dinsdag 3 juli 2012

Algemene voorwaarden sportschool/fitnessclub onredelijk bezwarend (en eiser weet dat)




Een klant heeft een tweejarig abonnement bij een sportschool. Na een aantal maanden loopt de klant een betalingsachterstand op. De sportschoolhouder vordert op grond van de algemene voorwaarden niet alleen de reeds vervallen termijnen, maar ook alle nog te vervallen termijnen.
Volgens de algemene voorwaarden zijn bij een betalingsachterstand ook de nog resterende termijnen ineens opeisbaar, waarbij de sportschool ook nog het recht heeft om de klant de toegang tot de faciliteiten te ontzeggen tot het moment dat de klant geheel aan die betalingsverplichting heeft voldaan.
De klant voert geen verweer, maar wordt in dit geval geholpen door de kantonrechter die uit zichzelf, ook wel ambtshalve genoemd, gaat toetsen of de voorwaarde niet onredelijk bezwarend is. De kantonrechter is van mening dat de wanverhouding tussen de tekortkoming van de schuldenaar (dat wil zeggen: het niet betalen van één of meerdere maandtermijnen) en de consequenties die voormelde bepaling aan die tekortkoming verbindt. De consequenties zijn de directe opeisbaarheid van alle (resterende) maandtermijnen bij een overeenkomst met een duur van twee jaar en het recht van de sportschool de klant niet toe te laten zolang niet het gehele abonnement van twee jaar betaald is.
De kantonrechter oordeelt dat het beding onredelijk bezwarend is (artikel 6:233 onder a BW).
De kantonrechter wijst de vordering daarom maar gedeeltelijk toe. De kantonrechter veroordeelt de klant tot het betalen van de opeisbare termijnen en geeft de klant het recht weer gebruik te maken van de faciliteiten als hij weer "bij " is met betalen.

Tot slot:
De namens de eiser, Health City?, optredende deurwaarder Sneijders vliegt m.i. hier uit de bocht. Vorig jaar had die deurwaarder in een zelfde zaak, hetzelfde oordeel ook al eens van de rechter in Den Bosch te horen gekregen. Uitspraak HIER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten