maandag 8 mei 2017

Rechter veroordeelt Judo Bond Nederland judoka Franssen voor te dragen voor een A-status en toe te laten aan deelname internationale wedstrijden


De feiten
De Judo Bond Nederland heeft een koerswijziging ingezet, in die zin dat met ingang van 1 september 2016 het topjudo wordt gecentraliseerd op één Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) locatie, te weten Papendal, in plaats van over meerdere locaties, waaronder Rotterdam . Uitgangspunt daarbij is dat de kernploegleden op deze CTO locatie moeten sporten (trainen), wonen (op maximaal 30 minuten afstand van Papendal) en studeren of werken. Er geldt een fulltimeprogramma. De trainers en andere begeleiders worden door Judo Bond Nederland aangezocht en aangesteld. Juul Franssen volgt bij InHolland in Rotterdam de vierjarige HBO opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH). Zij zit daar in het tweede studiejaar.  Zij mag over deze studie in verband met haar topsport carrière, in beginsel, tien jaar doen en heeft daarvan op dit moment zevenenhalf jaar gebruikt. Wanneer Juul Franssen de studie niet binnen tien jaar afrondt dan dient zij gelet op de geldende studieregeling bovenop het door haar in ieder geval terug te betalen bedrag van € 16.000,-- een extra bedrag van € 21.500,-- terug te betalen. Daarmee komt de studieschuld dan uit op een totaalbedrag van € 37.500,--.
Er vindt overleg plaats tussen de Judobond en Juul Franssen. Naar aanleiding van dat gesprek bericht Juul Franssen de Judobond het volgende:  
“Vanaf september 2017 ben ik bereid om naar Papendal te komen, ondanks mijn eerdere twijfels. Er zijn een aantal losse eindjes, waarvan ik het prettig zou vinden om op voorhand duidelijkheid over te krijgen, en dat gaat om het volgende:
1. De opleiding
2. De begeleiding
De opleiding
Ik wil het liefst mijn studie in Rotterdam blijven volgen. Omdat ik naar Papendal moet, ben ik bereid mijn studie om te gooien, waardoor mijn studieschuld van 16.000 euro naar 37.500 euro zal gaan. Ik moet namelijk mijn 2e studiejaar opnieuw overdoen vanaf september 2017. Bovendien zal mijn afstudeerjaar dan in het jaar van de OS in Tokyo zijn, waardoor ik dan ook weer studievertraging zal oplopen. Ik ben bereid om alles om te gooien, en jaren vertraging op te lopen, als de bond bereid is mij te helpen om ervoor te zorgen dat er garant wordt gestaan voor de studieschuld. Ik kan mezelf geen studieschuld veroorloven en kan het simpelweg niet betalen.
De begeleiding
Zoals ik eerder heb aangegeven, is voor mij de juiste begeleiding essentieel in het bedrijven van topsport, en het leveren van topprestaties. In het gesprek op 5 oktober jl. is verteld dat er vanaf januari twee nieuwe coaches/trainers bijkomen, en ik wil graag duidelijkheid wie de uiteindelijke trainer- en coachingstaf gaat zijn, om van daaruit een weloverwogen keuze te maken wie mij gaat begeleiden. Die invulling is nog niet bekend.”

Bij brief van 20 december 2016 heeft Judo Bond Nederland – samengevat – aan Juul Franssen bericht dat zij hebben besloten om de selectie van Juul Franssen voor het NTC Papendal in te trekken en dat de consequentie hiervan is dat Juul Franssen niet meer zal worden uitgezonden naar internationale trainingsstages met de nationale topsportselectie en dat tevens de deelname van Juul Franssen aan nationale trainingen zullen worden stopgezet. Vervolgens bericht NOC*NSF aan Juul Franssen dat zij haar A-status verliest.

De vordering
Juul Franssen vordert in kort geding om haar conform de normaal geldende regels uit te zenden naar internationale wedstrijden zo lang zij zich daarvoor op sportieve gronden kwalificeert en om haar voor te dragen voor een A-status bij het NOC*NSF.

Oordeel rechtbank
Als uitgangspunt geldt dat Judo Bond Nederland bevoegd is om beleid te maken
en bestaand beleid te wijzigen en dat de leden van Judo Bond Nederland door hun lidmaatschap daaraan gebonden zijn. De geldigheid van het besluit waarbij Judo Bond Nederland haar beleid heeft gewijzigd in die zin dat vanaf het najaar van 2016 op één CTO-locatie, namelijk Papendal, wordt getraind, gewoond en gestudeerd of gewerkt, wordt in dit kort geding niet ter discussie gesteld. Juul Franssen heeft niet het standpunt ingenomen dat dit besluit niet rechtsgeldig (nietig of vernietigbaar) is. Het wordt er daarom voor gehouden dat dit besluit rechtsgeldig is. Er kunnen echter omstandigheden zijn die maken dat Judo Bond Nederland dit besluit niet heeft kunnen nemen, omdat dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid onaanvaardbaar is en/of onrechtmatig tegenover Juul Franssen is. Hierna zal worden onderzocht of het aannemelijk is dat daarvan sprake is.
Vooropgesteld wordt dat tussen partijen ook een kernploegovereenkomst van kracht is, welke overeenkomst niet is opgezegd, en dat partijen gelet op hun onderlinge verhouding voortvloeiend uit deze overeenkomst en hetgeen overigens op grond van de bondstructuur tussen hen geldt, zich over en weer dienen te gedragen met inachtneming van de maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Dit betekent onder meer dat zij rekening dienen te houden met elkaars gerechtvaardigde belangen. Juul Franssen dient rekening te houden met het belang van Judo Bond Nederland om haar ambitie om met topjudo een top acht positie in de wereld te veroveren en te behouden door middel van het door haar uitgestippeld beleid te kunnen verwezenlijken. De Judo Bond Nederland heeft belang bij handhaving van het door haar gemaakte beleid en bij consequente toepassing daarvan. Als alleen naar individuele wensen wordt gekeken, valt er geen beleid te maken. Judo Bond Nederland dient daartegenover rekening te houden met het individuele belang van Juul Franssen om haar topsportcarrière in te richten op de manier waarop zij dat wil.
Het besluit van 20 december 2016 heeft voor Juul Franssen zeer ingrijpende gevolgen. Het besluit betekent de facto het einde van haar carrière als topsporter.
Het is voor haar gelet op het besluit onmogelijk om nog deel te nemen aan internationale toernooien. Aan internationale toernooien kan, dat staat tussen partijen vast, alleen worden deelgenomen wanneer (de technische staf van) Judo Bond Nederland de judoka afvaardigt en dat zal vanwege dit besluit niet meer gebeuren. Het is verder voldoende gebleken dat op dit moment ook niet mogelijkheid bestaat om aan internationale wedstrijden deel te nemen door uit te wijken naar het buitenland. Juul Franssen is op dit moment in haar gewichtsklasse de beste topjudoka van Nederland en staat zesde op de wereldranglijst. De stelling van Judo Bond Nederland dat Juul Franssen niet de nummer 1 van Nederland is, wordt als onvoldoende gemotiveerd onderbouwd gepasseerd. Juul Franssen is geen beginnende topjudoka meer. Zij heeft haar sporen al ruimschoots verdiend. Zo heeft zij zich gekwalificeerd voor de Olympische Spelen van 2016, is zij eind 2016 eerste geworden bij een in Abu Dhabi gehouden wedstrijd en staat zij op dit moment op de zesde plek van de wereldranglijst. Juul Franssen is op dit moment 27 jaar en zal niet meer jarenlang op topsportniveau de judosport beoefenen. Einddoel is volgens Juul Franssen om zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen van 2020.
De Judo Bond Nederland heeft met twee andere judoka’s die zijn geselecteerd een maatwerkoplossing getroffen. Deze judoka’s hebben beiden een relatie in het buitenland, de één in Frankrijk en de ander in Italië. Met hen is onder meer overeengekomen, zo heeft
Judo Bond Nederland tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding verklaard, dat zij tot 1 september 2017 niet hoeven deel te nemen aan het fulltimeprogramma op de
CTO-locatie te Papendal. Judo Bond Nederland heeft geen steekhoudende argumenten aangevoerd waarom deze twee judoka’s anders zouden mogen worden behandeld dan Juul Franssen . Er is dan ook sprake van een ongelijke behandeling c.q. willekeur, nu van deze twee judoka’s pas per 1 september 2017 wordt verlangd dat zij deelnemen aan het fulltimeprogramma op de CTO-locatie te Papendal, terwijl van Juul Franssen wordt verlangd dat zij daaraan al eerder deelneemt.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat het vanwege de hiervoor genoemde omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat van Judo Bond Nederland kan worden verlangd dat zij een maatwerkoplossing, met Juul Franssen treft, in die zin dat ten gunste van Juul Franssen wordt afgeweken van het huidige beleid.
Het belang van Judo Bond Nederland om door middel van het door haar uitgestippelde beleid de top te bereiken en dat alle topsporters, onder wie Juul Franssen , zich aan dit door haar uitgestippelde beleid conformeren en gaan trainen, wonen en studeren of werken op de CTO-locatie te Papendal moet gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, gerelativeerd worden ten aanzien van Juul Franssen . Dit geldt temeer daar er sprake is van een beperkte periode, aangezien de inzet van Juul Franssen vooral gericht is op het kwalificatieproces richting de Olympische Spelen. De tussen partijen te treffen maatwerkoplossing is dus beperkt in tijd.

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat Judo Bond Nederland het besluit van 20 december 2016 niet heeft kunnen nemen, omdat dit besluit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid onaanvaardbaar is en/of onrechtmatig tegenover Juul Franssen is. De vordering van Juul Franssen die ertoe strekt dat zij aan internationale wedstrijden mag deelnemen, zal in zoverre worden toegewezen dat het Judo Bond Nederland zal worden verboden om Juul Franssen van deelname aan internationale wedstrijden uit te sluiten op de grond dat zij zich niet (volledig) conformeert aan het vanaf 1 september 2016 geldende beleid dat door de door haar geselecteerde judoka’s een fulltimeprogramma moet worden gevolgd op de CTO-locatie te Papendal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten