donderdag 27 maart 2014

Aanbieden ongeautoriseerde livestreams door myp2p van sportwedstrijdverslagen is inbreuk auteursrecht. Geen beroep op uitspraak HvJ in zaak Svensson


Dit is een uitspraak die past in een hele rij uitspraken tegen MYP2P. Zie onder andere:
- Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 januari 2009, KG RK 09-132
Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 maart 2011, KG ZA 11-88



De feiten
Een groot aantal sportbonden (o.a. KNVB, Federation Francaise de Tennis, UEFA, Premier League) hebben een contract met een producent van TV programma’s om de door hen georganiseerde evenementen op te nemen. De beeldverslagen werden via televisiekanalen door of met toestemming van de sportbonden uitgezonden door omroeporganisaties. Het televisiesignaal werd per satelliet doorgezonden naar die organisaties. Daarna werd het signaal gecomprimeerd en gecodeerd en vervolgens per satelliet verzonden naar de abonnees, die het signaal op televisie konden ontvangen. Het signaal werd ten slotte gedecodeerd en gedecomprimeerd met behulp van een satellietdecoder, voor de werking waarvan decodeerapparatuur zoals een decoderkaart noodzakelijk was.Het signaal werd ten slotte gedecodeerd en gedecomprimeerd met behulp van een satellietdecoder, voor de werking waarvan decodeerapparatuur zoals een decoderkaart noodzakelijk was.
Als een sportwedstrijd live werd uitgezonden via een door de sportbonden gekozen kanaal, konden bezoekers van de website van myp2p die wedstrijd gelijktijdig live via die website gratis, maar zonder toestemming van de sportbonden, bekijken. Myp2p had voor het aanbieden van live streams van sportwedstrijden evenmin toestemming verkregen van de sportbonden en zij heeft de sportbonden daarvoor ook geen vergoeding betaald. Met dit gratis aanbieden heeft myp2p inkomsten uit donaties en advertenties verworven.
Het bekijken van een sportwedstrijd via de website van myp2p ging als volgt. De bezoeker zocht op die website (met behulp van de op zijn computer geïnstalleerde, door myp2p beschikbaar gestelde software) de sportwedstrijd van zijn keuze op. Door vervolgens op een zogenaamde play-knop op de website van myp2p te klikken, begon de gekozen live stream volautomatisch - dus zonder verdere handelingen van de bezoeker – op de computer van de bezoeker te spelen in een scherm (venster) met daarin een banner van myp2p. De stream werd automatisch tot de volledige schermgrootte uitvergroot.

De vordering van de bonden
De sportbonden zijn auteursrechthebbenden op de beelden van sportwedstrijden, die door hen worden georganiseerd dan wel waarbij zij anderszins zijn betrokken. Myp2p maakt op grote schaal beelden van die sportwedstrijden openbaar in auteursrechtelijke zin. Myp2p heeft daarvoor geen toestemming van de sportbonden noch betaalt hij hen daarvoor een vergoeding. Deze openbaarmaking vindt simultaan plaats met de oorspronkelijke live televisie-uitzendingen. Voor de sportbonden betekent het ongeautoriseerd exploiteren van beeldverslagen van sportwedstrijden zoals myp2p dat doet, een verlies aan inkomsten.
De sportbonden willen daarom een verbod van de uitzendingen op internet.

Oordeel rechtbank
Is er sprake van een werk in auteursrechtelijke zin? JA!
Het is vaste rechtspraak dat een sportwedstrijd zelf niet kan worden beschouwd als een auteursrechtelijk beschermd werk, omdat bij een sportwedstrijd spelregels gelden die geen ruimte laten voor de vereiste creatieve vrijheid om van een intellectuele schepping te kunnen spreken. Sportwedstrijden zelf worden dan ook op grond van het auteursrecht niet beschermd. Ook al zijn sportwedstrijden zelf geen auteursrechtelijk beschermde werken, de beelden van die wedstrijden kunnen dat wel zijn. De wedstrijdbeelden zijn dat als deze een eigen intellectuele schepping van de auteur daarvan zijn, waarbij de auteur via keuze, schikking en combinatie van de wedstrijdbeelden uitdrukking heeft gegeven aan zijn creatieve geest.

Zijn de sportbonden rechthebbenden van het auteursrecht op de beelden van de onderhavige sportwedstrijden? JA!



De sportbonden hebben specifiek gesteld dat zij de auteursrechten op het beeldmateriaal van de door elk van hen georganiseerde sportwedstrijden van de producent van dat materiaal overgedragen hebben gekregen. Naar het oordeel van de rechtbank hebben genoemde de sportbonden met de door hen overgelegde bescheiden in voldoende mate aangetoond dat zij op grond van een algemene overdracht door de producenten van de wedstrijdbeelden rechthebbende van het auteursrecht op de beeldverslagen zijn van de in deze procedure bedoelde sportwedstrijden.

Is er sprake van openbaarmaking? JA!
De Auteurswet kent aan de auteursrechthebbende van een auteursrechtelijk relevant werk, waarvan in deze zaak sprake is, het exclusieve recht toe om dat werk openbaar te maken.
De begrippen “openbaar maken” en “openbaarmaking”, zoals die in de Auteurswet voorkomen, moeten worden uitgelegd in overeenstemming met het begrip “mededeling aan het publiek”, zoals neergelegd in artikel 3 lid 1 van de Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (hierna: de richtlijn). Het gaat daarbij om de mededeling van auteursrechtelijk beschermde werken aan het publiek, per draad of draadloos, met inbegrip van de beschikbaarstelling van die werken voor het publiek op zodanige wijze dat deze voor leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn.
Naar het oordeel van de rechtbank omvatten de genoemde begrippen in de Auteurswet het begrip “mededeling aan het publiek”, waarvan artikel 3 van de richtlijn melding maakt. Steun hiervoor is te vinden in de wetsgeschiedenis van de Auteurswet, waaruit blijkt dat aan die begrippen weliswaar een ruime betekenis moet worden toegekend, maar dat in elk geval vereist is dat het werk op een of andere manier aan het publiek ter beschikking komt. De wetsgeschiedenis vermeldt ook dat die begrippen ruim en flexibel genoeg zijn om te kunnen worden toegepast in de digitale omgeving van het internet.
Ten aanzien van publiek. In artikel 3 van de richtlijn is sprake van “mededeling aan het publiek”. Hierbij gaat het om het bereiken van een ander - in feite nieuw - publiek, waarmee de auteursrechthebbenden geen rekening hebben gehouden toen zij toestemming gaven voor het gebruik van het werk ten behoeve van de mededeling aan het oorspronkelijke publiek. Het oorspronkelijke publiek in deze was het publiek dat van de beeldverslagen kon kennis nemen via televisie-uitzendingen door omroeporganisaties aan wie de sportbonden toestemming hadden verleend om de beeldverslagen uit te zenden. Het andere publiek bestond uit de bezoekers van de website van myp2p, die - in tegenstelling tot het oorspronkelijke publiek - geen vergoeding betaalden voor het kijken naar de beeldverslagen via internet. Het begrip publiek houdt verder een onbepaald aantal potentiële kijkers in en dat impliceert een vrij groot aantal personen. In dit geval kon wereldwijd elke bezoeker van de website van myp2p bij live-streams van de betrokken televisie-uitzending op internet tegelijk toegang hebben tot de beeldverslagen van de sportwedstrijden. Daarom ziet deze (weder-)doorgifte door myp2p op een onbepaald aantal potentiële kijkers en impliceert deze een groot aantal personen. Naar het oordeel van de rechtbank is aan de publiekseis voldaan.

Conclusie
Op grond van alle voorgaande overwegingen komt de rechtbank tot het oordeel dat in het onderhavige geval sprake is van een openbaarmaking (een mededeling aan het publiek) van beschermde werken doordat myp2p deze op haar website aan het publiek vanaf een door de leden van het publiek gekozen plaats en op een door hen gekozen tijdstip beschikbaar heeft gesteld. Nu de sportbonden myp2p daartoe geen toestemming hebben verleend, maakt myp2p inbreuk op de auteursrechten van de sportbonden.  In haar oordeelsvorming heeft de rechtbank ook betrokken het arrest van het Hof van Justitie van deEuropese Unie (HvJEU) van 13 februari 2014,  nummer C-466/12, in de zaak Svensson c.s.tegen Retriever Sverige AB (hierna: de zaak Svensson). Naar het oordeel van de rechtbank is dit arrest in de onderhavige zaak niet van toepassing. De feiten in de zaak Svensson en die in de onderhavige zaak liggen anders. De rechtbank overweegt als volgt.

In de zaak Svensson kon de internetgebruiker op de website van Retriever Sverige AB linken naar auteursrechtelijk beschermde werken, die al op de website van de krant Götenborgs-Posten voor iedereen vrij toegankelijk te raadplegen waren. Zowel de oorspronkelijke mededeling (van Götenborgs-Posten) als de mededeling van Retriever Sverige AB werden via internet en dus op dezelfde technische wijze verricht. In de onderhavige zaak werden de beeldverslagen van sportwedstrijden met toestemming van c.q. door de sportbonden meegedeeld / beschikbaar gesteld aan het publiek via tv-kanalen die daartoe door de sportbonden waren gekozen. Die beeldverslagen werden door daartoe niet geautoriseerde derden aan myp2p beschikbaar gesteld en myp2p stelde (de livestream van) deze beeldverslagen vervolgens beschikbaar aan de bezoekers van haar website. De mededeling van myp2p en de oorspronkelijke mededeling (van de sportbonden) werden niet op dezelfde technische wijze verricht. Maar voor het geval de ongeautoriseerde derden de beeldverslagen vanaf de tv-kanalen op hun website plaatsten en de beeldverslagen door een link op de website van myp2p beschikbaar waren, dan geldt dat er aldus kon worden gelinkt naar onrechtmatig gepubliceerd materiaal, waarvoor geen toestemming was verleend door de sportbonden. De oorspronkelijke mededeling via tv-kanalen was niet toegankelijk voor publiek, dat niet beschikte over de door de sportbonden gekozen tv-kanalen of dat voor de oorspronkelijke mededeling niet kon of wilde betalen. Met het aanklikken van de betreffende playknop op de website van myp2p, werden de beeldverslagen direct en gratis toegankelijk voor iedere internetgebruiker, waarmee beperkende toegangsmaatregelen, zoals registratie, abonnee worden of betalen, werden omzeild.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten