vrijdag 8 juni 2012

De werkweigerende amazone



De feiten 
Zaak in hoger beroep.
Apellant is eigenaar van het paard Tornaxs P en hij heeft een stoeterij met dressuurpaarden. Geïntimeerde beoefent de dressuursport als amazone. 
Tussen partijen bestaat een overeenkomst die inhoud dat de amazone het paard zou trainen tot niveau Z2 en dat alleen na overleg het paard zou worden verkocht. In 2009 heeft Tornaxs P de klasse Z2 bereikt. Eind juni 2009 heeft de eigenaar van het paard voorgesteld om Tornaxs P - die inmiddels een aanzienlijke waarde zou hebben - te verkopen, welk voorstel door  de amazone niet werd gedeeld. 
De eigenaar van het paard heeft  de amazone op 7 juli 2009 op staande voet ontslagen omdat de arbeidsverhouding dusdanig verstoord zou zijn dat voortzetting niet meer mogelijk was (aanleiding was het niet meewerken aan de verkoop van Tornaxs P). Later is de eigenaar van het paard hier op terug gekomen en heeft hij  het ontslag op staande voet van de amazone ingetrokken. Na de hervatting van de dienstbetrekking weigerde  de amazone om (bepaalde) instructies van de eigenaar van het paard op te volgen omdat zij voorheen meer vrijheid heeft gehad bij het uitvoeren van haar werkzaamheden. De kantonrechter heeft eerder bepaald dat de eigenaar van het paard het loon alsnog moest uitbetalen aangezien het ontslag op staande voet onterecht was.

het geschil
De eigenaar van het paard beroept zich erop dat de amazone tijdens het ontslag niet heeft gewerkt en daarna weigerde bepaalde instructies op te volgen en dus geen recht heeft op loon.

 de amazone vordert dat het loon dat zij tijdens de ontslagperiode en de periode daarna niet heeft ontvangen alsnog moet worden uitbetaald omdat er onjuist is opgezegd en dus de arbeidsovereenkomst is doorgelopen. (De eigenaar van het paard is er zelf op het ontslag terug gekomen.)

Het hof stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd door de opzegging van 7 juli 2009. Het geschil spitst zich toe op de vraag of, en zo ja: over welk tijdvak gelegen tussen 14 juli 2009 en 1 december 2009, de eigenaar van het paard gehouden is aan de amazone haar loon te betalen.
Het hof stelt voorop dat de artikelen 7:627 en 7:628 BW een risicoregeling inhouden, die erop neerkomt dat de werknemer geen recht heeft op loon wanneer hij geen arbeid verricht, maar dat de werknemer het recht op loon behoudt indien hij de overeengekomen arbeid niet heeft verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever dient te komen. 

De amazone heeft haar werkzaamheden gestaakt naar aanleiding van het ontslag op staande voet, zoals hiervoor aangehaald. Aangezien het de amazone daarbij uitdrukkelijk is verboden om nog werkzaamheden te verrichten en de arbeidsplaats te betreden, is het hof van oordeel dat het niet verrichten van de bedongen arbeid door de amazone vanaf 7 juli 2009 in redelijkheid voor rekening van de eigenaar van het paard komt. 
Tevens is het hof van mening dat het de eigenaar van het paard vrij staat om op ieder moment zijn autoriteit als werkgever te laten gelden, en dat deed hij op 23 september, en werkinstructies te geven aan de geïntimideerde, ook al heeft hij eerder niet gedaan. Geïntimideerde had gehoor moeten geven aan de redelijke instructies van de de eigenaar van het paard.

De beslissing
Het hof oordeelt dat de eigenaar van het paard het loon over het tijdvak van 14 juli 2009 tot en met 22 september 2009 alsnog uitbetaald moet worden, maar dat het weigeren om instructies op te volgen voor rekening van de de amazone komt en dat daarom het loon na de opnieuw tewerkstelling (van 22 september tot 1 december) niet hoeft worden uitbetaald.

De uitspraak staat HIER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten