woensdag 12 juni 2013

Rapport: Wet Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast ‘Toepassing in de praktijk 2012’

Belangrijkste bevindingen samengevat:
De Inspectie VenJ heeft het onderzoek in de geselecteerde gemeenten en alle
arrondissementen verricht in de periode van 1 april 2011 tot 11 april 2012. Op basis
hiervan constateert de Inspectie VenJ de volgende zaken:
-- Van de 153 gemeenten die gereageerd hebben op de vragenlijst, hebben 27 de wet
toegepast. Van de elf arrondissementen die hebben gereageerd, zijn dit er zeven. In
totaal is de wet 293 keer ingezet, het gaat dan om 213 burgemeestersbevelen en 78
gedragsaanwijzingen. Daarnaast is in twee gevallen gebruik gemaakt van artikel
141a, strafbaarstelling voorbereidingshandelingen. De wet wordt vooral ingezet bij
wijkoverlast. In mindere mate bij voetbalvandalisme en evenementen.
-- Artikel 172b, de 12-minnersmaatregel, is – net als in eerder onderzoek is
geconstateerd – niet ingezet. Het overgrote deel van de gemeenten geeft aan inzet
van deze maatregel niet te overwegen. Gemeenten geven aan dat een dergelijke
maatregel erg ingrijpend is en dat er andere middelen zijn die effectiever werken.
Gemeenten stellen vast dat kinderen die eventueel in aanmerking zouden komen
voor een 12-minnersmaatregel, vaak uit een probleemsituatie komen. Dit vergt een
andere aanpak waarbij zorg- en hulpverleningstrajecten in hun ogen betere
oplossingen zijn.
-- Gemeenten en arrondissementen hebben de instrumenten van de wet mbveo
inmiddels een plaats gegeven in hun aanpak van overlast. Het is onderdeel
geworden van de ‘gereedschapskist’. Zij geven aan dat per casus, indien nodig en
passend, inzet van de wet zal worden overwogen. Het overgrote deel van de
onderzochte gemeenten en arrondissementen heeft de wet nog niet toegepast. Zij
menen onder meer dat andere instrumenten, zoals de APV en het noodbevel,
voldoende mogelijkheden bieden en makkelijker ingezet kunnen worden.
-- De gemeenten en arrondissementen die de wet wel hebben toegepast, stuiten in de
praktijk op grotendeels dezelfde knelpunten zoals die in de eerste rapportage zijn
opgetekend1. Het gaat dan om het voldoen aan de voorwaarden om de wet in te
kunnen zetten (dossieropbouw), de inspanningen en administratieve lasten die
erbij komen kijken en de effectiviteit van de maatregelen.
-- De jurisprudentie is in ontwikkeling. Op basis van de uitspraak van de Rechtbank
Amsterdam2 zijn de kaders om de wet te kunnen inzetten uitgebreid. In
tegenstelling tot de rechtelijke uitspraken uit 2011, stelt de rechter nu dat:
• Feiten voor inwerkingtreding van de wet mogen worden gebruikt ter
onderbouwing van het dossier;
• Deelname aan een ordeverstorende groep voldoende is om een maatregel op te
leggen, het individuele aandeel van een persoon aan de ordeverstoring hoeft
niet aangetoond te worden.
Deze ontwikkeling in de jurisprudentie kan een deel van de ervaren
knelpunten - bijvoorbeeld daar waar het gaat om het kunnen voldoen aan de
voorwaarden - wegnemen.
-- De wens bij (vooral) gemeenten is om de wet vaker en breder te kunnen toepassen.
Vanwege de genoemde knelpunten wordt dit echter beperkt. De inspanningen die
verricht moeten worden wegen niet op tegen de effecten. De grote meerwaarde van
de wet mbveo ten opzichte van andere instrumenten wordt in de praktijk dan niet
zo ervaren.
-- De betrokken partijen ervaren de effectiviteit van de maatregelen per type overlast
verschillend. Zo menen zij dat de wet mbveo een goed instrument is om
wijkoverlast aan te pakken. Hoewel het arbeidsintensief is om een maatregel toe te
passen, zijn de ervaren effecten wel positief. Een overlastgever mag zich immers een
tijdje niet meer in het betreffende gebied of in een bepaalde groep begeven. Ook bij
evenementen zoals de jaarwisseling ervaart men positieve effecten.
-- Bij toepassing van de wet tegen voetbalvandalisme is men kritischer. De wet biedt
volgens hen niet de mogelijkheden om snel, flexibel en daadkrachtig op te treden.
-- Het blijkt lastig om aan de voorwaarden te voldoen om de wet in het kader van
voetbalvandalisme in te zetten. Bovendien is een termijn van drie maanden
onvoldoende treffend. In de praktijk gaat het dan om ‘slechts’ zes thuiswedstrijden

en staat het de voetbalvandaal nog vrij om naar uitwedstrijden te gaan.

Het volledige rapport staat HIER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten