LJN BW4029, Gerechtshof Leeuwarden , Datum 24-04-2012
De feiten
BV Sport wil het contract van een werknemer ontbinden omdat hij niet (tijdig) een diploma heeft behaald. De kantonrechter heeft eerder bepaald dat het niet (tijdig) halen van het diploma door de werknemer, in de risicosfeer van de werkgever ligt. De vordering tot ontbinding werd afgewezen. De werknemer van BV Sport zou aan de slag gaan als docent lichamelijke opvoeding bij een basisschool maar mag dit nu niet omdat hij niet in het bezit is van zijn ALO diploma. De werknemer wordt nu niet toegelaten tot zijn werkzaamheden als combinatiefunctionaris bij BV Sport. BV Sport wil hem nu als toezichthouder in een zwembad tewerk stellen, maar de werknemer weigert dit.
Het geschil
Stellende dat hij een spoedeisend belang heeft, heeft de werknemer in eerste aanleg gevorderd dat BV Sport hem, op straffe van een dwangsom, zal toelaten tot zijn werkzaamheden als combinatiefunctionaris. BV Sport heeft de vordering betwist.
BV Sport heeft aangevoerd dat het voor haar onmogelijk is om de werknemer te werk te stellen als combinatiefunctionaris, omdat de scholen waar hij zou moeten werken, dit weigeren omdat hij niet over de voor deze functie vereiste diploma's beschikt en evenmin een ALO-opleiding volgt.
De beoordeling
Met BV Sport is het hof van oordeel dat hiermee haar belang bij de weigering om de werknemer tot zijn werkzaamheden als combinatiefunctionaris toe te laten, is gegeven.
Daar komt nog eens bij dat zelfs nadat BV Sport met het vonnis van de voorzieningsrechter, waarin stond dat de werknemer in dienst moest blijven, bij verschillende basisscholen is langs gegaan, de basisscholen alsnog de werknemer van BV Sport niet in dienst wilde nemen.
Tegenover het belang van BV Sport moet het belang van de werknemer om zijn werkzaamheden uit te kunnen oefenen, worden afgewogen. De werknemer heeft naar het oordeel van het hof onvoldoende gemotiveerd aangevoerd dat en waarom hij belang bij wedertewerkstelling heeft om zijn kennis en vaardigheden te onderhouden en zich voor te bereiden op het volgen van de ALO-opleiding.
Het ging immers vanaf het moment waarop de werknemer in eerste aanleg wedertewerkstelling vorderde, nog slechts om een periode van enkele maanden. De werknemer had daarvoor ook al geruime tijd geen werkzaamheden verricht zonder dat dit aanleiding voor hem was om een vordering tot wedertewerkstelling aanhangig te maken.
Het voorgaande in aanmerking genomen is het hof van oordeel dat van de werknemer redelijkerwijs mag worden verwacht dat hij ingaat op het aanbod van BV Sport om de periode tot aanvang ALO-opleiding, en dus de periode dat hij (nog) niet als combinatiefunctionaris aan de slag kan, als toezichthouder zwembad te gaan werken.
De beslissing
Het vonnis van de voorzieningenrechter wordt vernietigd, de vorderingen van de werknemer worden alsnog afgewezen en hij wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties.
De uitspraak staat HIER
Geen opmerkingen:
Een reactie posten