vrijdag 4 april 2014

Kunstgrasveld zorgt (nog steeds) voor onrechtmatige hinder


Feiten
De eigenaar van een woning grenzende aan het sportcomplex heft ernstige last van geluidsoverlast van de voetbalvereniging OMC. OMC huurt het complex van de gemeente Dordrecht. De eigenaar van de woning spreekt de gemeente aan op grond van een onrechtmatige daad en vordert verwijdering van het veld.
In deze zaak zijn al eerder rechterlijke uitspraken gedaan.
Bij vonnis van 29 december 2011 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Dordrecht op vordering van een van de buren van de eigenaar van de woning , OMC geboden om tot 1 januari 2013 het gebruik van het kunstgrasveld te beperken en wel zodanig dat het veld voor trainingen uitsluitend nog wordt gebruikt op doordeweekse dagen tot maximaal 20.30 uur (op straffe van een dwangsom) en erop toe te zien dat het gebruik van het veld gedurende het weekeinde wordt beperkt tot het spelen van wedstrijden, inspeeltijd voor de wedstrijdspelers van maximaal 30 minuten daaronder begrepen.
Van dit vonnis heeft OMC hoger beroep ingesteld. Bij arrest van 26 juni 2013 heeft het hof het vonnis bekrachtigd .
Op 21 december 2012 is door Burgemeester & Wethouders van de Gemeente het besluit genomen om een maatwerkvoorschrift te stellen aan het aspect geluid (productie 1 bij antwoord). De voorschriften luiden:

1.1     Het gebruik van het kunstgrasveld welke is gelegen naast de woningen aan de [straatnaam], is niet toegestaan tussen 20.40 uur en 07.00 uur.
1.2       Sportvereniging OMC dient er op toe te zien dat er gedurende het in voorschrift 1.1 opgenomen tijdsblok geen lawaaimakende verenigingsactiviteiten meer plaatsvinden op het huidige kunstgrasveld naast de woningen aan de [straatnaam].

Blijkbaar was dit onvoldoende voor de eigenaar van deze woning die om deze reden een procedure tegen de gemeente aanspande.

Oordeel rechtbank
De stelling dat de Gemeente onrechtmatig heeft gehandeld, zal in dit civiele geding worden beoordeeld. Het gaat daarbij immers om handelen en/of nalaten van de Gemeente als eigenaar/verhuurder van het sportcomplex. Daarbij is in geschil of de Gemeente uit hoofde van onrechtmatige daad jegens de eigenaar van de woning  aansprakelijk is voor de schadelijke gevolgen van het geluid dat haar huurder OMC veroorzaakt bij het voetballen op het kunstgrasveld.
Onrechtmatig handelen OMC?
Op grond van het in zoverre onbestreden rapport van de Omgevingsdienst staat vast dat als gevolg van het balcontact op het veld de in tabel 2.17a van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer (ook wel Besluit Algemene Regels voor Inrichting Milieubeheer, afgekort “Barim”) toetswaarde van 45 dB(A) in de avondperiode met 3 dB(A) wordt overschreden. Hierdoor handelt OMC in strijd met een wettelijk voorschrift en maakt zij inbreuk op het eigendomsrecht van de eigenaar van de woning  van zijn woning en handelt zij onrechtmatig jegens de eigenaar van de woning  als degene te wiens bescherming genoemde geluidsnormen strekken.
Verder is het de vraag of sprake is van (onrechtmatige) hinder. Bij de beoordeling van die vraag wordt het volgende vooropgesteld.
Het antwoord op de vraag of het toebrengen van hinder onrechtmatig is, is afhankelijk van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor veroorzaakte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waaronder de plaatselijke omstandigheden (Hoge Raad 3 mei 1991, NJ 1991, 476). Daarbij is mede van belang of degeen die zich beklaagt over hinder, zich ter plaatse heeft gevestigd vóór dan wel ná het tijdstip waarop de hinder veroorzakende activiteiten een aanvang hebben genomen. In het laatste geval zal hij een zekere mate van hinder eerder hebben te dulden (Hoge Raad 19 september 1998, NJ 1999, 69).
Het staat vast dat het sportcomplex er al was toen de woning is gebouwd en dat het veld waarover het hier gaat toen een zandtrainingsveld was. de eigenaar van de woning  stelt dat het toenmalige zandtrainingsveld niet werd gebruikt voor wedstrijden, maar alleen werd gebruikt voor trainingen, zijnde een enkele training op een avond gedurende het voetbalseizoen (september t/m mei), terwijl het veld in het weekeinde en gedurende de maanden juni, juli en augustus niet werd gebruikt.
Het ligt voor de hand dat dit intensievere gebruik van het veld heeft geleid – en leidt – tot meer geluidsoverlast voor de eigenaar van de woning . Hoewel hij er niet vanuit mocht gaan dat de toenmalige situatie van/op het (zandtrainings-)veld zo zou blijven toen hij de woning in 2004 betrok en hij rekening had moeten houden met enige toename van het gebruik van het veld en van de daarmee gepaard gaande geluidsoverlast (bijvoorbeeld als gevolg van uitbreiding van het aantal en/of de duur van trainingen door bestaande of nieuwe teams), had de eigenaar van de woning geen rekening behoeven te houden met het afwerken van méér trainingen en het houden van wedstrijden op het kunstgrasveld in de mate als zich thans voordoet.
Geoordeeld wordt dat OMC door het geschetste intensievere gebruik van het veld aan de eigenaar van de woning hinder toebrengt en onrechtmatig jegens hem handelt.

Onrechtmatige daad Gemeente?
De vraag is nu of de Gemeente jegens de eigenaar van de woning  aansprakelijk is voor het vastgestelde onrechtmatige handelen van OMC. Geoordeeld wordt dat de Gemeente jegens de eigenaar van de woning heeft gehandeld in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt door het veld van zandtrainingsveld te laten ombouwen naar een kunstgrasveld en toe te laten dat OMC dit veld intensiever is gaan gebruiken met de vastgestelde overschrijding van de geluidsnormen en de vastgestelde hinder tot gevolg, terwijl dat voorzienbaar was. Dit onrechtmatig handelen valt de Gemeente toe te rekenen.
Kennelijk ter bestrijding van de gestelde onrechtmatigheid en/of toerekenbaarheid betwist de Gemeente dat zij niet had kunnen voorzien dat de gevolgen van de omzetting overlast met zich zou brengen. De Gemeente voert in dat verband aan dat zij er vanuit ging dat er niet méér geluidsoverlast zou komen ondanks dat er ook wedstrijden op het kunstgrasveld zouden worden gespeeld omdat zij niet wist hoeveel wedstrijden er op het veld zouden worden gespeeld. In het licht van de verklaring van de eigenaar van de woning ter zitting dat het kunstgrasveld nu juist is bedoeld voor wedstrijden en trainingen, ook van de jeugd, en in het licht van de eigen verklaring van de Gemeente ter zitting dat kunstgrasvelden zijn bedoeld voor intensief gebruik, wordt het er voor gehouden dat de Gemeente met het intensievere gebruik van het kunstgrasveld bekend was, althans in ieder geval daarmee bekend had moeten zijn. In die zin was het intensievere gebruik voor de Gemeente voorzienbaar.
De Gemeente voert nog aan dat de keuze om het zandtrainingsveld om te zetten naar een kunstgrasveld een logische was omdat het streven is om op den duur alle zandtrainingsvelden te vervangen door kunstgras, omdat dit het enige veld met verlichting was zodat het veld in de winterperiode kan worden gebruikt voor trainingen en omdat het de wens van OMC was om het hoofdveld als grasveld te behouden. Gezien het voorzienbare intensievere gebruik van het kunstgrasveld was dit niet zonder meer een voor de hand liggende keuze, nog afgezien van het feit dat – zoals de eigenaar van de woning onder verwijzing naar de brief van de Gemeente van 24 februari 2009 terecht aanvoert – niet de gehele veldverlichting is gehandhaafd, maar alleen de masten zijn hergebruikt.
De door de Gemeente (in overleg met OMC) getroffen maatregelen ter beteugeling van de geluidsoverlast ontnemen aan het handelen en nalaten van de Gemeente niet het onrechtmatige karakter. De geluidsoverlast zal daardoor wel zijn verminderd, echter vaststaat dat de overlast nog steeds bestaat in een door de eigenaar van de woning  niet te dulden mate.

Oordeel rechtbank
De ontstane situatie vraagt om een oplossing op maat. De gevorderde verwijdering of verplaatsing van het veld komt als te ingrijpend voor.

De rechtbank zal daarom een descente en aansluitend een comparitie ter plaatse gelasten om de situatie ter plaatse op te nemen en vervolgens met partijen (en deskundigen) de wijze te onderzoeken waarop tot een oplossing kan worden gekomen, zodanig dat zal worden voldaan aan de wettelijke voorschriften.

1 opmerking:

  1. Geachte heer Mosselman, k kan nergens vinden hoe deze zaak uiteindelijk is afgelopen. Kunt u mij verder helpen?

    BeantwoordenVerwijderen