zondag 20 januari 2013

Aansprakelijkheid ongeluk kind van 12 jaar bij voorronde van motorcross-wedstrijd. Toepassing kelderluik criteria




MON organiseert motorcrosswedstrijden. In het kader van het organiseren van die wedstrijden heeft zij een stuk opgesteld, getiteld ‘Richtlijnen t.b.v. het aanleggen van een motorcrosscircuit’ (hierna: de richtlijnen).
Onder 04 van de richtlijnen staat onder meer vermeld:
‘Er moet een dubbele afzetting zijn met minimaal 2 meter tussenruimte. (…) Gevaarlijke obstakels tussen de binnen- en buitenafzettingen en in de uitgaande bochten moeten worden afgeschermd met pakken stro en/of vergelijkbaar materiaal (deugdelijk vastgebonden).’
Onder punt 19 staat vermeld:
‘Obstakels die zich op of langs het circuit bevinden en niet functioneel zijn, en/of gevaar kunnen opleveren voor rijders en/of het publiek, dienen verwijderd te worden.’
In het Motorcrossreglement 2005 van MON staat in artikel 23 onder i vermeld:
‘Vereniging MON erkend geen enkele aansprakelijkheid voor schade zowel materieel als immaterieel, opgelopen tijdens de wedstrijden.’
Eiser – destijds 12 jaar oud –, althans zijn moeder had om te kunnen deelnemen aan motorcrosswedstrijden op 13 november 2004 een ‘aanvraagformulier startbewijs’ ondertekend. Daarin is onder meer opgenomen:
‘De aansprakelijkheid van MON wordt beperkt tot het bedrag dat door de verzekeraar wordt uitbetaald. Ondergetekende verklaart deze aanvraag naar waarheid te hebben ingevuld en bekend te zijn met de reglementen van MON.’
MON organiseerde op 20 augustus 2005 een motorcrosswedstrijd voor kinderen op de motorcrossbaan van MBC. Eiserwas een van de deelnemers.
Tijdens een verkenningsrit voorafgaand aan de wedstrijdrit is eiserten val gekomen. Daarbij heeft hij een distale humerusfractuur en een radiusfractuur opgelopen.

Vordering eiser
 Eiser vordert – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor recht zal verklaren dat MON en MBC hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door eiser op 20 augustus 2005 geleden en nog te lijden schade

Beoordeling
Eiser heeft gesteld dat hij met zijn arm (een uitstekende tak van) een boom heeft geraakt, die gebruikt werd voor de bevestiging van de buitenste afzetting van het circuit en zich bevond voor een bocht naar rechts.
MON en MBC hebben betwist dat eiser tegen een boom is gereden en hebben gesteld dat hij ten val is gekomen doordat hij een stuurfout heeft gemaakt, wellicht te hard heeft gereden en wellicht een cameravrouw heeft geraakt. De boom waar eiser zegt tegenaan te zijn gereden, is gebruikt voor de buitenste afzetting van het circuit en langs een recht stuk baan.
Partijen twisten over de vraag of de boom die eiser heeft geraakt, langs een recht stuk van de baan stond of voor een bocht naar rechts.
MON stelt dat eiser zelf een stuurfout heeft gemaakt en dat de boom langs een recht stuk van de baan stond. Eiser kan een filmpje van het ongeluk laten zien. Het filmpje overtuigt de rechtbank dat de eiser niet te hard heeft gereden en ook dat de boom in een flauwe bocht stond.
De richtlijnen schrijven voor dat de ruimte tussen de binnenste en buitenste afzetting tenminste 2 meter moet bedragen. MON en MBC hebben ter comparitie erkend dat de afstand tussen de binnenste en buitenste afzetting minder dan 2 meter bedroeg, omdat het landschap het niet toeliet. Dit is geen uitzondering die MON in haar eigen richtlijnen noemt. Op dit punt is dus in strijd gehandeld met de richtlijnen.
 Voorts is in de richtlijnen opgenomen dat obstakels die zich op of langs het circuit bevinden en niet functioneel zijn en/of gevaar kunnen opleveren voor rijders en/of het publiek verwijderd dienen te worden.
MON en MBC hebben aangevoerd dat een boom geen obstakel is, omdat het geen object is dat kan worden verplaatst en omdat bomen functioneel zijn want thuishoren in een bos en bij een bosbaan als het onderhavige circuit.
Obstakel betekent naar normaal Nederlands taalgebruik iets dat in de weg staat. Noch uit het normaal spraakgebruik, noch uit de richtlijnen volgt dat MON hiermee uitsluitend op mobiele objecten heeft gedoeld. Het woord ‘functioneel’ valt niet los te zien van de vraag waarvoor iets functioneel moet worden geacht. De rechtbank is van oordeel dat functioneel in de context van de richtlijnen moet worden verstaan als functioneel voor de wedstrijd. Bomen zijn weliswaar functioneel voor een (bos)landschap, maar niet vermag te worden ingezien dat ze functioneel zijn voor de wedstrijd. De door MON en MBC voorgestane uitleg van ‘obstakel’ en ‘functioneel’ is ook niet logisch. Dat zou immers betekenen dat op de baan wel een boom zou mogen staan omdat die niet verplaatsbaar is en functioneel voor het bos. Dat kan niet de bedoeling zijn geweest.
De stelling van MON en MBC dat de richtlijn met betrekking tot de dubbele afzetting slechts bedoeld is om publiek van de baan te houden en niet om de deelnemers aan de wedstrijd te beschermen – hetgeen de rechtbank verstaat als een beroep op het relativiteitsvereiste (artikel 6:163 BW) –, kan de rechtbank niet rijmen met het feit dat in de richtlijnen staat vermeld dat obstakels tussen de dubbele afzetting moeten worden afgeschermd. Dat zou immers helemaal niet noodzakelijk zijn als de dubbele afzetting alleen bedoeld was om publiek op afstand te houden. De rechtbank kan dit niet anders begrijpen dan dat die maatregelen zijn bedoeld voor de veiligheid van de deelnemers. De veiligheid van de rijders staat bovendien expliciet genoemd bij de bepaling in de richtlijnen dat obstakels die zich langs het circuit bevinden en niet functioneel zijn moeten worden verwijderd.
Nu ervan uit moet worden gegaan dat de richtlijnen mede zijn opgesteld om de veiligheid van de deelnemers te borgen, mag worden aangenomen dat schending van die richtlijnen een schending van veiligheidsnormen oplevert.
Kelderluik criteria
Ook zonder de richtlijnen maar met toepassing van de zogenaamde Kelderluik-criteria is de rechtbank van oordeel dat sprake is van schending van veiligheidsnormen.
Kans op ongeval
De kans dat iemand – en in het bijzonder een kind van 12 jaar – tijdens het motorcrossen – door beide partijen een gevaarlijke sport genoemd op een ruw terrein – buiten de baan terecht komt, moet aanzienlijk worden geacht. Dat zal ook mede de achtergrond hebben gevormd van het in de richtlijn opnemen van de verplichting om obstakels lang het circuit te verwijderen. Dat betekent dat de kans dat de gesplitste stam/tak van de bewuste boom door een van de deelnemers zou worden geraakt, geenszins denkbeeldig of onvoorzienbaar was. Dat geldt in het bijzonder voor deze boom nu die bij het begin van een (flauwe) bocht staat en bovendien op het filmpje te zien is dat alle deelnemers voorafgaand aan die bocht uiterst links van het circuit en dus aan de kant van de boom aanhouden. Als de deelnemers de bocht niet of te laat inzetten, gaan ze recht op de boom af. Dat het risico zich in de tientallen jaren dat dit circuit in gebruik is volgens MON en MBC nog niet heeft gerealiseerd, betekent nog niet dat het risico op een ongeval (op juist die plek) niet kon worden voorzien. Met de kans dat motorcrossers – ook al hebben ze ervaring – een stuurfout maken of (op het ruwe terrein) de controle over hun motor verliezen, moet – zeker wanneer het (jonge) kinderen betreft – rekening worden gehouden.
Veiligheidsmaatregelen eenvoudig te nemen
Als voorzorgsmaatregel had de boom kunnen worden afgeschermd of (de gesplitste stam van) de boom kunnen worden verwijderd, welke maatregelen MON zelf noemt in de richtlijnen. Deze voorzorgsmaatregelen acht de rechtbank niet bezwaarlijk. Dat het afschermen van bomen ondoenlijk is vanwege de veelheid van bomen, begrijpt de rechtbank niet. Het treffen van de vereiste voorzorgsmaatregelen betekent immers niet dat alle bomen in het bos moeten worden afgeschermd, doch slechts de bomen die – rekening houdend met de onoplettendheid of fouten van deelnemers – gevaar kunnen opleveren. Dat het verwijderen van de bewuste boom (of enkele bomen) uitermate bezwaarlijk is omdat dat afbreuk doet aan het karakter van bosbaan, vermag de rechtbank niet in te zien en wordt in ieder geval in verhouding tot de veiligheid van de deelnemers niet als zodanig bezwaarlijk aangemerkt dat kon worden afgezien van het treffen van enige voorzorgsmaatregel.
Kans op schade
Motorcross mag dan een risicovolle sport zijn, dat betekent niet dat deelnemers alle ongevallen op de koop toe moeten nemen. Juist bij risicovolle sporten mag worden verwacht dat alle mogelijke voorzorgsmaatregelen om ongelukken te voorkomen, worden getroffen.
Hogere drempel aansprakelijkheid sport en spel situaties
De rechtbank is van oordeel dat van een dergelijke situatie geen sprake is aangezien het niet gaat om een ongeval dat is veroorzaakt door tot op zekere hoogte gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede of onvoldoende doordachte handelingen of gedragingen waartoe de activiteit uitlokt of die daarin besloten liggen, maar door een ongeval dat is veroorzaakt doordat onvoldoende voorzorgsmaatregelen zijn getroffen.
Organisator aansprakelijk
De verplichting om de benodigde voorzorgsmaatregelen te treffen, rustte naar het oordeel van de rechtbank op MON als organisator van de wedstrijd.
Causaal verband
MON heeft het causaal verband tussen het achterwege laten van voorzorgsmaatregelen ten aanzien van de bewuste boom betwist door te betogen dat niet vaststaat dat eiser de boom heeft geraakt en dat hij mogelijk een stuurfout heeft gemaakt en verkeerd terecht is gekomen op de harde grond van de baan.
In het vorenoverwogene is geoordeeld dat op grond van het filmpje vast is komen te staan dat eiser de boom heeft geraakt. Op het filmpje is te zien dat eiser de boom raakt met de arm waaraan later de fracturen zijn geconstateerd. Dit maakt het zeer waarschijnlijk dat de fracturen door het raken van de boom zijn veroorzaakt. Zelfs al zouden de fracturen niet zijn veroorzaakt door de aanraking van de boom maar door de (uiteindelijke) val op de grond, dan is de aanraking met de boom alsnog noodzakelijke voorwaarde voor de val zodat ook in dat geval het causale verband tussen de aanraking met de boom en de fracturen gegeven is. Gesteld noch gebleken is dat eiser ook zonder het raken van de boom zou zijn gevallen en het letsel zou hebben bekomen en evenmin dat hij ook het letstel zou hebben bekomen wanneer de boom afgeschermd zou zijn geweest. Nu hiermee het causale verband vaststaat, behoeft hetgeen partijen hebben aangevoerd ter zake van de omkering van de bewijslast op dit punt, geen nadere bespreking.
Beroep exoneratiebeding
MON heeft gesteld dat haar aansprakelijkheid middels het Motorcrossreglement is uitgesloten, althans in het aanvraagformulier startbewijs tot het bedrag dat door de verzekeraar wordt uitbetaald. De aansprakelijkheidsverzekering van MON bood geen dekking, de ongevallenverzekering heeft € 2.799,85 aan eiser uitgekeerd.
eiser heeft gesteld dat hij niet bekend is met het reglement en heeft bepleit dat een beroep op de exoneratiebedingen onredelijk bezwarend is onder verwijzing naar artikel 6:237 sub f BW.
Nu de exoneratiebedingen hebben te gelden als algemene voorwaarden aangezien die zijn opgesteld om in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen en ze zijn overeengekomen (ervan uitgaande dat het reglement is ontvangen) tussen MON als gebruiker en (de ouders van) eiser als natuurlijk persoon van wie niet is gesteld of gebleken dat hij te dezer zake handelde in de uitoefening van een beroep of bedrijf, moet op grond van artikel 6:237 aanhef en onder f BW worden uitgegaan van het vermoeden dat de bedingen onredelijk bezwarend zijn tegenover eiser en daarmee vernietigbaar is.
MON heeft gesteld dat geen sprake is van onredelijk bezwarende bedingen, nu degene die tekent moet weten waar hij aan begint en het anders een onverzekerbare sport zou worden.
Het eerste argument snijdt naar het oordeel van de rechtbank geen hout: bij een dergelijke redeneertrant zou geen enkel beding waarvoor getekend nog onredelijk bezwarend kunnen zijn. Het tweede argument is, voor zover al relevant, op geen enkele wijze onderbouwd.
Bovendien zijn de beide bedingen onderling reeds tegenstrijdig. Derhalve zullen de exoneratiebedingen worden vernietigd en is MON aansprakelijk en gehouden tot vergoeding van de door eiser geleden schade.
Eigen schuld?
MON heeft nog aangevoerd dat sprake is van eigen schuld aan de zijde van eiser omdat hij een stuurfout heeft gemaakt.
eiser heeft gesteld dat het ongeval niet zozeer te wijten is aan een door hem gemaakte stuurfout, maar aan het feit dat er een boom stond.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden gezegd dat het ongeluk te wijten is aan de boom. De boom heeft immers het ongeluk niet veroorzaakt, maar een gedraging van eiser heeft ertoe geleid dat hij tegen de boom is gereden. Die gedraging moet eiser kunnen worden toegerekend, wil het beroep op eigen schuld kunnen slagen.
eiser heeft betoogd dat de gedraging hem niet kan worden toegerekend, althans op grond van de billijkheid niet kan leiden tot de conclusie dat hij zelf een deel van de schade moet dragen, omdat hij 12 jaar oud was.
De rechtbank overweegt dat van toerekening slechts dan sprake is wanneer de benadeelde zich anders heeft gedragen dan een redelijk mens onder de gegeven omstandigheden zou doen. De omstandigheden van het geval zijn hiervoor genoemd; de boom stond zeer dicht tegen de binnenste afzetting aan, na een glooiing in het circuit gelegen in een bocht op een circuit dat zich laat kenschetsen als een ruige bosbaan. Gesteld noch gebleken is dat eiser zich in die omstandigheden anders heeft gedragen dan een redelijk mens van zijn leeftijd zou doen. Immers, de deelnemers zullen voorafgaand aan een bocht naar rechts (sterk) links aanhouden (hetgeen op het filmpje ook te zien is) en direct aan die linker kant stond nu juist de bewuste boom. Onder de geschetste omstandigheden valt te verwachten dat deelnemers met hun motor enigszins van koers af raken. Van kinderen van 12 jaar mag daarenboven niet worden verwacht, ook niet als zij al vaker wedstrijden hebben gereden, dat zij een zelfde stuurvermogen, motorbeheersing en anticipatievermogen hebben als volwassenen. Dat [eiser], nu het slechts een verkenningsronde betrof, te hard heeft gereden, is niet onderbouwd; uit de film blijkt dat hij niet harder ging dan andere deelnemers en bovendien was het niet de eerste verkenningsronde waarbij wellicht grotere voorzichtigheid op zijn plaats zou zijn geweest. Derhalve staat het ontbreken van toerekening in de weg aan het toekennen van eigen schuld. Aan een eventuele billijkheidscorrectie wegens de leeftijd van eiser wordt dan ook niet meer toegekomen.

Oordeel rechtbank
Conclusie is dan ook dat MON volledig aansprakelijk is voor de schade die eiser ten gevolge van het ongeval heeft geleden en zal worden veroordeeld die schade te vergoeden.

De uitspraak staat HIER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten