dinsdag 1 november 2016

Manege niet aansprakelijk voor ongeval met pony; geen sprake van ‘eigen energie’ pony


De feiten
Slachtoffer X is begonnen met paardrijden toen zij zeven jaar oud was. In de middelbare school tijd heeft zij gedurende enkele jaren niet gereden. slachtoffer X heeft een eigen pony gehad. Op 19 januari 2011 heeft (een van) de ouder(s) van de toen 17-jarige slachtoffer X , slachtoffer X ingeschreven voor groepslessen bij manege Y. Het ondertekende inschrijfformulier vermeldt dat manege Y geen enkele aansprakelijkheid aanvaardt. slachtoffer X is door manege Y ingedeeld in de gevorderden groep.
Op 4 januari 2012 is slachtoffer X tijdens een groepsles (van 5 of 6 amazones) een ongeval overgekomen. Slachtoffer X reed die dag op de aan manege Y toebehorende pony Likorette, een pony waarop zij reeds eerder had gereden. De les stond onder leiding van de vaste en tot het geven van de les bevoegde instructrice A. De les begon met oefeningen in stap, draf en galop en aan het eind van de les werd, zoals gebruikelijk om de twee à drie weken, gesprongen. Dit springen werd geleidelijk opgebouwd, waarbij slachtoffer X met Likorette zonder problemen de hindernissen nam. Aan het eind van de les werd een klein parcours gereden. Tijdens de dubbelsprong weigerde Likorette de tweede hindernis te nemen. slachtoffer X is hierdoor (voorover) van de pony af gevallen en met haar hoofd op de hindernis terecht gekomen. slachtoffer X droeg ten tijde van het ongeval een cap voorzien van het veiligheidskeurmerk.
Instructrice A was getuige van het ongeval. Slachtoffer X kan zich van de periode tussen het moment dat zij op de eerste hindernis van de dubbelsprong af reed en de val niets meer herinneren. Slachtoffer X was na het ongeval duizelig en ze had een bloedneus en een schrammetje op haar neus. Ze is met haar vader naar de huisarts gegaan.
Slachtoffer X is in verband met de klachten die ze had na de val in juni 2012 doorverwezen naar een revalidatiearts. De klinische revalidatie van 24 oktober 2012 tot en met 31 januari 2013 bij Revalidatiecentrum Friesland is gevolgd door een poliklinische revalidatie. Per 15 december 2013 is aan slachtoffer X een Wajong-uitkering toegekend. De (huidige) klachten van slachtoffer X bestaan onder meer uit hoofdpijn en een verminderde (cognitieve) belastbaarheid.

De vordering en verweer
Slachtoffer X verzoekt de rechtbank te bepalen dat manege Y aansprakelijk is voor het ongeval en letsel op grond van artikel 6:179 BW van 4 januari 2012 dat is veroorzaakt door hun pony.
Manege Y zich onder andere op het standpunt dat zij niet aansprakelijk is voor de door slachtoffer X geleden schade op grond van artikel 6:179 BW, nu er sprake is van een ruitersfout. Voor het geval er wel sprake zou zijn van aansprakelijkheid van manege Y , beroept manege Y zich op de eigen schuld van slachtoffer X .

Oordeel rechtbank
De vraag of manege Y op grond van het bepaalde in artikel 6:179 BW aansprakelijk is voor de door slachtoffer X geleden schade dient naar het oordeel van de rechtbank ontkennend te worden beantwoord. Dit artikel bepaalt dat de bezitter van een dier aansprakelijk is voor de door het dier aangerichte schade. De grondslag voor de risicoaansprakelijkheid krachtens dit artikel is gelegen in het gevaar dat schuilt in de eigen energie van het dier en het onberekenbare element dat in die energie ligt opgesloten. Dit brengt mee dat voor toepassing van het artikel nodig is dat de schade veroorzaakt is door een eigen gedraging van het dier, waarbij het dier dus niet 'als instrument handelt van de persoon, die hem berijdt of leidt' (Toelichting-Meijers op art. 6030208 NBW) (zie HR d.d. 23 februari 1990, NJ 1990/365, Zengerle/Blezer). Naar het oordeel van de rechtbank is er in dit geval geen sprake van een onberekenbaar element dat in de eigen energie van het dier ligt opgesloten. De rechtbank acht daartoe het volgende redengevend.
Slachtoffer X , als berijder van Likorette, wilde dat Likorette over de hindernis zou springen. Aangezien een pony over het algemeen niet uit zichzelf over een hindernis zal springen, heeft het nadere aansturing nodig van de berijder, en is het doorlopend afhankelijk van diens instructies. Bij de uitvoering van een dergelijke, bijzondere, verrichting handelt de pony als het ware als instrument van de berijder, een berijder die op haar beurt het instrument bespeelt.
Dat Likorette vóór het de tweede hindernis nam langzamer ging lopen, onvoldoende sturing kreeg en vervolgens, vrij abrupt, tot stilstand kwam, is naar het oordeel van de rechtbank niet te beschouwen als een onberekenbaar gevolg van de eigen energie, maar als een te verwachten gedraging, veroorzaakt door de berijder. Likorette heeft onvoldoende aansturing gekregen waardoor zij de hindernis niet op de beoogde wijze heeft genomen.
Aldus kan niet geoordeeld worden dat het ongeval is veroorzaakt door het onberekenbare element dat in de eigen energie van een dier ligt opgesloten, waartegen een gelaedeerde jegens de bezitter van een dier dient te worden beschermd. Van feiten of omstandigheden die in het onderhavige geval tot een ander oordeel zouden moeten leiden, is naar het oordeel van de rechtbank niet gebleken.

Nu manege Y naar het oordeel van de rechtbank niet aansprakelijk is voor de door slachtoffer X geleden schade, behoeft het verzoek om het percentage van de aansprakelijkheid te bepalen, waaronder de vraag in hoeverre slachtoffer X een ruitersfout heeft gemaakt, geen bespreking.