De feiten
Sinds 1985 deelt Eindhoven
Turkiyem Spor (hierna: ETS), (voorheen V.V. ’t Groenewoud) op sportpark “De
Hondsheuvels” te Eindhoven een paviljoen met Rust Roest. Het beheer van de
kantine is ondergebracht in de stichting Beheer Clubhuis “Woudrust” (hierna te
noemen de stichting).
In de notariƫle akte van oprichting van de
stichting van 19 juli 1984 zijn de volgende - hier van belang zijnde -
bepalingen opgenomen:
“ Doel
Artikel 2.
De Stichting heeft ten doel het bouwen, beheren en
exploiteren van een clubhuis ten behoeve van de te Eindhoven gevestigde
verenigingen C.V.V. Rust Roest en V.V. ’t Groenewoud.
(…)
Bestuur
Artikel 5.
1. De
Stichting wordt bestuurd door een bestuur bestaande uit:
a. Drie
leden, benoemd door het bestuur van de vereniging: C.V.V. Rust Roest, gevestigd
te Eindhoven
b. Drie leden, benoemd door het bestuur van de
vereniging: V.V. ’t Groenewoud, gevestigd te Eindhoven.
(…)
5. Ingeval van vacatures vormen de overblijvende
leden het bestuur, zij zijn gehouden te bevorderen dat zo spoedig mogelijk in
de vacatures wordt voorzien.
6. de
bestuursleden, bedoeld in lid 1 van dit artikel worden door het bestuur van de
desbetreffende vereniging benoemd. Indien een der in het eerst lid van dit
artikel bedoelde bestuursplaatsen moet worden vervuld, geeft het bestuur van de
stichting daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan de besturen van de
verenigingen, welke met de benoeming zijn belast.”
Bij verstekvonnis van 8
juli 2009 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Hertogenbosch onder
andere ETS veroordeelt tot betaling van een bedrag van
€ 30.622,01 terzake achterstallige
gebruikerslasten aan de stichting, dan wel Rust Roest.
ETS heeft met ingang van het seizoen 2009-2010
geen gebruik meer gemaakt van de kantine.
Het geschil
ETS vordert Rust Roest te
veroordelen
1. de toegang tot het clubhuis (met name de
kantine) te verstrekken aan de (bestuurs- en voetbal)leden van ETS,
2. de
toegang aan ETS tot het bestuur van Woudrust te verlenen,
alles op straffe van
verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Rust Roest in de kosten van
deze procedure.
Onderbouwing ETS
Zij legt daaraan het
volgende ten grondslag. Rust Roest handelt onrechtmatig door ETS de toegang tot
het clubhuis (in het bijzonder de kantine), alsmede het besuur van Woudrust te
verbieden. Het voetbalseizoen 2012/2013 is weer van start gegaan en leden van
ETS kunnen op dit moment geen gebruik maken van de sanitaire voorzieningen en
kunnen geen consumpties aanschaffen. Daarnaast is het voor ETS van groot belang
om te beschikken over een internetaansluiting, aangezien door de voetbalbond
digitale aangifte van de wedstrijden wordt vereist. ETS meent, anders dan Rust
Roest, dat zij niet verplicht kan worden tot betaling van enig bedrag met
betrekking tot de periode dat zij geen toegang had tot de kantine.
Verweer Rust Roest
Rust Roest meent dat ETS
zelf de beslissing heeft genomen om geen gebruik meer te maken van de kantine
en dat zij daar niet eenzijdig op terug kan komen. Volgens Rust Roest dient ETS
als “indirect” eigenaar van de kantine de aan het gebruik van de kantine verbonden
lasten mede te dragen
Oordeel rechtbank
De stichting is een
zelfstandige rechtspersoon en dient te worden onderscheiden van ETS enerzijds
en Rust Roest anderzijds. Ter zitting is komen vast te staan dat het
erfpachtsrecht met betrekking tot het clubhuis (waarvan de kantine onderdeel
uitmaakt), berust bij de stichting. Dit heeft tot gevolg dat de risico’s en het
genot van de zaak die aan het erfpachtsrecht zijn verbonden aan de stichting
toekomen. Omdat de stichting geen leden kent, kan niet worden gezegd dat ETS en
Rust Roest indirect rechthebbende zijn van het erfpachtsrecht van het clubhuis.
Zolang de statuten niet zijn gewijzigd heeft
de stichting volgens art. 2 van de statuten ten doel het beheren alsmede
exploiteren van het clubhuis ten behoeve van ETS en Rust Roest. Partijen zijn
het er over eens dat in dat kader destijds afspraken zijn gemaakt over het
gebruik van de kantine. De voorzieningenrechter gaat er vanuit dat de toegang
en het gebruik van (ruimten in) het clubhuis gebaseerd is op contractuele afspraken
tussen ETS en Rust Roest enerzijds en de stichting anderzijds. Ter zitting is
komen vast te staan dat ETS met ingang van het seizoen 2009-2010 geen gebruik
meer heeft gemaakt van de faciliteiten van de kantine. Eveneens is gebleken dat
er (inmiddels) geen bestuursleden van ETS meer zitting hebben in de stichting.
Of het vertrek van ETS uit de kantine moet worden gekwalificeerd als
beƫindiging van een destijds bestaand hebbende overeenkomst, kan de
voorzieningenrechter in dit kort geding niet vaststellen. Of het al dan niet
gedwongen vertrek van ETS uit het clubhuis tot gevolg heeft dat zij niet
(langer) hoeft bij te dragen aan de kosten van de exploitatie van het clubhuis
kan de voorzieningenrechter evenmin vaststellen.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter
brengt een redelijke uitleg van de statutaire doelstelling van de stichting -
beheren en exploiteren van het clubhuis ten behoeve van ETS en Rust Roest - mee
dat ETS jegens de stichting recht heeft
op toegang tot het clubhuis, waarbij de stichting - gezien het feit dat de
stichting het clubhuis dient te beheren en exploiteren - aan de toegang van
(leden van) ETS voorwaarden samenhangende met beheer en exploitatie van het
clubhuis mag verbinden. Nu in casu
evenwel vast staat dat de stichting rechthebbende is van het erfpachtsrecht van
het clubhuis en ETS niet de stichting, maar Rust Roest heeft gedagvaard, dient
ETS niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar eerste vordering jegens Rust
Roest.
Hetzelfde heeft te gelden
voor de door ETS onder 2 gevorderde toegang tot het bestuur van de stichting.
Op grond van artikel 5 van de statuten wordt het bestuur van de stichting
gevormd door drie leden, benoemd door het bestuur van ETS en drie leden benoemd
door het bestuur van Rust Roest. Het is derhalve aan ETS om in de benoeming van
drie (nieuwe) bestuursleden te voorzien en daarvan mededeling te doen aan (het
zittende bestuur van) de stichting. Dat ETS hieraan inmiddels heeft voldaan, is
ter zitting niet duidelijk geworden. ETS heeft wel verklaard dat er 3 nieuwe
bestuursleden zouden zijn aangewezen, maar zij heeft deze stelling niet met
stukken of anderszins onderbouwd.
Nog daargelaten derhalve de vraag of ETS wel
toegang tot het bestuur van de stichting kan vorderen, nu haar op grond van de
statuten enkel de bevoegdheid toekomt om bestuursleden te benoemen, valt niet
in te zien hoe zij jegens Rust Roest, ook slechts bevoegd tot het benoemen van
drie bestuursleden in het bestuur van de stichting, toegang tot dat bestuur kan
afdwingen. ETS zal dan ook in deze vordering jegens Rust Roest niet
ontvankelijk worden verklaard.
Dit betekent dat ETS met de door haar
ingestelde vorderingen niet het daarmee beoogde doel kan bereiken. Het komt de
voorzieningenrechter voor dat het thans op de weg van ETS ligt om (drie) nieuwe
bestuursleden te benoemen, waarna het alsdan samengestelde bestuur van de
stichting bij vergadering besluiten kan nemen ten aanzien van de invulling van
de doelstelling van de stichting, te weten het beheren en exploiteren van een
clubhuis ten behoeve van ETS en Rust Roest. Op grond van artikel 8, lid 1 van
de statuten van de stichting vergadert het bestuur zo dikwijls de voorzitter of
degene die hem als zodanig vervangt, ofwel tenminste twee bestuursleden dit
gewenst acht(en).
Uitspraak
De rechter verklaart ETS
niet-ontvankelijk in haar vorderingen
De uitspraak staat HIER
Geen opmerkingen:
Een reactie posten