maandag 21 oktober 2013

Uitsluiting door met GPS te varen van winnaar NK zeilen (Vrijheidsklasse) terecht


Op 12, 13 en 14 september 2008 heeft op het Alkmaarder- meer het Nederlands Kampioenschap zeilen in de Vrijheid Klasse plaatsgevonden, georganiseerd door CAM. X en Y hebben onder zeilnummer [nummer] aan de wedstrijden deelgenomen. Zij hadden tijdens de wedstrijden een GPS aan boord. Het Nederlands Kampioenschap Vrijheid 2008 is door X en Y gewonnen.
- Deelnemer A, die onder zeilnummer [nummer] aan de wedstrijden deelnam, heeft vóór de start op 13 september 2008 bij het protestcomité CAM protest aangetekend tegen het gebruik door X en Y van een GPS tijdens de wedstrijden. Het protest is op dezelfde dag afgewezen, op de grond dat “1307 geen regels (heeft) overtreden”.
- Bij brief van 25 september 2008 heeft Deelnemer A  de Zeilraad, een orgaan van Watersportverbond, verzocht een uitleg te geven van de regelgeving omtrent de toelaatbaarheid van een GPS aan boord van een Vrijheid tijdens wedstrijden.
- Bij brief van 19 december 2008 heeft de Reglementencommissie van Watersportverbond (hierna: Reglementencommissie) Deelnemer A  medegedeeld dat de Zeilraad zijn verzoek niet in behandeling heeft genomen omdat hij niet een bij Watersportverbond aangesloten vereniging of organisatie is en artikel 70.3 van de Regels bepaalt dat uitsluitend bedoelde verenigingen of organisaties een uitleg van de regels mogen vragen en niet een deelnemer aan een wedstrijd, dat de brief van Deelnemer A  in handen was gesteld van de Reglementencommissie en dat de Reglementencommissie tot het oordeel was gekomen dat het gebruik van een GPS aan boord van de Vrijheid van X en Y in strijd was met bepaling 2.2.2 van de Klassenvoorschriften 2006, hetgeen tot diskwalificatie van X en Y had moeten leiden. De brief was ondertekend door [S] als voorzitter van de Reglementen-commissie.
 - Op 8 april 2009 heeft het protestcomité CAM het verhoor naar aanleiding van het door Deelnemer A  aangetekende protest heropend. De mogelijkheid tot heropening is voorzien in artikel 66 van het Reglement. Bij uitspraak van 19 mei 2009 heeft het protestcomité opnieuw beslist dat het gebruik van een GPS door X en Y tijdens de wedstrijden in september 2008 niet in strijd was met de toepasselijke regels.
- deelnemer 1] heeft bij de Zeilraad hoger beroep ingesteld tegen hiervoor genoemde uitspraak van het protestcomité CAM en het protestcomité CAM heeft de Zeilraad bevestiging of verbetering van die uitspraak verzocht. Bij besluiten van 31 juli 2009 heeft de Zeilraad geoordeeld dat het gebruik van een GPS aan boord van hun Vrijheid door X en Y tijdens het Nederlandse Kampioenschap Vrijheid 2008 niet was toegestaan. De Zeilraad heeft X en Y uitgesloten van de met een GPS gevaren wedstrijden in de Vrijheid Klasse en Deelnemer A  uitgeroepen tot de winnaar van het Nederlandse Kampioenschap Vrijheid 2008. X en Y beginnen een procedure en worden door de rechtbank in het ongelijk gesteld. Vervolgens gaan ze naar het gerechtshof

Beoordeling
De X en Y voeren een aantal argumenten aan om het gerechtshof te overtuigen:
1.         Het besluit van de Reglementencommissie van 19 december 2008 moet vernietigd worden want de Reglementencommissie is geen orgaan van de het Watersportverbond.
Het gerechtshof geeft daar geen antwoord op omdat het het gerechtshof van mening is dat er geen sprake is van een besluit. Het gerechtshof overweegt  dat de brief van 19 december 2008 is, zoals de rechtbank ook heeft overwogen, niet aan te merken als een besluit, waarvan – in het geval dat het door een orgaan van de rechtspersoon is gegeven – op grond van artikel 2:15 BW vernietiging kan worden gevorderd. De brief bevat immers geen op een rechtsgevolg gericht besluit. In de desbetreffende brief geeft de Reglementencommissie slechts aan dat en waarom zij van oordeel is dat de aanwezigheid van een GPS tijdens wedstrijden niet geoorloofd is, maar de brief beoogt geen rechtsgevolg in het leven te roepen en is mitsdien niet een besluit in de zin van artikel 2:15 BW.

2.         De besluiten van het protestcomité CAM van 8 april 2009 (tot heropening van de klacht) en 19 mei 2009 (tot opnieuw afwijzen van de klacht) moet worden vernietigd wegens strijd met artikelen 2:15 en/of 2:8 BW.
Ook dat argument veegt het gerechtshof van tafel. [appellanten]voeren ten onrechte aan dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de mogelijkheid vernietiging van die besluiten te vorderen is vervallen omdat de daarvoor in artikel 2:15 BW gestelde termijn van een jaar was verstreken toen [appellanten]met de inleidende dagvaarding in deze procedure vernietiging vorderden. Het recht vernietiging te vorderen was toen vervallen op grond van het bepaalde in artikel 2:15 lid 5 BW.

3.         De Zeilraad heeft in het besluit van 31 juli 2009 in redelijkheid niet tot hat besluit kunnen komen dat een GPS systeem niet was toegestaan.
Volgens X en Y heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat zij de onderhavige besluiten slechts marginaal kon toetsen, dat daarom beoordeeld moet worden of de Zeilraad bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot de besluiten heeft kunnen komen en dat zulks het geval is nu over de vraag of tijdens het Nederlands Kampioenschap Vrijheid 2008 het hebben van een GPS aan boord blijkbaar verschillend kan worden gedacht. Dat er over die vraag verschillend kan worden gedacht blijkt volgens de rechtbank niet alleen uit het partijdebat maar ook uit het feit dat het protestcomité CAM en de Zeilraad daarover verschillend oordeelden. X en Y stellen dat de onderhavige uitspraken van de Zeilraad onjuist waren omdat het aan boord hebben van een GPS was toegestaan en bij hen in ieder geval het vertrouwen was gewekt dat het aan boord hebben van een GPS niet verboden was. Pas na het Nederlands Kampioenschap Vrijheid 2008 is een discussie ontstaan over het gebruik van een GPS en zijn de Klassenvoorschriften in 2009 op dit punt gewijzigd, met dien verstande dat een GPS aan boord niet meer is toegestaan. De ten tijde van het Nederlands Kampioenschap Vrijheid 2008 geldende Klassenvoorschriften (2006) kenden een dergelijk verbod niet.
Het gerechtshof gaat vervolgens in op de vraag of die stellingen juist zijn en komt tot de conclusie dat dat niet het geval is. Zo staat er in de in 2008 van toepassing zijnde Klassenvoorschriften bepaalt: “Wat niet expliciet is toegestaan in deze voorschriften is verboden”. In de Klassen-voorschriften is niet bepaald dat het gebruik van elektronische apparatuur toegelaten is. Volgens het hof heeft de rechtbank met juistheid overwogen dat zij de onderhavige besluiten slechts marginaal kon toetsen. Die marginale toetsing is naar het oordeel van het hof op goede gronden in het nadeel van X en Y uitgevallen. Uit het vooroverwogene volgt dat de besluiten van de Zeilraad inhoudelijk juist zijn, dat bij X en Y niet het vertrouwen is gewekt en dat het hun wel was toegestaan een GPS aan boord te hebben. Ook het feit dat X en Y jarenlang zonder bezwaar van hun tegenstanders en de wedstrijdleiding een GPS hebben kunnen gebruiken, kan hen niet in het gerechtvaardigd vertrouwen hebben gesteld dat zulks was toegestaan. Met het niet vernietigen van de gewraakte besluiten heeft de rechtbank ook niet gehandeld in strijd met met het “nulla poena sine lege” beginsel, zoals X en Y hebben gesteld. X en Y overtraden immers het verbod een GPS aan boord te hebben.

4.         Doordat Van der Schilden zowel voorzitter was van de Reglementencommissie en de brief van 19 december 2008 heeft ondertekend als voorzitter van de Zeilraad die de onderhavige besluiten heeft genomen, hebben wij geen eerlijk proces gehad en dat is in strijd met artikel 6 EVRM.

Ook met dat standpunt is het hof het niet mee eens. De Zeilraad bestond, naar Van der Schilden ook tijdens de pleidooien in hoger beroep heeft bevestigd en X en Y niet hebben tegengesproken, uit een aantal leden die ook op Olympisch niveau als “international judge” functioneren, gelet op de statuur van de andere leden had Van der Schilden zijn mening niet kunnen doordrukken indien de andere leden het niet met hem eens waren, deelname van Van der Schilden aan zowel Reglementencommissie als Zeilraad is niet in strijd met de interne regels ter zake, X en Y zijn in de gelegenheid geweest hun visie op het geschil in de procedure bij de Zeilraad naar voren te brengen en de Zeilraad heeft die visie ook bij zijn beoordeling betrokken en afdoende gemotiveerd waarom zij tot een ander oordeel is gekomen dan het protestcomité CAM.

Oordeel
Grieven falen en leiden niet tot vernietiging van het bestreden vonnis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten