony in de gegeven
omstandigheden niet kan worden aangemerkt als een ongebruikelijk huisdier.
Ten slotte overweegt de kantonrechter
dat Wold en Waard haar stelling dat het houden van de onderhavige pony overlast
veroorzaakt aan de omgeving in de vorm van de aanwezigheid van insecten, muizen
en stank onvoldoende handen en voeten heeft gegeven.
Zonder nadere toelichting van Wold en
Waard, welke toelichting ontbreekt, valt niet in te zien dat bedoelde overlast
een feit van algemene bekendheid is. Bovendien kan Wold en Waard niet volstaan
met een enkele verwijzing naar een mondelinge, anonieme klacht van een
vermeende buurtgenoot waar huurder zich niet tegen kan verweren. Nu ook de
kantonrechter tijdens de descente geen (potentiële) bronnen van overlast heeft
waargenomen, zullen de stellingen van Wold en Waard ter zake worden verworpen.
Op grond van hetgeen hiervoor is
overwogen worden de vorderingen van Wold en Waard afgewezen.
This is because these lawyers get a fee for their services. Therefore, they have to work harder to get a successful case for you. Learn more about employment law lawyers online.
BeantwoordenVerwijderen