vrijdag 29 juni 2012

Olympic Comite sends cease and desist letter to knitters who want to hold their own sort-of Olympic games


 
It wouldn't seem to be a good idea to get 2 million people with pointy sticks angry at you, but the U.S. Olympic Committee did just that.
So it has just apologized for sending a "cease and desist" letter to a social networking site for knitters that is holding its own sort-of Olympic games.
Here's what the knotty legal dispute is about:

As Gawker reported, knitters were "in revolt" because the USOC's legal beagles got on their case this week over the websiteRavelry's "Ravelympics" — featuring such competitions as the "Afghan marathon."
To the USOC, that "may constitute trademark infringement, unfair competition and dilution of our famous trademarks," as its letter to Ravelry co-founder Casey Forbes states.

Read more HERE

donderdag 28 juni 2012

Terugsturen supporters FC Utrecht door burgemeester Van der Laan niet onrechtmatig



De beslissing van burgemeester Van der Laan om supporters van FC Utrecht op 28 februari 2010 naar Utrecht terug te sturen was niet onrechtmatig. Dat heeft de rechtbank Amsterdam op 26 juni bepaald.

Op 28 februari 2010 vond in de Amsterdam Arena een voetbalwedstrijd plaats tussen Ajax en FC Utrecht. Om deze wedstrijd bij te wonen zijn ongeveer 650 supporters van FC Utrecht met een combi-ticket met de trein naar Amsterdam gereisd. Na het verlaten van de trein in Amsterdam, maar voorafgaand aan de wedstrijd, heeft burgemeester Van der Laan aan de supporters van FC Utrecht het noodbevel gegeven om Amsterdam te verlaten en met de trein terug te keren naar Utrecht. Dit omdat zij de openbare orde ernstig zouden verstoren door ongewenste spreekkoren aan te heffen en leuzen te roepen. De supporters zijn hierop door de Mobiele Eenheid (ME) teruggedreven naar de trein, die hen weer naar Utrecht bracht.

Vrees ernstige wanorde
De rechtbank heeft de 111 supporters die het noodbevel bij de bestuursrechter hebben aangevochten in het ongelijk gesteld. De rivaliteit tussen de aanhang van Ajax en FC Utrecht en de omstandigheid dat twee weken eerder de wedstrijd tussen Feyenoord en FC Utrecht was gestaakt vanwege spreekkoren van FC Utrechtsupporters, maakten dat de burgemeester kon en mocht vrezen voor het ontstaan van ernstige wanorde. De burgemeester was dan ook bevoegd om een noodbevel te geven. Er waren volgens de rechtbank geen minder verstrekkende maatregelen voorhanden om de verboden spreekkoren te stoppen en (verdere) escalatie te voorkomen.

Het terugsturen van alle supporters en niet slechts een deel van hen, acht de rechtbank niet disproportioneel. Het was in de gegeven omstandigheden ondoenlijk om te bepalen wie precies degenen waren die de discriminerende liederen zongen en hen op dat moment uit de groep van ongeveer 650 supporters te isoleren. Ook waren de supporters voldoende gewaarschuwd. Daarbij is meermalen meegedeeld dat geweld zou worden gebruikt als de supporters geen gevolg zouden geven aan het noodbevel.

De uitspraak staat HIER

woensdag 27 juni 2012

BMX-ster Lieke Klaus verliest kort geding om deelname Spelen


Na Jeffrey WammesCéline van Gerner,  en Miranda Boonstra heeft ook Lieke Klaus een kort geding aangespannen om alsnog uitgezonden te worden naar de spelen. 

BMX-ster Lieke Klaus heeft een kort geding waarin zij eiste alsnog voorgedragen te worden voor deelname aan de Olympische Spelen, verloren. De rechter oordeelde vandaag (woensdag 27 juni) in een kort geding dat er geen grond is om de voordracht van haar concurrente Laura Smulders ongedaan te maken. Er mag één BMX-ster namens Nederland meedoen aan de Spelen.

Klaus vond de interne selectieprocedure van wielerbond KNWU niet eerlijk. Op een interne ranking van wielerbond KNWU werden scores over een aantal vooraf geselecteerde fietscrosses bijgehouden. Op die ranking scoorde Klaus één punt hoger dan Smulders. De regels van de KNWU bepalen dat de hoogste genoteerde sporter in dat geval wordt voorgedragen. In de regels staat echter ook dat de bondscoach op basis van de ‘dan geldende internationale verhoudingen’ één voordracht mag doen.

De bond heeft met een beroep op deze laatste clausule Smulders voorgedragen. Smulders staat zowel op de ranglijst van de UCI als die van de World Cup aanzienlijk hoger genoteerd dan Klaus. Bovendien blijkt uit de uitslagen die zijn opgenomen in de interne ranking, dat Smulders in wedstrijden al bijna een jaar (ruim) voor Klaus finisht.

Omdat Smulders internationaal momenteel dus veel beter presteert dan Klaus, oordeelde de rechter dat de KNWU mocht afwijken van de interne ranking en Smulders mocht voordragen.

De uitspraak staat HIER

dinsdag 26 juni 2012

Vorderingen marathonloopster Miranda Boonstra afgewezen

LJN: BX0082,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem

Miranda Boonstra is een marathonloopster die heeft geprobeerd zich te kwalificeren voor de marathon op de Olympische Spelen 2012 in Londen. Zij heeft de door NOC*NSF vastgestelde limiet echter op acht seconden niet gehaald. De Atletiekunie heeft Boonstra desondanks voorgedragen voor uitzending naar de Olympische Spelen, maar NOC*NSF heeft deze voordracht afgewezen.

Rechtszaak

In kort geding heeft Boonstra van NOC*NSF gevorderd haar alsnog aan te wijzen als deelneemster van de marathon op de Olympische Spelen en haar daarvoor tijdig aan te melden bij de bevoegde instanties.

Olympische limiet

Volgens Boonstra is de Olympische limiet van de marathon niet volgens de reglementen en statuten van NOC*NSF tot stand gekomen en bovendien niet zorgvuldig tot stand gekomen. Daarnaast is het besluit van NOC*NSF om Boonstra niet naar de Olympische Spelen uit te zenden volgens Boonstra in strijd met de redelijkheid en billijkheid.

Uitspraak

De voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem heeft de vorderingen van Boonstra afgewezen.
De volledige uitspraak staat HIER

Bron: rechtspraak.nl

vrijdag 22 juni 2012

THE APPEAL OF BURSASPOR KD SUCCESSFUL BEFORE THE COURT OF ARBITRATION FOR SPORT (CAS)


The Court of Arbitration for Sport (CAS) has rendered its decision in the procedure involving the Turkish club Bursaspor KD and UEFA. In particular, the exclusion of Bursaspor KD, which was decided by the UEFA Appeals Body, has been suspended by the CAS for a probationary period of three years.


The CAS ruling provides that:
−          Bursaspor Kulübü Dernegi is excluded from one UEFA club competition for which it         qualifies in the next four years. This exclusion is suspended for a probationary period of three years.
−          Bursaspor Kulübü Dernegi is fined EUR 250’000.

Bursaspor KD  qualified for the  2011/12 UEFA Europa League and obtained a  licence to
participate in that club competition from the Turkish Football Federation. However, the UEFA Club Financial Control Panel determined in the summer of 2011 that the Turkish club had overdue payables of approx. EUR 300’000 on 30th June 2011 for transfer activities dating back to 2007. On 2 February 2012, the UEFA Disciplinary Inspector concluded that Bursaspor KD had violated the UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations and referred the case to the UEFA Control and Disciplinary Body, which imposed on 27 February 2012 a fine of EUR
200’000 on Bursaspor KD and an exclusion from one UEFA club competition, but suspended for a probationary period. On 30 May 2012, the UEFA Appeals Body cancelled the probation applicable to the exclusion of the UEFA club competition, reduced the fine to EUR 50’000 and imposed a probationary period on the fine. On 8 June 2012 Bursaspor KD filed an appeal against the UEFA Appeals Body’s decision at the CAS. In agreement with the parties, the CAS has conducted an expedited procedure and heard the parties at a hearing held in Lausanne on 21 June 2012.

In light of the CAS ruling, Bursaspor KD, which qualified again this season for the Europa
League 2012/13, can participate in such competition.

The CAS will issue the full award, with the grounds, in a few weeks.

This is the second case dealt with by the CAS in relation to the UEFA Licensing and Financial Fair Play Regulations, after the case of the Hungarian club Györi ETO (exclusion from UEFA club competitions for the seasons 2011/12, 2012/13 and 2013/14, the last being suspended for a probationary period). Another case is currently pending before the CAS involving the Turkish club of Besiktas Istanbul (Europa League). Such arbitration should be settled on or before 9 July 2012.

Source: www.tas-cas.org

donderdag 21 juni 2012

Hennes de geit van F.C. Köln


Veel sportclubs hebben hun eigen mascotte. De mascotte van de Duitse voetbalclub F.C. Köln is een geit. Niet zo maar een geit, nee, Hennes de geit. En ze zijn er trots op.

Volgens de website van F.C. Köln Hennes is Hennes de bekendste mascotte van Duitsland en een heraldisch dier. Hennes heeft zijn eigen modelabel met de naam “Geißbock-Kollektion”. En Hennes ‘club is een van de weinige die er in is geslaagd een zelfstandig merk te worden.
Merken moeten natuurlijk beschermd worden. Dat is precies wat F.C. Köln heeft gedaan: Hennis is als vormmerk in de Europese Unie gedeponeerd (zie boven de afbeelding). Wanneer het Europese mekrenbureau deze aanvraag honoreert zal driedimensionale Hennes beschermd zijn voor onder meer juwelen, bierglazen, meubels en sportartikelen.
Helaas voor F.C. Köln heeft Hennes dit jaar weinig geluk gebracht aangezien F.C. Köln naar de tweede divisie degradeerde.

Bron: merkwaardigheden.nl

woensdag 20 juni 2012

'Afgekeurde goal Oekraïne schoolvoorbeeld matchfixing'


Het is niet uitgesloten dat er rondom de EK-wedstrijd Engeland-Oekraïne matchfixing heeft plaatsgevonden. Dat zegt voetbaljournalist Iwan van Duren van VI.
Van Duren, die met collega Tom Knipping onlangs het boek Voetbal & Maffia uitbracht over matchfixing, houdt er rekening mee dat ooit boven water komt dat er een omkoopschandaal kleeft aan het duel tussen de Engelsen en Oekraïners van gisteravond. Lees HIER verder 


Bron: bnr.nl

dinsdag 19 juni 2012

Wipo magazine: The Olympic Properties



This iconic Olympic symbol enjoys special protection under
the Nairobi Treaty on the Protection of the Olympic Symbol.
States that have signed up to the Treaty are obliged to refuse
or invalidate the registration as a mark and to prohibit the
use for commercial purposes of any sign consisting of or
containing the Olympic symbol, except with the
IOC ’s authorization
By Marianne Chappuis, Trademark Legal Counsel, International Olympic Committee
In the run-up to the London Olympic Games which will get under way on July 27, 2012, this third article in the WIPO Magazine IP and Sport series explores how the International Olympic Committee (IOC) protects the visual symbols of the Olympic Games, the so-called Olympic properties, that are so familiar.
Olympism is a philosophy of life that places sport at the service of humankind. The Olympic Movement encompasses concerted, organized, universal and permanent action, carried out by many individuals and entities who are inspired by the values of Olympism under the overall umbrella of the IOC. It brings together athletes from across the globe for one of the world’s most well-known and celebrated sporting, cultural and entertainment events - the Olympic Games.
The Olympic properties, in particular the Olympic symbol, are the visual ambassadors of Olympism. The Olympic symbol, seen by millions of people throughout the Olympic Games, is one of the world’s most recognized brands. The five interlocking rings represent the coming together of five continents and symbolize the Olympic values: striving for excellence, demonstrating respect and celebrating friendship. The Olympic properties have become iconic – they are more than just “logos”. People around the world associate them with the fundamental values of sport and of the Olympic Movement.
Because of their honored place on the world stage, it is essential that the IOC protect its Olympic properties at the international level. The IOC benefits from special legal means to do this, but it also relies on ordinary means of trademark protection.

Read more HERE

Verslag Tweede Kamer commissie volksgezondheid Welzijn en Sport over matchfixing

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft op 24 mei 2012
gesprekken gevoerd over Matchfixing. Het verslag staat HIER

Rabo Wielerploeg moet bewijs leveren in zaak Rasmussen

Rabo Wielerploegen B.V. moet bewijs leveren dat zij pas op 25 juni 2007 en niet eerder bekend werd met het feit dat de wielrenner Rasmussen onjuiste informatie heeft verstrekt over zijn verblijfplaats in de maand juni 2007.

Dat heeft het gerechtshof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem, vandaag 19 juni  in hoger beroep(Uitspraak HIER) in een tussenarrest bepaald.

Rabo heeft Rasmussen op 26 juli 2007 op staande voet ontslagen, omdat hij - kort gezegd- in strijd met de geldende regels (van UCI en zijn arbeidsovereenkomst) belangrijke onjuiste informatie met betrekking tot zijn verblijfplaats in de maand juni 2007 heeft verstrekt. Hij heeft verklaard dat hij voorafgaande aan de door Rabo (in de periode van 25 tot en met 29 juni 2007) georganiseerde training in de Pyreneeën, in Mexico verbleef om zich op de Tour de France voor te bereiden, terwijl dit ten aanzien van tenminste één dag (13 juni 2007) niet het geval was.

Bij de rechtbank (sector kanton)
Rasmussen heeft dit ontslag aangevochten bij de kantonrechter te Utrecht. De kantonrechter heeft in een vonnis van 2 juli 2008 (rechtspraak.nl LJN BD6001) geoordeeld dat Rabo Rasmussen niet onverwijld op staande voet heeft ontslagen en heeft aan Rasmussen een bedrag van € 715.000,- terzake van loon en schadevergoeding toegekend. Zowel Rasmussen als Rabo zijn in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing.

Het hoger beroep
Ook het hof moet de vraag beantwoorden of Rabo het ontslag op staande voet aan Rasmussen ‘onverwijld’ heeft gegeven.

Standpunt Rabo
Kern van het standpunt van Rabo dat het ontslag op staande voet onverwijld is gegeven, is dat zij pas op 25 juli 2007 bekend werd met het feit dat Rasmussen onjuiste informatie met betrekking tot zijn verblijfplaats in de maand juni 2007 had verstrekt, zoals hiervoor vermeld.

Volgens Rabo heeft Rasmussen op verschillende tijdstippen zowel vóór als na de schriftelijke waarschuwing van UCI van 29 juni 2007 gelogen over zijn verblijfplaats in de maand juni 2007 en heeft hij uitdrukkelijk aan Rabo (De Rooij, Breukink en Leinders) en haar advocaat mr. H.J. Knijff meegedeeld dat hij, voorafgaande aan de door Rabo (in de periode van 25 tot en met 29 juni 2007) georganiseerde training in de Pyreneeën, in Mexico verbleef om zich op de Tour de France voor te bereiden.

Op 25 juli 2007 bleek dat dit ten aanzien van tenminste één dag niet het geval was. Op die datum werd (publiekelijk) bekend dat Rasmussen op 13 juni 2007 door de Italiaanse journalist Davide Cassani in de Dolomieten was gezien.

Standpunt Rasmussen
Kern van het standpunt van Rasmussen is dat Rabo op grond van verschillende omstandigheden in ieder geval op 3 juli 2007 wist, althans had kunnen weten, dat de door Rasmussen aan UCI verstrekte informatie met betrekking tot zijn verblijfplaats in de maand juni 2007, niet juist was. Gelet hierop was de bekendwording (publiekelijk) op 25 juli 2007 dat Rasmussen op 13 juni 2007 door Cassani in de Dolomieten was gezien dan ook geen nieuw feit. Indien Rabo Rasmussen op staande voet had willen ontslaan, had zij dat op 3 juli 2007 moeten doen en niet pas op 26 juli 2007.

Beslissing hof
Uit het voorgaande blijkt dat partijen van mening verschillen over de vraag wanneer Rabo bekend was met de onjuiste informatie die Rasmussen ten aanzien van zijn verblijf in Mexico had verstrekt. Daarom laat het hof Rabo toe te bewijzen dat het ontslag op staande voet van Rasmussen op 26 juli 2007 'onverwijld' is gegeven. In het bijzonder gaat het daarbij dan om de vraag of juist is dat Rabo pas op 25 juli 2007 bekend werd met het feit Rasmussen onjuiste informatie had verstrekt met betrekking tot zijn verblijfplaats in de maand juni 2007.

Indien Rabo dit bewijs door middel van getuigen wenst te leveren, zullen de getuigenverhoren ten overstaan van de meervoudige kamer van het hof plaatsvinden. Datum en tijdstip voor deze (eventuele) zitting moeten nog door het hof bepaald worden.

 Uitspraak HIER
Bron: rechtspraak.nl

zaterdag 16 juni 2012

Arbitragecommissie KNVB: ontbinding arbeidsovereenkomst trainer FC Emmen




De feiten
Hake is sedert 18 oktober 2010 in dienst bij Emmen in de functie van trainer/coach, zulks tegen een bruto salaris van thans € 6.500,00 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag, wedstrijdpremies en overige emolumenten. Emmen stelt dat tussen partijen een verschil van inzicht is ontstaan over de wijze waarop de werkzaamheden bij Emmen in de dagelijkse praktijk door Hake dienen te worden uitgevoerd, als gevolg waarvan er spanningen zijn ontstaan. Daarbij stelt Emmen dat partijen herhaaldelijk overleg hebben gevoerd teneinde te trachten om tot een oplossing te komen, hetgeen niet tot enig resultaat heeft geleid. In de visie van Emmen is het geschil van inzicht onoverbrugbaar  gebleken en is inmiddels een zodanig verstoorde arbeidsrelatie ontstaan dat van een vruchtbare samenwerking  in de toekomst geen sprake meer kan zijn.
Hake erkent dat er gaandeweg een verschil van inzicht is ontstaan tussen hem en Emmen over de wijze waarop de door Hake beklede functie binnen Emmen dient te worden uitgevoerd. Voorts erkent Hake dat partijen meerdere malen hebben getracht om op één lijn te komen, maar dat het verschil van inzicht onoverbrugbaar  is.

Het geschil
Het geschil in deze zaak spitst zich toe op de vraag of de omstandigheden zodanig zijn veranderd, dat deze een gewichtige reden in de zin van artikel 7:685 BW opleveren en de arbeidsovereenkomst mitsdien dient te worden ontbonden, al dan niet onder toekenning van een vergoeding.

Het oordeel
De arbnitragecommissie is van oordeel dat uit de stellingen van partijen genoegzaam blijkt dat sprake is van een zodanige wijziging van omstandigheden dat daarom het verzoek tot ontbinding voor toewijzing gereed ligt. Niet gebleken is dat aan Hake enig verwijt kan worden gemaakt.
De arbitragecommissie ontbindt de arbeidsovereenkomst per 30 juni 2012, onder toekenning aan Hake van een vergoeding van € 87.500,00 bruto, onder veroordeling van Emmen tot betaling van deze vergoeding aan Hake.

Oordeel staat HIER


Vasthouden aan in 1979 gemaakte afspraken betreffende hoogte huur voetbalveld zijn in strijd met redelijkheid en billijkheid



De feiten 
SASD is een stichting die de eigendom bezat van de door voetbalvereniging SVD in gebruik zijnde sportaccommodatie ’t Gielink te Dinxperlo. Door uitbreiding van de bebouwing kwam ’t Gielink in de bebouwde kom van Dinxperlo te liggen. In 1979 wilde de gemeente Dinxperlo op die plaats een woonwijk realiseren en heeft daarom aan SASD en SVD een alternatieve locatie aangeboden aan de Europastraat te Dinxperlo. Een en ander heeft geleid tot overeenstemming over het ruilen van percelen. In de overeenkomst bij de ruil is onder andere vastgesteld dat de huurprijs vooraf moet worden vastgesteld en dat de gemeente zorg zou dragen voor het onderhoud van de speelvelden en accommodaties. De aanvangshuur voor twee velden is in 1979 door partijen vastgesteld op ƒ 1.000,00 per veld, te vermeerderen met een bedrag voor de oefenhoek.
 De huur is jaarlijks aan de hand van de CBS-index aangepast. In 1985 was dit ƒ 1.350,00 per veld plus ƒ 658,00 voor de oefenhoek, in totaal dus € 1.523,79 (ƒ 3.358).
 Over 2008 bedroeg de huur € 3.169,00.

Het geschil
De gemeenteraad heeft op 16 oktober 2007 de “Nota huurtarieven in de sport” vastgesteld (hierna: de Nota). Hieruit volgde dat de huur voor SVD bij gelijkblijvende afspraken omtrent de onderhoudskosten – namelijk ten laste van de gemeente – in 2010 € 28.512,00 zouden bedragen. Als alternatief voor deze laatste huurprijs gold een bedrag in 2010 van € 9.830,00, waarbij SVD zelf de kosten van groot onderhoud zou moeten dragen. SASD/SVD konden zich hiermee niet verenigen.
De gemeente stelt zich, samengevat, op het standpunt dat de indertijd gemaakte afspraken niet met zich brengen dat er geen huurverhoging kan plaatsvinden en voorts – als dat al aan de orde zou zijn – dat SAVD/SVD aanpassing van die afspraak moet accepteren gelet op de lange tijd (meer dan 30 jaar) die vanaf het moment dat die afspraken zijn gemaakt zijn verstreken en ook het algemeen belang dat maakt dat een recht niet onbeperkt kan voortduren en ten slotte de rechtsgelijkheid waardoor een beroep op de gemaakte afspraken niet meer redelijk is te achten.
SVD/SASD stellen, samengevat, dat eenmaal gemaakte afspraken nagekomen behoren te worden, dat het algemeen belang juist vergt dat verworven rechten worden geëerbiedigd en dat rechtsgelijkheid in het kader van de hier aan de orde zijnde situatie niet relevant is.

Partijen verzoeken dat de kantonrechter zal bepalen: 
A. of SVD/SASD zich op het standpunt mogen stellen dat de gemeente jegens hen gebonden is aan de gemaakte afspraken.
en, zo nee: 
B. of de gemeente de huurprijzen zoals die volgen uit de nota in volle omvang aan SVD in rekening mag brengen, mede gelet op het in de afgelopen jaren ontstane achterstallig onderhoud; 
en, zo nee: 
C. zal vaststellen wat naar zijn oordeel wel een passende huurprijs is. 

De beoordeling 
In beginsel zijn partijen gehouden tot nakoming van de door hen in 1979 in de notariële akte neergelegde overeenkomst. Naast gehoudenheid aan de overeenkomst zijn van belang de aanvullende dan wel de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid en eventuele onvoorziene omstandigheden, mede bezien in het licht van de wettelijke huurbepalingen.


De kantonrechter is echter van mening dat door de ontwikkeling in de prijzen van vastgoed de Gemeente niet onredelijk handelt wanneer zij overeengekomen huurprijs van 30 jaar geleden wil verhogen.

Het zeer langdurig (langer dan 30 jaar) op vrijwel gelijk niveau houden van de huurprijs is naar het oordeel van de kantonrechter niet te beschouwen als een ‘hard’ beding uit de notariële akte zoals de hierboven besproken onderhoudsafspraak. Daarbij is het volgende van belang. Volgens het wettelijk systeem binnen het huurrecht is een huurprijs niet een statisch gegeven, maar zijn er aanknopingspunten voor de mogelijkheid om deze (los van indexering) op initiatief van één van de partijen nader aan de eisen van de tijd aan te passen. De mogelijkheid tot een dergelijke aanpassing heeft te maken met het uiteenlopen van de gewone indexering met de prijsontwikkeling van onroerende zaken en de daarmee samenhangende ontwikkeling van de marktconforme huurprijzen. Met andere woorden, de huurprijs kan ook na indexering op een bepaald moment verhoudingsgewijs zeer laag blijken te zijn. Gelet op de prijsstijging van onroerende zaken in de afgelopen 33 jaar is dit ook waarschijnlijk. De huidige teruggang vanaf eind 2008 maakt dit niet anders. Bij een dergelijke scheefgroei is de kans groot dat de een van de partijen daar op den duur onbillijk door wordt benadeeld.

Echter, de in de nota gevraagde huurprijs wordt voor SVD/SASD wel als onredelijk hoog gezien, wat met zich mee brengt dat de kantonrechter een nieuwe huurprijs zal vaststellen.

De beslissing 
De kantonrechter: 
bepaalt op de voet van het bepaalde in artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering: dat SVD/SASD zich niet op het standpunt mogen stellen dat de gemeente jegens hen gebonden is aan de gemaakte afspraken ten aanzien van de huurprijs van 30 jaar geleden. Dat de gemeente niet de huurprijzen zoals die volgen uit de “nota huurtarieven in de sport” in volle omvang aan SVD in rekening mag brengen, mede gelet op het in de afgelopen jaren ontstane achterstallig onderhoud en stelt als passende huurprijs vast: 
€ 12.000,00 per jaar inclusief de onderhoudsverplichting, of € 4.000,00 per jaar zonder onderhoudsverplichting. De huurprijs zal mogen meebewegen met de jaarlijkse indexering huurprijzen.

De uitspraak HIER

woensdag 13 juni 2012

Tv-jacht Delftse deurwaarder kan niet volgens de wet


Deurwaarderskantoor Pruijn & Van den Bergh in Delft kondigde aan vanavond op jacht te gaan naar televisies tijdens Nederland - Duitsland.
De Telegraaf schreef woensdag dat Pruijn & Van den Bergh gebruik gaat maken van de wedstrijd tussen Nederland en Duitsland om wanbetalers te dwingen tot het betalen van hun schulden.

Volgens het Wetboek van Burgelijke Rechtsvordering mag een deurwaarder na 20.00 uur 's avonds echter niet actief zijn. "Geen exploot mag worden gedaan tussen acht uur 's avonds en zeven uur 's ochtends", staat er in artikel 64, zesde afdeling.

Lees verder

Bron: z24.nl

Update 25 juni 2012:
Hetgeen ook blijkt uit een brief van de minister: "Beslag tv's door gerechtsdeurwaarders tijdens EK-voetbal 2012"

dinsdag 12 juni 2012

Omroep hoeft niet te betalen voor uitzenden van korte fragmenten van evenementen van groot belang




Met het volgende bericht zullen de aanbieders van sportwedstrijden achter de decoder niet blij zijn. Er is nog enige hoop voor Sky c.s.: misschien volgt het HvJ de conclusie niet op en beslist anders. 

De richtlijn „audiovisuele mediadiensten”  Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (PB L 95, blz. 12geeft een televisieomroep de mogelijkheid exclusieve televisieomroeprechten op de uitzending van evenementen van groot belang voor het publiek, zoals voetbalwedstrijden, te verkrijgen.  Een omroep die dergelijke rechten heeft, moet evenwel andere in de Europese Unie gevestigde omroepen het recht geven korte fragmenten te gebruiken om een kort nieuwsverslag van deze evenementen te kunnen uitzenden. Daartoe moet deze omroep de andere omroepen toegang geven tot zijn signaal om de korte fragmenten vrij te kunnen kiezen. Volgens de richtlijn mag de financiële compensatie voor dit gebruik niet de extra kosten overschrijden die rechtstreeks voortkomen uit het verschaffen van deze toegang.

Sky zendt in Oostenrijk het digitale gecodeerde televisieprogramma „Sky Sport Austria” via satelliet uit. Zij heeft het exclusieve recht verkregen om bepaalde wedstrijden van de Europa League in de seizoenen 2009/2010 tot en met 2011/2012 uit te zenden. Volgens haar eigen verklaring betaalt Sky elk jaar meerdere miljoenen euro aan licentie- en productiekosten.

Op verzoek van de ORF (Oostenrijkse openbare omroep) besliste de Oostenrijkse reguleringsinstantie voor de media, Komm Austria, in december 2010 dat Sky de ORF het recht diende te verlenen korte nieuwsverslagen te verzorgen van de wedstrijden in de Europa League waaraan Oostenrijkse ploegen deelnamen. De ORF moest Sky alleen een vergoeding betalen voor de kosten voor toegang tot het satellietsignaal, die in casu 0 EUR bedroegen.

Volgens Sky is het systematisch verbod van een vergoeding aan de houders van exclusieve uitzendrechten, zodat andere omroepen korte fragmenten kunnen gebruiken, onbillijk. De Bundeskommunikationssenat  (nationale  raad  inzake  communicatie)  (Oostenrijk)  waarbij  het geschil  aanhangig  is  gemaakt,  vraagt  het  Hof  van  Justitie  of  de  richtlijn,  die  de  financiële vergoeding beperkt tot de rechtstreeks aan de verstrekking van toegang tot deze fragmenten verbonden extra kosten, een gerechtvaardigde inbreuk is op de vrijheid van ondernemerschap en het eigendomsrecht van de houders van exclusieve rechten.

In  zijn  conclusie  van  vandaag  wijst  advocaat-generaal  Y. Bot  erop  dat  de  vrijheid  van ondernemerschap en het eigendomsrecht zijn gegarandeerd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Volgens hem schendt de betwiste bepaling van de richtlijn deze grondrechten van de houders van exclusieve uitzendrechten omdat zij niet meer vrij de prijs kunnen bepalen waartegen zij toegang tot korte fragmenten van evenementen willen geven.

Deze schending is evenwel gerechtvaardigd en de betwiste bepaling van de richtlijn is dus niet in strijd met het Handvest van de grondrechten. De Uniewetgever brengt namelijk met deze bepaling een juist evenwicht tot stand tussen het eigendomsrecht en de vrijheid van ondernemerschap van de houders van exclusieve uitzendrechten enerzijds en de vrijheid van informatie en het mediapluralisme anderzijds. Bovendien is in het kader van het ontstaan van een Europese opinie- en informatieruimte de beperking van de compensatie tot de rechtstreeks aan de verstrekking van toegang verbonden kosten het meest doelmatige middel om te vermijden dat de verspreiding van informatie wordt gecompartimenteerd, tussen de lidstaten en op basis van de economische betekenis van de omroeporganisaties.

Volgens de advocaat-generaal wordt de schending door de betwiste bepaling van de richtlijn van het eigendomsrecht en de vrijheid van ondernemerschap van de houders van exclusieve uitzendrechten sterk afgezwakt door een aantal voorwaarden en beperkingen inzake het recht op korte fragmenten:
1.         Dit recht geldt alleen voor een evenement van groot belang voor het publiek.
2.         De geleverde fragmenten mogen uitsluitend worden gebruikt in „algemene             nieuwsprogramma’s”.
3.         En uitsluitend voor korte nieuwsverslagen van niet meer dan 90 seconden.  
4.         Ten slotte levert de verplichting van de secundaire omroeporganisaties de bron van de        fragmenten te vermelden, publiciteit op voor de houders van exclusieve rechten.

De advocaat-generaal wijst er ook op dat de standpunten van het Verfassungsgerichtshof (grondwettelijk hof) (Oostenrijk) en van het Bundesverfassungsgericht (federaal grondwettelijk hof) (Duitsland) zijn beoordeling niet wijzigen. Volgens deze rechters behoort het recht op korte nieuwsverslagen niet kosteloos te worden verleend en zou dus een redelijke vergoeding of passende compensatie moeten worden betaald. Daarbij zou rekening moeten worden gehouden met de kosten van verkrijging van de exclusieve rechten. Volgens de advocaat-generaal hoeft de afweging tussen de verschillende betrokken grondrechten niet noodzakelijk tot dezelfde uitkomst te leiden naargelang zij wordt uitgevoerd in het nationale kader of op Unie-niveau. In de onderhavige zaak pleitten de vereisten in verband met de voltooiing van de interne markt en het ontstaan van één informatieruimte ervoor dat de Uniewetgever een bepaling vaststelt die een compromis is tussen de kosteloze verlening van een recht op korte fragmenten en de financiële deelneming van de secundaire omroeporganisaties aan   de   kosten   van   verkrijging   van de exclusieve uitzendrechten.
Bron: Hof van Justitie 12 juni 2012

Aanvulling red.
De richtlijn biedt de lidstaten ook de mogelijkheid te garanderen dat de evenementen die zij van aanzienlijk belang voor de samenleving achten, niet worden uitgezonden op zodanige wijze dat een belangrijk deel van het publiek in die lidstaat dergelijke evenementen niet via rechtstreekse of uitgestelde verslaggeving op de kosteloze televisie kan volgen.
Daar gaat bovenstaande zaak overigens niet over. In twee eerdere beslissingen van 17 februari 2011 heeft het Europese Hof echter geoordeeld dat het wereldkampioenschap voetbal en het Europese kampioenschap voetbal behoren tot een evenement van groot maatschappelijk belang en dat deze evenementen voor iedereen via het openbare televisiesignaal beschikbaar dienen te zijn.
Lees die uitspraak hier

maandag 11 juni 2012

Wanneer is EK-pool verboden?


Wanneer is EK-pool verboden?


'Ik heb gehoord dat een EK-pool in kroegen verboden is. Geldt dit ook voor op de werkvloer?'

Antwoord:
De overheid maakt bij het toezicht op kansspelen onderscheid tussen het houden van een voetbalpool in besloten kring enerzijds en bedrijfsmatig uitgevoerde kansspelen anderzijds. In besloten kring zijn kansspelen niet verboden, bedrijfsmatig opgezette kansspelen daarentegen wel.

Wet op de kansspelen
Een voetbalpool valt onder de Wet op de kansspelen. Zolang dit in besloten kring plaatsvindt, is dit niet verboden. Voetbalpools op de werkvloer, met vrienden of binnen een vereniging vallen hier ook onder. 

Ook een EK-pool op bescheiden schaal voor de klanten van een café is doorgaans geen probleem. Dit wordt echter anders als het gaat om pools waarin om aanzienlijke geldbedragen gespeeld wordt of waar via internet iedereen geld kan inleggen. De grootste prioriteit voor de handhavende instantie, de kansspelautoriteit, ligt echter bij het aanpakken van grootschalige en/of bedrijfsmatig uitgevoerde illegale kansspelen.

Kansspelbelasting!
Houd wel rekening met de fiscus als je de EK-pool hebt gewonnen. Is de prijs hoger of meer waard dan 454 euro, dan betaal je 29% kansspelbelasting


Bron: jurofoon.nl

Zie ook dit bericht van de kansspelautoriteit, naar aanleiding van berichten in de Telegraaf.

THE BANS OF ABDULLAZIZ AL EID & ABDULLAH WALEED REDUCED TO TWO MONTHS BY THE COURT OF ARBITRATION FOR SPORT (CAS)


The Court of Arbitration for Sport (CAS) has rendered its decisions in the appeals filed by the riders Khaled Abdullaziz Al Eid and Abdullah Waleed Sharbatly (Saudi Arabia) against the decision of the Tribunal of the International Equestrian Federation (FEI).

On 23 May 2012 the FEI Tribunal found that the riders had violated the FEI Equine Controlled Medication Rules and suspended them for a period of eight months. On 24 May 2012, the riders filed appeals at the CAS against such decision. At the request of the riders and with the consent of the FEI, the two appeals were referred to the same sole arbitrator (Mr Graeme Mew, Canada) and were conducted together on an expedited basis. A hearing was held in London on 7 June 2012.

The Sole Arbitrator has today issued his decision by which he partially upholds the appeals and, considering that the infraction was of minor importance, reduces the periods of ineligibility to two months, which have been already served by the athletes.

The full award with the grounds will be notified to the parties in a few weeks.


Persbericht CAS hier

Geen Nederlands elftal bij de voetbalplaatjes van AH


Albert Heijn greep naast het portretrecht van Oranjespelers. Navraag leert dat dat ligt bij Unilever. Unilever sloot een contract met de KNVB, en heeft het recht om de portretten van Oranjespelers bij 1 supermarktketen te gebruiken. En dat is dus C1000 geworden. Volgens C1000 zelf heeft dat 3 redenen.
1.         De spelersraad van Oranje was erg enthousiast over de campagne, en het liedje van Wolter Kroes dat daarbij hoort.
2.         C1000 heeft het beste contact met Unilever
3.         C1000 heeft blijkbaar een goed persoonlijk contact met een aantal belangrijke Oranje spelers. En die drie dingen zorgden ervoor dat mijn zoon nu niet meer in voetbalplaatjes is geïnteresseerd.
 Lees hier verder

Bron: eenvandaag.nl

vrijdag 8 juni 2012

De werkweigerende amazone



De feiten 
Zaak in hoger beroep.
Apellant is eigenaar van het paard Tornaxs P en hij heeft een stoeterij met dressuurpaarden. Geïntimeerde beoefent de dressuursport als amazone. 
Tussen partijen bestaat een overeenkomst die inhoud dat de amazone het paard zou trainen tot niveau Z2 en dat alleen na overleg het paard zou worden verkocht. In 2009 heeft Tornaxs P de klasse Z2 bereikt. Eind juni 2009 heeft de eigenaar van het paard voorgesteld om Tornaxs P - die inmiddels een aanzienlijke waarde zou hebben - te verkopen, welk voorstel door  de amazone niet werd gedeeld. 
De eigenaar van het paard heeft  de amazone op 7 juli 2009 op staande voet ontslagen omdat de arbeidsverhouding dusdanig verstoord zou zijn dat voortzetting niet meer mogelijk was (aanleiding was het niet meewerken aan de verkoop van Tornaxs P). Later is de eigenaar van het paard hier op terug gekomen en heeft hij  het ontslag op staande voet van de amazone ingetrokken. Na de hervatting van de dienstbetrekking weigerde  de amazone om (bepaalde) instructies van de eigenaar van het paard op te volgen omdat zij voorheen meer vrijheid heeft gehad bij het uitvoeren van haar werkzaamheden. De kantonrechter heeft eerder bepaald dat de eigenaar van het paard het loon alsnog moest uitbetalen aangezien het ontslag op staande voet onterecht was.

het geschil
De eigenaar van het paard beroept zich erop dat de amazone tijdens het ontslag niet heeft gewerkt en daarna weigerde bepaalde instructies op te volgen en dus geen recht heeft op loon.

 de amazone vordert dat het loon dat zij tijdens de ontslagperiode en de periode daarna niet heeft ontvangen alsnog moet worden uitbetaald omdat er onjuist is opgezegd en dus de arbeidsovereenkomst is doorgelopen. (De eigenaar van het paard is er zelf op het ontslag terug gekomen.)

Het hof stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd door de opzegging van 7 juli 2009. Het geschil spitst zich toe op de vraag of, en zo ja: over welk tijdvak gelegen tussen 14 juli 2009 en 1 december 2009, de eigenaar van het paard gehouden is aan de amazone haar loon te betalen.
Het hof stelt voorop dat de artikelen 7:627 en 7:628 BW een risicoregeling inhouden, die erop neerkomt dat de werknemer geen recht heeft op loon wanneer hij geen arbeid verricht, maar dat de werknemer het recht op loon behoudt indien hij de overeengekomen arbeid niet heeft verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever dient te komen. 

De amazone heeft haar werkzaamheden gestaakt naar aanleiding van het ontslag op staande voet, zoals hiervoor aangehaald. Aangezien het de amazone daarbij uitdrukkelijk is verboden om nog werkzaamheden te verrichten en de arbeidsplaats te betreden, is het hof van oordeel dat het niet verrichten van de bedongen arbeid door de amazone vanaf 7 juli 2009 in redelijkheid voor rekening van de eigenaar van het paard komt. 
Tevens is het hof van mening dat het de eigenaar van het paard vrij staat om op ieder moment zijn autoriteit als werkgever te laten gelden, en dat deed hij op 23 september, en werkinstructies te geven aan de geïntimideerde, ook al heeft hij eerder niet gedaan. Geïntimideerde had gehoor moeten geven aan de redelijke instructies van de de eigenaar van het paard.

De beslissing
Het hof oordeelt dat de eigenaar van het paard het loon over het tijdvak van 14 juli 2009 tot en met 22 september 2009 alsnog uitbetaald moet worden, maar dat het weigeren om instructies op te volgen voor rekening van de de amazone komt en dat daarom het loon na de opnieuw tewerkstelling (van 22 september tot 1 december) niet hoeft worden uitbetaald.

De uitspraak staat HIER

woensdag 6 juni 2012

Portretrecht straatvoetballer en auteursrecht fotograaf: Wasi Mailik en Hans Lans vs Monta


 Twee verschillende, met elkaar verband houdende, rechtszaken met een verschillende eiser, maar dezelfde gedaagde. Gedaagde in beide zaken is Monta. Monta is een keldingmerk dat kleding op de markt brengt dat zich richt op straatvoetbal. Monta laat een fotograaf, Hans Lans, foto 's maken van een straatvoetballer Wasi Malik. 

De ontwerper van Monta maakt op basis van het de foto's (ze trekt de foto's over) het onderstaande logo. 
Monta Juniors



Eerste zaak
De samenwerking tussen Wasi en Monta komt ten einde en Wasi vordert in kort geding het staken van de inbreuk die Monta maakt op zijn portretrecht, door de gestyleerde foto van hem in het logo te gebruiken.
De voorzitter van de rechtbank is van mening dat de vraag is of met het logo inbreuk wordt gemaakt op het portretrecht van Wasi. Het is allereerst van belang of Wasi op het logo herkenbaar is. Daarvoor is niet per se noodzakelijk dat het gezicht of gedeelten van het gezicht van Wasi herkenbaar zijn, zoals hier in ieder geval niet aan de orde is. Herkenbaarheid aan andere trekken, bijvoorbeeld aan specifieke kenmerken en of de lichaamshouding van Wasi kan ook voldoende zijn. De rechter is van oordeel dat de gestalte van het silhouet als geheel en de lichaamshouding van de figuur op het logo niet zodanig specifiek voor Wasi dat hij alleen daaraan herkenbaar zou zijn, laat staan dat het silhouet duidelijk alleen van Wasi kan zijn en niet van iemand anders. De rechter wijst de vordering van Wasi af, omdat er geen sprake is van een portret.
Tot slot is interessant te melden dat Wasi in deze zaak probeert aan de hand van een marktonderzoek aan te tonen dat het publiek hem wel herkent. De voorszitter vindt het geen overtuigend  onderzoek: " onduidelijk is wie dit onderzoek heeft uitgevoerd en waar en wanneer dat is gebeurd. Voorts kan niet worden uitgesloten dat sturende vragen zijn gesteld, waarin reeds melding is gemaakt van de naam Wasi. Een aanwijzing daarvoor zou kunnen zijn dat in de overgelegde productie als vraag staat vermeld: "Herkent Wasi in logo Monta?" waarop als antwoord 'Ja' of 'Nee' is genoteerd"

Tweede zaak
De tweede zaak gaat tussen de eiser Hans Lans en Monta. In deze zaak heeft de eiser meer succes. In een eerdere zaak tussen Lans en Monta stond de vraag centraal of Lans nu wel of niet afstand had gedaan van het auteursrecht. De rechtbank in die zaak was van oordeel dat Lans daar geen afstand van gedaan had.

De zaak doet mij denken aan de zaak die het persbureau AP aanspande tegen de maker van de HOPE poster van Barack Obama. HIER meer.

Hans Lans is van mening dat ten eerste door de bewerking persoonlijkheidsrechten worden aangetast en ten tweede dat er hier sprake is van een ongeoorloofde bewerking van zijn foto. Lans vordert daarom schadevergoeding en een verbod tot het verder gebruik van zijn bewerkte foto.
De eerste vordering wijst der rechter af. Lans heeft onvoldoende gemotiveerd waarom de bewerking van zijn foto in het logo een verminking of andere aantasting van zijn werk betreft.
De voorzitter van de rechtbank is van oordeel dat het logo een verveelvoudiging van het werk van Lans is. Dat het logo ook als een nieuw werk met auteursrechtelijke bescherming zou kunnen worden aangemerkt, doet daar niet aan af. Ook een bewerking die zelf een oorspronkelijk karakter draagt kan een verveelvoudiging zijn van een ander werk, al zou de letterlijke tekst van artikel 13 Auteurswet (Aw) anders kunnen doen veronderstellen.
Aldus, is sprake van verveelvoudiging van de foto van Lans c.s. waarvoor deze als auteursrechthebbende in beginsel zijn toestemming zou moeten verlenen.

Het gerrechtshof komt in juli 2014 tot een  ander oordeel (Gerechtshof Amsterdam15-07-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:2679)
 : het logo is gebaseerd op een foto maar maakt geen inbreuk op het auteursrecht van de fotograaf, nu het logo geen gebruik maakt van auteursrechtelijk beschermde trekken. Zie rechtsoverweging 2.12


Zie ook DIT bericht over deze zaak op intellectueeleigendomsrecht.nl