De voorzieningenrechter van de rechtbank
Gelderland heeft bepaald dat de samenwerking tussen enerzijds de Stichting
Rijvaardigheidsbewijzen Recreatieruiter (SSR) en anderzijds de Koninklijke
Nederlandse Hippische Sportfederatie(KNHS) en de Federatie van Nederlandse
Ruitersportcentra (FNRS) niet kan worden opgezegd op de manier zoals KNHS en
FNRS thans hebben gedaan. De organisaties moeten o.a. voor de examinering van
de ruiterbewijzen en menbewijzen (voorheen koetsiersbewijzen) met elkaar
blijven samenwerken. De door de KNHS vanaf 1 maart 2015 afgegeven ruiter- en
menbewijzen hoeven niet ongeldig te worden verklaard.
De samenwerking is door de KNHS en later
ook de FRNS eenzijdig opgezegd. Waarop de SRR een kort geding heeft
aangespannen.
De SRR vorderde in kort geding:
- nakoming door de KNHS van twee
overeenkomsten tussen SRR en KNHS, waarin onder meer een samenwerking op het
gebied van examinering voor het behalen van ruiter- en menbewijzen is
afgesproken.
- ongeldig verklaring van de onlangs
door KNHS afgegeven ruiter- en menbewijzen en nieuwe, aangepaste bewijzen naar
de leden van de KNHS verstuurt met daarbij een rectificatiebrief.
- een rectificatie van de KNHS op de
website.
De FNRS heeft zich in dit kort geding
gevoegd aan de zijde van KNHS.
De voorzieningenrechter wijst de
vorderingen tot nakoming van de twee gesloten overeenkomsten toe, op grond dat
het samenhangende overeenkomsten zijn en de opzegging door KNHS niet
rechtsgeldig is gedaan.
De vorderingen tot het ongeldig
verklaren van de afgegeven ruiter- en menbewijzen en tot rectificatie worden
afgewezen, nu daarvoor onvoldoende grond bestaat en onvoldoende aannemelijk is
geworden dat sprake is van onjuiste berichtgeving van de zijde van KNHS.
Bron: rechtspraak.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten