zaterdag 21 december 2013

Arbitrage commissie KNVB (El H&B Sportsmanagement B.V/B.Y. Arica): Speler blijft bevoegd zelf contract te sluiten, ondanks exclusieve vertegenwoordiging spelersmakelaar


Bij tussenvonnis d.d. 24 juli 2013 heeft de arbitragecommissie bepaald dat verzoekster, hierna te noemen: "El H&B", in de gelegenheid wordt gesteld (getuigen)bewijs  te leveren van haar stelling dat verweerder,  hierna te noemen: "Arica",  zich in de onderhandelingen met de Turkse voetbalclub Kayserispor Kubülü door een andere spelersmakelaar  heeft laten bijstaan.
Op 18 september 2013 zijn op verzoek van El H&B een tweetal getuigen onder ede gehoord, te weten de heer Yalcin Sarica (hierna te noemen: "Sarica" ) en de heer Alex Kroes (hierna te noemen: "Kroes").

Beoordeling
De arbitragecommissie heeft allereerst te oordelen over de vraag of El H&B erin is geslaagd te bewijzen dat Arica zich in de onderhandelingen  met de Turkse voetbalclub Kayserispor Kubülü heeft laten bijstaan door een andere spelersmakelaar.
De arbitragecommissie stelt vast dat geen van de door El H&B gehoorde getuigen heeft verklaard Arica in het kader van de onderhandelingen  rond de transfer te hebben bijgestaan en/of daarvoor een vergoeding te hebben ontvangen. De getuigen hebben verklaard niet als voetbalmakelaar  te hebben opgetreden, niet voor Arica noch voor (één van) de betrokken clubs.
El H&B heeft geen ander bewijs dan getuigenbewijs in het geding gebracht waaruit zou kunnen worden afgeleid dat Arica zich door een andere spekersmakelaar ter zake heeft laten bijstaan. De in dat kader door El H&B overgelegde foto en e-mailberichten  zijn daarvoor onvoldoende nu uit die foto en e-mailberichten  wel volgt dat een vertegenwoordiger van SEG International B.V. (namelijk Sarica) Arica kende en ook dat Arica een vertegenwoordiger van SEG International B.V. kent en kende, maar geenszins dat spelersmakelaars van die onderneming Arica bij of rond de overgang naar Kayserispor Kubülü als spelersmakelaar hebben bijgestaan.
Dat de verklaringen  van Kroes en Sarica niet op alle punten overeenkomen,  zoals terecht door El H&B wordt gesteld, brengt niet met zich dat daaruit kan worden afgeleid dat Arica zich door een andere spelersmakelaar heeft laten bijstaan.
De arbitragecommissie oordeelt dat El H&B er niet in is geslaagd bewijs te leveren van haar stelling. De arbitragecommissie zal er daarom van uit gaan dat Arica zich in het kader van
de onderhandelingen rond de transfer naar Kayserispor Kubülü niet heeft laten bijstaan door een andere spelersmakelaar.
Vervolgens dient de arbitragecommissie te oordelen of Arica in het licht van de FIFA en KNVB reglementen toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de spelersmakelaarsovereenkomst en/of aan El H&B een vergoeding verschuldigd  is.
 De arbitragecommissie  stelt vast dat in de spelersmakelaarsovereenkomst de FIFA reglementen rechtstreeks van toepassing zijn verklaard en voorts dat de Court of Arbitration for Sport (CAS) het hoogste sportrechtscollege is ten aanzien van de uitleg en toepassing van bedoelde FIFA reglementen.

"The provisions set out in this article are without prejudice to the clients' right to conclude an employment contract or a transfer agreement without the assistance of a representative."


In de uitspraak van het CAS d.d. 5 december 2006 (CAS 2006 /A/1019) overwoog het CAS dat: "Without an express provision for the Agent to be remunerated not withstanding his involvement and the bringing about of a certain event i.e. the conclusion of an agreement for the provision of the Player's services, he will not be entitled to claim a reasonable remuneration on a contractual quantum merit basis. In the absence of an agreement to the contrary, the fact that the Player placed his ''placement rights" exclusively with the Agent does not prevent the Player from contracting himself and having done so before the Agent concluded any contract (which he did not), he is under no liability to pay any commission. If the Player had appointed the Agent as a "safe agent" the Player could not employ any other agent but if he contracted himself he could not be liable to the Agent to pay commission or damages." 

De arbitragecommissie stelt vast dat de spelersmakelaarsovereenkomst die leidde tot deze uitspraak van het CAS vergelijkbare bedingen omtrent exclusiviteit en vergoeding van de spelersmakelaar  bevatte als opgenomen in de spelersmakelaarsovereenkomst tussen El H&B en Arica.
Het CAS achtte die bedingen klaarblijkelijk  niet voldoende expliciet om daaraan een betalingsverplichting van de speler jegens de spelersmakelaar  te ontlenen in de situatie waarin de spelersmakelaar  niet betrokken is bij de totstandkoming van een spelersovereenkomst.
Dat tussen El H&B en Arica is overeengekomen dat de spelersmakelaar exclusief bevoegd is de speler bij te staan in de ontwikkeling van zijn professionele carrière en te vertegenwoordigen bij het benaderen van en onderhandelen met clubs en diens vertegenwoordigers, een en ander met als doelstelling het realiseren van een arbeidsovereenkomst tussen de speler en een club (artikel 1.1 Spelersmakelaarsovereenkomst), brengt in het licht van artikel 19.7 FIFA Reglement en de voornoemde uitspraak van het CAS niet met zich dat de speler niet zelf- zonder tussenkomst van een andere spelersmakelaar- mag contracteren.
Dat Arica - naar het hiervoor geciteerde oordeel van het CAS - aldus vrij is om zonder de assistentie van een (andere) spelersmakelaar voor zichzelf te contracteren, ook als hij gebonden is aan een (exclusief) spelersmakelaarsovereenkomst, wordt door de arbitragecommissie als uitgangspunt gevolgd. Voor zover artikel 1.4 van de spelersmakelaarsovereenkomst tussen partijen de speler zulks zou onthouden of verbiedt, is die bepaling in strijd met de van overeenkomstige  toepassing verklaarde FIFA Reglementen.
Alsdan resteert de vraag of Arica door zelf -zonder tussenkomst van een andere spelersmakelaar- te contracteren op grond van de tussen partijen vigerende spelersmakelaarsovereenkomst toerekenbaar tekort is geschoten en aan El H&B enige vergoeding verschuldigd is.
De arbitragecommissie oordeelt dat dat niet het geval is.
Uit de aangehaalde  uitspraak van het CAS volgt naar het oordeel van de arbitragecommissie immers dat een speler- ook als deze een exclusief spelersmakelaarscontract is aangegaan - (in beginsel) voor zichzelf- zonder inschakeling van een andere spelersmakelaar- mag contracteren zonder dat hij daarvoor een vergoeding verschuldigd is aan de spelersmakelaar, tenzij ter zake een voldoende specifieke contractuele bepaling is opgenomen.
De arbitragecommissie oordeelt dat in de onderhavige  spelersmakelaarsovereenkomst onvoldoende specifiek is vastgelegd dat indien de speler zelf, zonder tussenkomst van de spelersmakelaar, de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst bewerkstelligt hij een (schade)vergoeding verschuldigd is.
Voor zover overigens artikel 2 van de onderhavige spelersmakelaarsovereenkomst zou beogen te bepalen dat de speler zelf aan de spelersmakelaar een (courtage)vergoeding verschuldigd  is, is die bepaling in strijd met artikel 3 lid 1 WAADI en daarmee nietig (zie ondermeer uitspraak Arbitragecommissie d.d. 19 december 2011 (Ger Lagendijk Player'sAgents BV- Saïdi Ntibazonkiza)).  Gelet op het vorenstaande komt de arbitragecommissie in casu echter niet toe aan een oordeel hierover.

Oordeel  
Al met al maakt dit dat de vorderingen van El H&B dienen te worden afgewezen. El H&B zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld, waaronder die van de KNVB, de getuigentaxen, en die van rechtsbijstand van Arica. De arbitragecommissie daarom veroordeelt El H&B in de kosten van de KNVB, zijnde € 1.900,00, vermeerderd met de taxen van de gehoorde getuigen ad € 250,00, alsmede de kosten van rechtsbijstand van Arica ad € 2.250,00.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten