In de aanloop naar de
aanstaande Olympische Spelen in Londen probeerde een aantal sporters via de
rechter een Olympisch ticket af te dwingen. De turn(st)ers Wyomi Masela, Céline
van Gelder en Jeffrey Wammes stapten naar de rechter, evenals de
marathonloopster Miranda Boonstra en mountainebikester Lieke Klaus.
Geert Slot, hoofd
corporate communicatie van sportkoepel NOC*NSF, zegt dat het nog steeds om een
klein aantal gaat, maar dat er voor de aankomende Spelen inderdaad vaker een
gang naar de rechter werd gemaakt dan bij voorgaande edities. “Of het een
nieuwe trend is gaan we over 2 jaar voor Sochi en 4 jaar voor Rio de Janeiro
wel merken.”
Belangen
De sportieve en
commerciële belangen nemen in veel sporten toe en daarmee ook de inzet van
juridische wapens, analyseert onderzoeker Ben van Rompuy, senior onderzoeker
Internationaal en Europees Sportrecht bij het T.M.C. Asser Instituut. “Er is
onder sporters een grotere bewustwording, ze leggen zich niet zomaar neer bij
beslissingen van hogerhand. Ze zijn ook eerder bereid hun rechten af te
dwingen.”
Limieten
Een gang naar de rechter
is vaker niet succesvol dan wel, constateert Van Rompuy. Marathonloopster
Miranda Boonstra en mountainbikester Lieke Klaus probeerden via een kort
geding Olympische kwalificatie te bereiken. Dat lukte niet. Terecht, vindt
Van Rompuy. “Dit soort zaken doet een beroep op redelijkheid en billijkheid.
Maar het gaat vaak om duidelijk vastgestelde Olympische limieten. Als je die
door de vingers ziet, staan er zó vijf andere sporters voor de rechter. Dan open
je de doos van Pandora.” Zelfs bij de luttele 8 seconden die Miranda Boonstra
tekort kwam op de marathon van ruim 42 kilometer? “Ja”, zegt Van Rompuy. “Je
kunt niet toegeven omdat het zo’n toffe dame is.”
Kort geding
Turner Jeffrey Wammes won
in maart dit jaar wel het kort geding dat hij tegen de nationale turnbond had
aangespannen. De bond had vlak daarvoor Epke Zonderland aangewezen voor
deelname aan de OS. Te voorbarig, oordeelde de rechter. De bond moest nog een
aantal extra wedstrijden afwachten voor een definitieve keuze werd gemaakt.
Wammes profiteerde uiteindelijk niet van de nieuwe kans: hij presteerde
duidelijk minder dan zijn concurrent. Ook turnster Céline van Gerner spande een
kort geding aan tegen de turnbond toen deze Wyomi Masela aanwees voor de
Olympische Spelen. Van Gerner maakte wél gebruik van haar juridisch afgedwongen
herkansing: half juni werd zij door de turnbond officieel aangewezen voor de
Spelen.
Hogere regel
Het positieve vonnis
voor beide turners kan Van Rompuy goed volgen. “Het bijzondere aan deze zaken
is dat het gaat om een competitie tussen twee genomineerden. Bovendien was er
sprake van een inconsistentie tussen de interne selectieprocedure van de
sportbond en de kwalificatieprocedure voorgeschreven door NOC*NSF. De rechters
hebben voorrang gegeven aan de ‘hogere’ regel dat concurrerende sporters zich
kunnen bewijzen tijdens een langere periode van wedstrijden.” Voor dit soort
oordelen zijn reguliere rechters voldoende toegerust, vindt Van Rompuy. “Het
sportelement is in de meeste rechtszaken een bijkomstigheid. In de kern gaat
het om het respecteren van de regels. Sporters zijn emotioneel betrokken,
rechters toetsen de correcte toepassing van reglementen.”
De Olympische Spelen beginnen op 27 juli.
De Olympische Spelen beginnen op 27 juli.
Bron: rechtspraak.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten