woensdag 17 oktober 2012

Nieuwe uitgave! Het boek "Inleiding sport en recht"

Mijn magnum opus is verschenen en is HIER te koop.


De toegenomen juridisering van de samenleving in combinatie met de steeds grotere financiële belangen is in de sport duidelijk zichtbaar. Ook is de maatschappelijke belangstelling voor sport in de afgelopen jaren toegenomen. Die trends leiden ertoe dat er bij sporters, sportverengingen, sportbonden en andere bij de sport betrokkenen een toegenomen behoefte is aan juridische advisering en relevante juridische informatie. De sport kent veel, maar vooral ook veel verschillende juridische aspecten. Te denken valt aan het arbeidsrecht, het verenigingsrecht, het aansprakelijkheidsrecht, image rights, maar ook voor de sport specifieke regelingen op het gebied van doping.
De auteur heeft er bewust voor gekozen de voor de sportprofessional meest relevante juridische onderdelen te behandelen. Het boek streeft er op geen enkele wijze naar om alle voor de sport relevante juridische onderwerpen te behandelen.

Inleiding Sport en Recht
is geschreven met als doel om op een toegankelijke manier een begin van inzicht te verschaffen in de juridische aspecten van de sport. Bij het boek is een website www.inleidingsportenrecht.nl waar aanvullende informatie te vinden is. Lezers die op de hoogte willen blijven van de meest recente ontwikkelingen op het terrein van sport en recht kunnen terecht op de blog van de auteur: http://sportenrecht.blogspot.nl.

vrijdag 12 oktober 2012

Voetballer Özil moet contract met Nike nakomen

LJN: BY0016, Rechtbank Amsterdam Datumuitspraak: 12-10-2012
De Duitse voetballer Mesut Özil mag niet op Adidas schoenen spelen voordat hij Nike de gelegenheid heeft gegeven een concurrerend sponsoraanbod te doen. Dit heeft de voorzieningenrechter in Amsterdam besloten in een kort geding dat Nike had aangespannen tegen de voetballer.
'Matching right'
Özil stond onder contract van Nike dat in juli van dit jaar afliep. Volgens de contractvoorwaarden heeft Nike het recht om een eventueel aanbod van potentiële andere sponsors te evenaren, het zogenaamde ‘matching right’. Dat recht bestaat nog tot eind van dit jaar. Inmiddels speelt Özil op officiële wedstrijden al wel op Adidas schoenen.
Dwangsom
De voetballer heeft laten weten nog geen contract met een andere sponsor te hebben afgesloten. De rechter vindt het echter niet aannemelijk dat Özil Adidas schoenen is gaan dragen zonder daarvoor een tegenprestatie te ontvangen. De rechter heeft beslist dat Özil zijn verplichting moet nakomen en een aanbod van een ander sponsormerk eerst aan Nike moet voorleggen om deze in staat te stellen een nieuw aanbod te doen. Doet Özil dit niet, dan moet hij een dwangsom betalen van €150.000 per dag.
Zonder merkaanduiding
Als er daadwerkelijk geen contract met Adidas bestaat dan dient Özil dat aan te tonen door 180 dagen op schoenen zonder merkaanduiding te spelen. Daarna is hij vrij om een contract met een andere sponsor af te sluiten zonder dat Nike een ‘matching right’ heeft. 

De uitspraak staat HIER

donderdag 11 oktober 2012

Arbitragecommissie KNVB: Stichting Sportpromotie "De Treffers" tegen Grot: werknemer moet schadevergoeding betalen voor opzeggen van niet opzegbare arbeidsovereenkomst





De feiten
Grot is op 31 januari 2012 een tweetal arbeidsovereenkomsten aangegaan met De Treffers.
De eerste arbeidsovereenkomst  betrof een arbeidsovereenkomst waarbij Grot bij De Treffers in dienst trad in de functie van voetballer voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011.
De tweede arbeidsovereenkomst is - voor dezelfde functie - aangegaan voor de periode van 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2013. Daarin is onder meer het volgende bepaald.
-          artikel 1 lid 2: "Indien Medewerker deze arbeidsovereenkomst tussentijds wenst te beëindigen,  is de Stichting bereid mee te werken aan een beëindiging met wederzijds  goedvinden indien Medewerker  of een door Medewerker  aan te wijzen derde i.v.m. de voortijdige beëindiging van deze overeenkomst een (nader)  door de Stichting te bepalen vergoeding betaalt.".
-          artikel 3 lid 1: "Medewerker treedt in dienst voor een gedeeltelijk dienstverband. De
arbeidsduur bedraagt gemiddeld  6 uur per week. Evenwel bestaat de mogelijkheid dat met de werkzaamheden in voorkomend geval meer uren zullen zijn gemoeid, overigens  zonder dat zulks aanleiding  zal zijn tot wijziging  van het salaris."
-          artikel4.1: "Het basissalaris per seizoen bedraagt  het bruto equivalent  van € 3.000,00 netto (inhouding  volgens belastingtabel schijf 1). Onder seizoen wordt in deze overeenkomst verstaan de periode van 1 juli van enig jaar t/m 30 juni direct daaropvolgend. Dit basissalaris is inclusief een vakantietoeslag van 8%."
-          artikel4.3: "Medewerker heeft aanspraak  op een (wedstrijd)premie- en/of bonusregeling overeenkomstig het bepaalde in bijlage I en 11. Over de premie/bonus wordt geen vakantietoeslag betaald.
-          artikel 5 lid 1:"De  Stichting draagt zorg voor aanmelding door de Vereniging ter registratie  bij de KNVB van het onderhavige dienstverband."

Tussen Grot en met name de trainer van de Vereniging De Treffers zijn kort na de aanvang van het seizoen 2011-2012 problemen ontstaan. Eind september laat Grot aan de Treffers weten dat hij toch zal blijven
Echter, op 30 september 2011, heeft Grot aan de heer Langeveld het volgende sms-bericht gestuurd: "Sorry  mr Langenveld  Ik heb toch de beslissing gemaakt om het toch te doen ik Kom vanaaf met de overschrijving en mijn Werk contract hoop op uw medewerking gr gil "
De heer Langeveld heeft daarop de volgende sms-berichten aan Grot verstuurd:
"Je hoeft niet te komen geven geen overschrijving" en "Lijkt me ook beter dat we deze zaak laten bezinken en dat je ft bij delrefters wegblijf ben diep teleurgesteld."

Het geschil
Partijen verschillen van mening over de vraag of Grot de arbeidsovereenkomst tussen partijen al dan niet heeft opgezegd en (derhalve) aan De Treffers de gefixeerde schadeloosstelling is verschuldigd. Voorts verschillen partijen over de omvang van het Grot toekomende salaris, zowel over de periode tot de vermeende opzegging en - ingeval niet van opzegging sprake is geweest - over de periode daarna.

Standpunt De Treffers
De Treffers stelt zich op het standpunt dat Grot de arbeidsovereenkomst per 30 september  2011, althans op 1 februari 2012, met De Treffers heeft opgezegd en die opzegging hem jegens De Treffers schadeplichtig maakt. De Treffers vordert als schadeloosstelling het loon dat Grot tot het einde van de arbeidsovereenkomst - 1 juli 2013- in de visie van De Treffers zou hebben genoten. Bij de berekening van de hoogte daarvan heeft De Treffers zowel het gehele basisloon over de periode tot 1 juli 2013 meegewogen als de ingeschatte wedstrijdpremies voor de resterende duur van het contract samengeteld.
Standpunt Grot
Grot stelt zich op het standpunt dat hij de arbeidsovereenkomst niet heeft opgezegd, althans dat hij dat niet per 30 september 2011 heeft gedaan. Grot stelt dat de arbeidsovereenkomst na 30 september 2011 is doorgelopen en hij recht heeft op doorbetaling van zijn salaris. Daarnaast  stelt Grot dat zijn arbeidsovereenkomst niet voldoet aan de richtlijnen van de KNVB. Grot heeft gewezen  op het Uitvoerings­/wijzigingsbesluit Topklasse en contractspelers in het amateurvoetbal. In bedoelde besluit is onder 4 bepaald dat de omvang van de arbeidsovereenkomst ten minste12 uur per week dient te bedragen en een contractspeler minimaal het voor hem geldende minimumjeugd)loon dient te verdienen.
Grot stelt dat De Treffers maar salaris voor 6 uren per week heeft uitbetaald,  terwijl Grot, gelet op bedoeld besluit, recht had op loonbetaling over 12 uren en hij derhalve nog recht heeft op een arbeidsvergoeding voor 6 uren per week over de periode januari 2011 tot en met 31 augustus 2011. Volgens Grot komt dit neer op een extra nettoloon van totaal € 2.000,--. Daarnaast heeft Grot het loon gevorderd over de periode van1 september 2011 tot en met 31 januari 2012 op grond van een arbeidsduur  van 12 uren per week. Grot stelt dat deze vordering neerkomt  op een netto bedrag van € 2.500,-­een hij derhalve nog recht heeft op nettoloon ten bedrage van totaal € 4.500,--.

Oordeel arbitragecomissie
In de gesprekken eind september is namens De Treffers getracht Grot voor de club te behouden. Grot daarentegen heeft De Treffers medegedeeld dat indien De Treffers niet zou meewerken aan de door Grot gewenste overschrijving naar WKE te Emmen, Grot niet meer voor De Treffers wilde uitkomen. Na diverse gesprekken eind september 2011 heeft Grot uiteindelijk op 29 september 2011 De Treffers expliciet toegezegd dat hij toch bij De Treffers zou blijven en hij daarmee zijn contract zou voortzetten. Vervolgens heeft hij echter per sms op 30 september 2011 via de heer Langeveld aan De Treffers bericht
dat hij daarop terugkwam dus niet meer voor De Treffers wilde uitkomen en met De Treffers wilde komen tot directe overschrijving en inlevering van zijn werkcontract  Nu De Treffers al eerder aan Grot had medegedeeld dat men Grot aan zijn arbeidsovereenkomst wenste te houden en niet aan overschrijving zou meewerken en Grot desondanks langs de hiervoor bedoelde lijn De Treffers heeft bericht dat zij hij op zijn oorspronkelijke beslissing om bij De Treffers te blijven terugkwam, mocht De Treffers- juist in het licht van het eerdere overleg tussen partijen - als een opzegging van de arbeidsovereenkomst beschouwen. Grot is daarna ook niet meer bij De Treffers geweest, noch heeft hij op een andere wijze met De Treffers contact gezocht.
Dat aan Grot, zoals door hem is gesteld, een instructie is gegeven om zijn arbeid niet verder te verrichten na zijn sms van 30 september 2012 en hij daarom niet bij De Treffers is verschenen, wordt door de arbitragecommissie niet gevolgd. Uit het sms­ bericht van 30 september 2011 van de heer Langeveld wordt een dergelijke
non-actiefstelling door de arbitragecommissie niet afgeleid; de heer Langeveld reageert in zijn bericht van 30 september 2011 op de aankondiging van Grot dat hij diezelfde dag naar de club zou komen met zijn werkcontract en overschrijvingpapieren. Dat heeft de heer Langeveld afgehouden.
Dat Grot de arbeidsovereenkomst niet wenste voort te zetten en direct en aansluitend voor WKE te Emmen wenste te gaan spelen, blijkt voorts uit het feit dat de voorzitter van WKE direct na 30 september 2011 daartoe contact met de heer Janssen heeft opgenomen. Grot is ook aansluitend daadwerkelijk in Emmen als fitnesstrainer begonnen.
Uit het bericht van Grot van 30 september 2011 en de genoemde omstandigheden volgt dat Grot duidelijk en ondubbelzinnig aan De Treffers heeft verklaard dat hij zijn werkzaamheden voor De Treffers direct en definitief staakte en daarmee de arbeidsovereenkomst beëindigde.
Grot heeft immers, juist gelet op het overleg voorafgaande aan zijn opzegging op 30 september 2011, kennelijk een weloverwogen beslissing genomen om zijn werk en voetbalcarrière te Emmen voort te zetten.
Nu in de tussen partijen vigerende arbeidsovereenkomst geen mogelijkheid was opgenomen voor tussentijdse (eenzijdige) beëindiging- artikel1 lid 2 is in de visie van de arbitragecommissie niet als zodanig te begrijpen (onder omstandigheden was De Treffers gehouden tot meewerking aan een beëindigingswens van Grot; bedoelde omstandigheden doen zich in casu echter niet voor) - is Grot jegens De Treffers schadeplichtig te achten.
            Uit jurisprudentie, bijvoorbeeld JAR 2011, 53 volgt dat, gelet op het forfaitaire karakter van artikel 7:680 BW, de term "vastgesteld loon" restrictief dient te worden uitgelegd,
            Een gefixeerde schadevergoeding, gebaseerd op het reguliere loon vanaf de datum van opzegging - 30 september 2011 -tot de datum waarop de arbeidsovereenkomst van rechtswege zou eindigen - 30 juni 2013 - en derhalve bijna twee jaren, acht de arbitragecommissie echter ook bovenmatig.
De arbitragecommissie matigt de gefixeerde schadevergoeding tot het (afgeronde) bedrag dat Grot in een periode van drie maanden bij De Treffers zou hebben verdiend en derhalve tot € 1.100,-- bruto.

Beslissing
De arbitragecommissie veroordeelt Grot tot betaling van € 1.100,-- bruto aan De Treffers, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening en veroordeelt Grot in de kosten van de KNVB ad € 250,--.

Lees de beslissing HIER

Intrekking cassatieberoep staatssecretaris: Profvoetballer verrichtte persoonlijke werkzaamheden op buitenlands trainingskamp

Intrekking cassatieberoep staatssecretaris van 21 september in lopende procedure Hoge Raad nr. 2012/03814 n.a.v. uitspraak Hof Den Bosch van 29 juni 2012, nr. 2012/00024
A is beroepsvoetballer. Hij woonde in 2002 in Nederland en was in dienstbetrekking werkzaam. Uit hoofde daarvan genoot A een loon dat mede bestond uit een basissalaris. In 2002 verbleef A met zijn club in Spanje en Thailand wegens aldaar georganiseerde trainingskampen. Tijdens die trainingskampen werden (vriendschappelijke) oefenwedstrijden gespeeld. Die wedstrijden waren toegankelijk voor het publiek.
In geschil is of A recht heeft op belastingvrijstelling t.z.v. het aan de die trainingskampen toerekenbare deel van het basissalaris.
RechtbankDe rechtbank heeft die vraag ontkennend beantwoord, omdat die trainingskampen, waaronder de bedoelde wedstrijden, waren gericht op training en niet op het publiek. Daarom heeft A geen persoonlijke werkzaamheden als zodanig verricht in Spanje en Thailand en heeft hij geen recht op de bedoelde belastingvrijstelling.
HofHet hof stelt A echter in het gelijk. Onder verwijzing naar het arrest 9 februari 2007 nr. 41 478 wordt geoordeeld dat in de omstandigheden van het geval niet anders kan worden geoordeeld dan dat A persoonlijke werkzaamheden als zodanig heeft verricht. Het hof vindt dat er geen reden is om A in dit verband anders te behandelen dan de sporter uit genoemd arrest.
De staatssecretaris laat weten dat hij zijn cassatieberoep heeft ingetrokken. Ter toelichting merkt hij het volgende op.
In het onderhavige geval verbleef belanghebbende in het kader van zijn dienstbetrekking bij X nv ten dele in het buitenland. Hij verbleef onder meer gedurende tien dagen in Spanje en gedurende twaalf dagen in Thailand wegens aldaar georganiseerde trainingskampen. Tijdens het trainingskamp in Spanje heeft X oefenwedstrijden gespeeld tegen onder meer Y. en Z. Tijdens het trainingskamp in Thailand is onder andere een vriendschappelijke wedstrijd gespeeld tegen het nationale elftal van Thailand. Al deze wedstrijden waren toegankelijk voor publiek.
In het arrest van 9 februari 2007, nr. 41 478, BNB 2007/144c*, was sprake van een sporter, die onder meer tien dagen in Spanje verbleef. In Spanje bestonden zijn werkzaamheden uit trainingsarbeid, het uitdragen van de sponsornaam en het onderhouden van contacten met de pers. De Hoge Raad besliste dat een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting moest worden verleend. Gelet op dit arrest meen ik dat van het doorzetten van het beroep in cassatie geen succes is te verwachten. Er is in het onderhavige geval geen sprake van uitsluitend een trainingskamp in een ander land zonder enig publieksgericht optreden.
2012/03814 HR
Bvdb en Verdrag Spanje 18 en Thailand 17

Bron: HIER

maandag 8 oktober 2012

Kort geding Heijnen/KNGU: geen rectificatie van rechtmatige publicatie




Commentaar: begrijpelijk dat het artikel in de Volkskrant Heijnen ontriefde. Echter, als ik de uitspraak lees is de vordering in kort geding kansloos. De feiten kloppen immers en bovendien worden de uitlatingen niet gedaan door de gedaagde, de KNGU.

De feiten
Heijnen is van februari 1996 tot 23 april 2008 in dienst geweest bij Gymnastiek- en turnvereniging (hierna: GTV) De Hazenkamp te Nijmegen in de functie van trainster/choreografe en sinds 2005 tevens als manager topsport. Daarnaast was Heijnen vanaf 15 februari 2006 tot circa september 2008 in dienst van de KNGU als technisch adviseur. Sinds circa september 2008 is Heijnen geen lid meer van de KNGU.
Op 7 mei 2008 hebben vier (ex-)turnsters van GTV De Hazenkamp te Nijmegen klachten ingediend bij de Tuchtcommissie van de KNGU tegen Heijnen met betrekking tot haar wijze van training geven en beweerde misdragingen jegens deze turnsters. Op 2 juni 2009 zijn deze klachten ongegrond verklaard.
 Op 8 juni 2009 hebben de (ex-)turnsters beroep aangetekend tegen de uitspraak van de Tuchtcommissie bij de Commissie van Beroep van de KNGU.
 Op 16 december 2009 heeft de Commissie van Beroep van de KNGU (onder meer) geoordeeld dat de ongegrondverklaring van de Tuchtcommissie gelijk is te stellen aan vrijspraak. Verder heeft zij de (ex-)turnsters niet-ontvankelijk verklaard in hun beroep.
In september 2011 zijn in het sportmagazine Helden twee artikelen verschenen aangaande het onpedagogisch en ontoelaatbaar handelen van de turntrainers de heer F. Louter en de heer G. Beltman met betrekking tot de vier (ex-) turnsters S. Harmes, V. van de Leur, R. Endel en G. Wammes.
Op 7 juli 2012 heeft De Volkskrant het volgende artikel gepubliceerd:
Turnbond onderzoekt topcoaches
JOHN VOLKERS - 07/07/12, 00:00
Het onderzoek naar mogelijk wangedrag van Nederlandse turntrainers wordt uitgebreid. De nationale gymnastiekbond, de KNGU, heeft naast oud-bondscoach Frank Louter ook het vizier gericht op de in Canada werkzame Gerrit Beltman en op Esther Heijnen, de olympische vrouwencoach van 2008. Twee weken geleden vond een eerste gesprek plaats tussen Heijnen en KNGU-voorzitter Jos Geukers.
 AMSTERDAM - Geukers erkende donderdagavond met een onderzoek bezig te zijn naar de gedragingen van de Nederlandse topcoaches. Hij is zijn onderzoek begonnen naar aanleiding van de verklaringen van de voormalige turnsters Renske Endel, Verona van de Leur, Suzanne Harmes en Gabriella Wammes in het blad Helden, in september 2011. Die betroffen misdragingen van Beltman en Louter tussen 1990 en 2004. Geukers: ‘Eind augustus komen wij met de conclusies.’
 Het onderzoek door Geukers was een goed bewaard geheim. Donderdagmiddag werd het onthuld door gymnastiekvereniging Pro Patria, de werkgever van Louter. Diens trainers-licentie, deze zomer toe aan verlenging, is voorlopig opgeschort.
 Geukers: ‘Het is deels een technische kwestie. Louter is de hoogst gekwalificeerde trainer van ons land. Anderzijds zou het niet van zorgvuldigheid getuigen, als we zijn licentie vrolijk zouden verlengen. Een pas op de plaats is gerechtvaardigd.’
 Beltman berichtte dit voorjaar in een interview met de Volkskrant niets te hebben gehoord van de KNGU. Hij was in het recente verleden in dienst van de bond. Louter werd pas dit jaar gehoord. Heijnen werd twee weken geleden gevraagd voor een gesprek.
 Zij is ‘onthutst’ omdat ze op één hoop wordt geveegd met Louter en Beltman. ‘Ik wil niet met hen worden geassocieerd.’ In 2009 won zij een tuchtzaak die door een groepje turnsters was aangespannen. Haar werd onpedagogisch handelen aangewreven. Die beschuldiging werd ongegrond verklaard.
 Heijnen: ‘De zaak is afgedaan, heb ik tegen Geukers gezegd. Je kunt niet tweemaal berecht worden voor dezelfde zaak.’ Heijnen zegt eerder excuses van de KNGU te verwachten. Haar advocaat kondigt juridische actie tegen de bond aan.”.

Het geschil
Heijnen vordert bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I.  de KNGU te bevelen om enig onderzoek naar het functioneren van Heijnen als
(ex-)turntrainster/coach binnen 2 dagen na betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden;
 II.  de KNGU te verbieden om enig onderzoek, alsmede eventuele conclusie daaruit, naar het functioneren van Heijnen als (ex-)turntrainster/coach, op enigerlei wijze openbaar te (laten) maken;
Die vorderringen laat ze vallen omdat gedurende de procedure blijkt dat hetgeen aanvankelijk is aangeduid als een onderzoek met hoor en wederhoor gezien moet worden als een in de periode september 2011 tot en met juni 2012 plaatsgevonden hebbende rondgang door voorzitter Geukers langs direct betrokkenen zoals turnsters, ouders en trainers. Er zal eind augustus 2012 geen onderzoeksrapport opgemaakt worden doch slechts een oplegnotitie, waarin conclusies en aanbevelingen worden opgenomen die een vertaling zijn van de veelheid aan signalen die de KNGU-voorzitter in zijn rondgang heeft opgepikt. Deze conclusies en aanbevelingen zullen gebruikt worden bij het ontwikkelen van toekomstig beleid rondom met name de licentieverstrekking aan nieuwe trainers/coaches. De conclusies en aanbevelingen zijn niet direct op de persoon gericht en er zullen geen namen worden genoemd. Ook zal verwezen worden naar de tuchtrechter voor een oordeel over de gegrondheid van klachten.
 III.  de KNGU te veroordelen om binnen 2 dagen na betekening van dit vonnis in het dagblad De Volkskrant de navolgende rectificatie te (laten) plaatsen:
 “In De Volkskrant van zaterdag 7 juli 2012 werd namens de KNGU opgetekend dat er een onderzoek zou lopen naar Esther Heijnen, voormalig trainster van de Nederlandse turnploeg. Daarmee is ten onrechte de suggestie gewekt dat Esther Heijnen zich destijds schuldig zou hebben gemaakt aan wangedrag en onpedagogisch handelen. Esther Heijnen is van deze gedragingen in hoogste tuchtinstantie van de KNGU vrijgesproken. Voor zover er al een onderzoek door de KNGU naar Esther Heijnen gaande was, is dit met onmiddellijke ingang stopgezet.
 Mr. J.J.G.M Geukers
Voorzitter Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie”
althans woorden van gelijke strekking;

Heijnen acht het onrechtmatig dat de KNGU zonder dat blijkt van nieuwe feiten of omstandigheden, opnieuw een onderzoek naar haar functioneren als club-, (inter)nationaal- en Olympisch coach heeft ingesteld en daarvan blijkens een in vorenaangehaald artikel in de Volkskrant van 7 juli 2012 weergegeven citaat van haar voorzitter, mr J.J.G.M. Geukers, melding heeft gedaan aan een journalist van de Volkskrant. Weliswaar zijn er door andere (ex-)turn(st)ers recent klachten ingediend tegen andere coaches en trainers en uitlatingen gedaan in de pers, maar deze betreffen haar niet. Heijnen wil niet met hen op één lijn worden gesteld. Op grond van het zowel in het straf- als het tuchtrecht geldende beginsel “ne bis in idem” (geen tweede vervolging voor dezelfde zaken) meent zij er recht op te hebben verstoken te mogen blijven van nieuwe onderzoeken naar oude en ongegrond bevonden klachten.

Verweer KNGU
De KNGU voert verweer. Het behoort haar inziens tot de bestuurlijke bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de KNGU om onderzoek in te stellen naar aanleiding van de schokkende artikelen in het sportmagazine Helden, zulks met het oogmerk om het bestuurlijke oor te lenen aan degenen die uit het verleden onverwerkt leed met zich dragen en voorts om met conclusies en aanbevelingen te komen om dergelijke misstanden in de toekomst zoveel mogelijk uit te sluiten. Dat in het kader van dat onderzoek mede aandacht bestaat voor het functioneren van Heijnen is een gevolg van het feit dat de turnsters, de ouders en het bestuur van GTV De Hazenkamp daarvoor bij de KNGU aandacht hebben gevraagd.
 Het onderzoek is met een grote mate van zorgvuldigheid omgeven. De diverse gesprekken zijn in beslotenheid gevoerd en het bestuur heeft hoor en wederhoor willen toepassen. Ook is Heijnen aangeboden het concept-rapport ten aanzien van de conclusies en aanbevelingen vooraf ter inzage te krijgen.
 De KNGU erkent dat de klachten ten aanzien van het functioneren van Heijnen tuchtrechtelijk zijn afgedaan. De KNGU erkent ook het bestaan van het beginsel “ne bis in idem”. De KNGU wil ook geen nieuwe tuchtrechtelijke procedure tegen Heijnen starten. Tot welke conclusies en aanbevelingen het onderzoek exact zal leiden, is nog voorwerp van bestuurlijk overleg. Het enkele feit dat de KNGU bereid is geweest op verzoek van direct betrokkenen kennis te nemen van klachten ten aanzien van het functioneren van Heijnen in het verleden (en Heijnen hoor en wederhoor te bieden) kan bezwaarlijk als onrechtmatig worden geduid.
 Wat betreft de vordering tot rectificatie stelt de KNGU dat de publicatie in de Volkskrant op initiatief van derden tot stand is gekomen en voorts louter feitelijke en grotendeels juiste informatie bevat. Ten slotte merkt de KNGU op dat in het artikel niet de suggestie wordt gewekt dat Heijnen zich destijds schuldig zou hebben gemaakt aan wangedrag en onpedagogisch handelen. In het artikel is juist vermeld dat zij daar in het verleden tuchtrechtelijk van is vrijgesproken.

Oordeel rechter
Gelet op voormelde toezeggingen van de KNGU ter zitting heeft Heijnen de vorderingen onder 1 en 2 ingetrokken. Resteert dus ter beoordeling de rectificatie.
De wens tot rectificatie wordt ingegeven door onder meer het negeren van de vrijspraak van Heijnen door de tuchtrechter. In het krantenbericht van 7 juli 2012 is echter met zoveel woorden opgenomen dat Heijnen onpedagogisch handelen werd aangewreven, maar dat die beschuldiging ongegrond is verklaard en dat zij de tuchtzaak in 2009 won. Hierin is geen feitelijke onjuistheid te bekennen.
 Dat de KNGU Heijnen heeft betrokken bij haar “onderzoek” en dat er twee weken geleden (te weten 25 juni 2012) een gesprek heeft plaatsgevonden tussen Heijnen en voorzitter Geukers is evenmin onjuist.
Derhalve zijn geen feitelijke onjuistheden over Heijnen opgenomen in het krantenartikel.
In de artikelen in het sportmagazine Helden worden de beide trainers Louter en Beltman genoemd. Heijnen stelt dat zij in het krantenartikel in één adem wordt genoemd met deze heren en wil zich daarvan distantiëren. Het komt de voorzieningenrechter echter niet geraden voor om distantie te scheppen tussen Heijnen en niet in het kort geding betrokken personen.
De voorzieningenrechter is verder van oordeel dat in de tekst van de voorgestelde rectificatie onjuist is, dat in het artikel van 7 juli 2012 ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat Heijnen zich destijds schuldig zou hebben gemaakt aan wangedrag en onpedagogisch handelen. Deze suggestie wordt in het geheel niet gewekt in het krantenartikel, dat integendeel meldt dat Heijnen in de tuchtzaak is vrijgesproken.
 Ten slotte is het “onderzoek” intussen ook afgerond, zodat Heijnen geen belang meer heeft bij stopzetting hiervan.
 De voorgestelde rectificatie suggereert zelfs een afgedwongen staking of opschorting van het “onderzoek”, terwijl de daartoe strekkende vordering is ingetrokken.
 Al met al is voorshands onvoldoende aannemelijk geworden dat het krantenartikel van 7 juli 2012 onrechtmatig is jegens Heijnen. Er bestaat dan ook geen aanleiding tot rectificatie. De daartoe strekkende vordering wordt afgewezen.

De uitspraak staat HIER