donderdag 24 oktober 2013

CBS-rapport "Sport in Beeld; de bijdrage van sport aan de Nederlandse economie in 2006, 2008 en 2010


Dit rapport is het vervolg op het rapport van het CBS in samenwerking met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen De bijdrage van sport aan de Nederlandse economie van 27 september 2012 (kamerstuk 30234, nr.74). Dat rapport betrof calculaties met gebruikmaking van de cijfers over 2006. Nu zijn ook de gegevens uit de jaren 2008 en 2010 op vergelijkbare wijze in calculatie gebracht en kunnen trends worden waargenomen.
Uit het recente rapport blijkt dat het sportgerelateerde deel van de economie in de eerste jaren van de crisis goed heeft standgehouden. Het sportgerelateerde bruto binnenlands product (bbp) bedroeg in 2008 en 2010 respectievelijk € 5,8 en € 6,0 miljard; dat is een stijging van 3,4 procent. De waardeontwikkeling van de gehele Nederlandse economie laat een daling zien (-1,7 procent) in dezelfde periode. Ook het arbeidsvolume in het sportgerelateerde deel van de economie is – zij het licht – toegenomen in de periode 2006-2010.
Voor het sportgerelateerde deel van de economie zijn de export (ongeveer € 1,5 miljard) en de import (€ 1,7 miljard) relatief groot ten opzichte van het aanbod (€ 12 miljard). De bijdrage van de sportgerelateerde economie aan de totale export en import is echter aanzienlijk geringer: respectievelijk 0,3% en 0,4%. Bovendien blijkt dat een flink deel van de sportexport wederuitvoer betreft. De arbeidsproductiviteit binnen het sportgerelateerde deel van de economie is iets gestegen: van gemiddeld 47 duizend euro per arbeidsjaar naar 49 duizend euro. Toch blijft arbeidsproductiviteit daarmee relatief laag. Voor de totale Nederlandse economie is de toegevoegde waarde namelijk gemiddeld 78 duizend euro per arbeidsjaar. Op de aspecten van in- en uitvoer en productiviteit liggen er voor de sportgerelateerde economie dus nog uitdagingen.
In de periode 2008-2010 zijn de consumptieve bestedingen door huishoudens aan sport gestegen. Die stijging was wel minder dan in de periode 2006-2008.

In de periode 2008-2010 zijn de overheidsbestedingen aan sport (nog) gestegen; vooral de gemeentelijke uitgaven. Uit recent onderzoek van het Mulier Instituut1 blijkt evenwel, dat gemeenten in de laatste jaren zijn gaan bezuinigen op sport. Het CBS benadrukt dat de macrocijfers over 2008-2010 weliswaar aantonen dat gemeenten en huishoudens geld blijven besteden aan sport, maar dat dit niet betekent dat een lokale sportvereniging het niet moeilijk kan hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten