Situatie
Drie mannen afkomstig uit Bosnië-Herzegovina hadden
kaarten gekocht voor een wedstrijdPSV-GNK Dinamo Zagreb. Er bestond een hoog
veiligheidsrisico, omdat er aanwijzingen waren dat een groep aanhangers van GNK
Dinamo Zagreb kaarten zou hebben gekocht voor het thuisvak. Zij hadden eerder
voor ernstige ongeregeldheden gezorgd. Er was daarom een noodverordening van
kracht. PSV heeft extra veiligheidsmaatregelen getroffen, waaronder het
invoeren van extra kaartcontroles in het stadion. Verder mocht slechts één
kaart per Club Card Houder worden gekocht (1 op 1 kaartverkoop). Op weg waren
naar hun zitplaatsen werden de kaarten van de 3 mannen nog een keer
gecontroleerd. Zij kregen uiteindelijk geen toegang tot de wedstrijd, omdat zij
kaarten hadden gekocht met Club Cards die niet op hun naam stonden. Volgens de
mannen zijn zij eruit gepikt vanwege hun uiterlijk (donker haar en donkere
ogen) en de taal die zij spraken (Servisch). Ook voelen zij zich
gediscrimineerd door de wijze waarop zij zijn behandeld tijdens deze extra
kaartcontrole. Eén van de mannen dient hierover een klacht in bij PSV en later
bij het College.
Oordeel College
Het College voor de Rechten van de Mens oordeelt dat PSV
N.V. jegens de man geen verboden onderscheid heeft gemaakt op grond van ras bij
de selectie voor een nadere kaartcontrole en dat niet is gebleken dat PSV N.V.
jegens hem onderscheid op grond van ras heeft gemaakt door de wijze waarop hij
is bejegend tijdens de nadere kaartcontrole. Wel heeft PSV N.V. jegens de man
verboden onderscheid gemaakt op grond van ras door zijn discriminatieklacht
onvoldoende zorgvuldig te behandelen.
Toelichting
Niet is komen vast te staan dat het uiterlijk van de man
een reden was om zijn toegangskaart nog eens te controleren. Wel is duidelijk
dat PSV extra kaartcontroles heeft gehouden, waarbij in ieder geval bezoekers
werden gecontroleerd die niet werden herkend als vaste bezoeker met een Club
Card. De steward die de kaart van de man nogmaals controleerde, heeft gezegd
dat hij vermoedde dat de man geen vaste bezoeker was. Zijn vermoeden werd
bevestigd toen hij de man een vreemde taal hoorde spreken. Selectie (mede) op
basis van het spreken van een vreemde taal treft vooral personen van
niet-Nederlandse afkomst. Daarom levert dit indirect onderscheid op grond van
ras op. Indirect onderscheid is niet verboden als hiervoor een rechtvaardiging
bestaat. Dat was hier het geval. PSV moest voorkomen dat zich ongeregeldheden
zouden voordoen tijdens de wedstrijd.
Er bestond een hoog risico dat aanhangers van GNK Dinamo
Zagreb kaarten voor het thuisvak zouden hebben en daar met de PSV aanhangers
slaags zouden raken. Om die reden waren de extra veiligheidsmaatregelen en in
het verlengde hiervan de nadere controle van bezoekers die niet worden herkend
als vaste bezoeker noodzakelijk. Dat de steward de man voor niet-vaste bezoeker
hield mede vanwege de taal die hij sprak, maakt dat niet anders. Niet is komen
vast te staan dat de man is gediscrimineerd door de wijze waarop hij is
behandeld tijdens de nadere kaartcontrole. De discriminatieklacht van de man is
echter niet zorgvuldig behandeld. PSV heeft de man een toelichting heeft
gegeven op de veiligheidsvoorschriften en de kaartverkoop voor de wedstrijd
maar niet is ingegaan op de klacht van de man dat hij geselecteerd zou zijn
vanwege zijn afkomst, uiterlijk en tal die hij sprak. Ook niet na herhaald
verzoek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten