dinsdag 20 mei 2014

Arbitragecommissie KNVB (Ten Caat/WHC): wie betaalt pensioenpremie bij netto loonafspraak?


Ten Caat vordert in deze procedure Wezep Hattemersroek Combinatie (WHC) te veroordelen  tot betaling van € 10.374,-- bruto aan achterstallig loon over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013, te vermeerderen met de wettelijke rente en wettelijke verhoging.
Centraal staat in deze procedure de vraag: “Welke arbeidsovereenkomst is afgesproken? En: “Wat is de inhoud van de arbeidsovereenkomst? “
                           
De feiten
Bij de beoordeling van het geschil gaat de arbitragecommissie uit van onderstaande feiten en omstandigheden, die naar het oordeel van de arbitragecommissie voldoende zijn komen vast te staan:
 a.         Op 6 januari 2013 zond voormalig bestuurslid van WHC, de heer Van Diepen, per e-mail aan Ten Caat een concept arbeidsovereenkomst. Die e-mail is in cc toegezonden aan een ander (voormalig) bestuurslid van WHC. In de concept arbeidsovereenkomst was onder meer het navolgende opgenomen:
Artikel 1 lid 1: " Medewerker  is met ingang van 1 januari 2013 in dienst bij de Vereniging in de functie van trainer/coach";
Artikel31id 1: " Het netto basissalaris voor het seizoen 201212013 bedraagt € 22.000,-. Onder seizoen wordt in deze overeenkomst  verstaan de periode van 1 juli van enig jaar tot en met 30 juni direct daaropvolgend. De ingangsdatum in het seizoen 201212013 is 1 januari 2012. Dit netto salaris is inclusief een vakantietoeslag van 8%";
Artikel 4 lid 3: "Werknemer ontvangt de navolgende onkostenvergoedingen:
1: Ingeval er sprake is van het vervullen van de functie van voetbaltrainer als hoofdberoep,  verplicht de werknemer zich deel te nemen in de Stichting Pensioenfonds voor Voetbalmeesters, gevestigd te 's-Gravenhage, indien en voor zover de medewerker  volgens de richtlijnen van de genoemde stichting daarvoor in aanmerking  komt;
2: "Werkgever verplicht zich om de medewerker aan te melden bij de genoemde stichting indien lid 1 van toepassing is;
3. Door de vereniging zowel als de medewerker worden de premies bijgedragen aan de genoemde stichting. De door de medewerker verschuldigde premie wordt door de vereniging ingehouden en aan de stichting afgedragen".

b.         Bij e-mail d.d. 14 januari 2013 reageert Ten Caat aan beide bestuursleden onder meer als volgt:
"Artikel 1:
- geen sprake van volledige "verloning";
- geen heffingskorting toepassen;
- loonheffing 52% over de volledige overeenkomst, expliciet aangeven in de overeenkomst.
(. .................)
 Artikel10:
1.         Inderdaad hoofdberoep;
3.         Daar we een netto-overeenkomst zijn aangegaan, zal de verschuldigde pensioenpremies, verenigings- als werknemersdeel, voor rekening komen van WHC i.v.m. brutering netto salaris."

c.         Per e-mail d.d. 28 maart 2013 bericht de heer Van Diepen, met een cc aan een ander bestuurslid Ten Caat als volgt:
"Bijgaand ontvang je het contract. Volgens mij is alles wat we met elkaar besproken hebben in het contract vastgelegd. Wij zijn uitgegaan van € 22.000,- netto. Vanwege streng toezicht door de belastingdienst, met name op het gebied van onkostenvergoeding hebben we deze geschrapt en het netto salaris opgetrokken naar € 22.500,--.
Deze week spraken wij kort over de loonheffing en de gevolgen. In het contract is de clausule opgenomen dat er geen loonheffingskorting van toepassing is. Deze is (op verzoek van de accountant?) gesteld op 52%. Gebruikelijk valt jouw bedrag van € 22.500,- in de 33% belastingschijf Hierdoor gaat WHC in deze opzet jouw belastingdruk voor een deel betalen.
 Concreet  betekent dit voor de vereniging WHC een extra onvoorziene uitgave van€ 7.500,--. Het netto maandsalaris blijft zoals afgesproken (salaris+ onkosten) €22.000,--  + € 500,- = € 22.500,-. Hetzelfde, maar WHC betaalt een deel van de belasting van het inkomen dat we via een andere werkgever of uitkering wordt verkregen. Hadden we erop moeten letten, onervarenheid van mijn kant laten we maar zeggen.
 Dit neemt niet weg dat we in het totale budget wel linksom of rechtsom moeten. In het huidige budget is nu nog ruimte voor een goede spits. Er is echter geen licht meer voor Thunchu Sahim of een andere centrale verdediger.  De munten zijn op en we willen Veendam niet achterna, laat staan dat ik vanwege bestuursaansprakelijkheid zelf een bordje in de tuin zou moeten zetten.
De vraag is hiermee concreet: moet het op 52% in het contract blijven staan, dan doen wij dat omdat ik en wij heeeeel graag met je verder gaan, of kan het op 33% afgemaakt worden met de afgesproken € 22.500,- netto in de maand?"

d.         Bij de e-mail was een nieuwe versie van de concept arbeidsovereenkomst gesloten waarin - in afwijking van de hiervoor genoemde arbeidsovereenkomst - is bepaald:
Artikel 1 lid 1:
Medewerker is met ingang van 1 januari 2013 tot en met 30 juni 2014 in dienst bij de vereniging in de functie van trainer/coach.
Artikel 3 lid 1:
"Het netto basissalaris voor het seizoen 2013/2014 bedraagt € 22.500,-. Onder seizoen wordt in deze overeenkomst verstaan de periode van 1 juli van enig jaar tot en met 30 juni direct daaropvolgend. De ingangsdatum  aan het seizoen 2012/2013 is 1 januari 2013. Dit netto salaris is inclusief een vakantietoeslag van 8%.
 1. De medewerker  vervult de functie van voetbaltrainer als hoofdberoep, zodat de werknemer  zich verplicht  deel te nemen in de Stichting Pensioenfonds voor Voetbaloefenmeesters, gevestigd te 's-Gravenhage, indien en voor zover de medewerker volgens de richtlijnen van deze genoemde stichting daarvoor in aanmerking komt.
2. De vereniging  verplicht zich om de medewerker aan te melden bij de genoemde stichting indien lid 1 van toepassing is.
3. Door de vereniging zowel als de medewerker worden de premies bijgedragen aan de genoemde stichting. De door de medewerker verschuldigde premie wordt door de vereniging ingehouden en aan genoemde stichting afgedragen.

e.         Per e-mail d.d. 29 maart 2013 reageerde Ten Caat:
" Ik heb het contract ter goedkeuring doorgestuurd  aan mijn accountant. Ik kom er dan na de Pasen op terug. Eén punt eruit halen. Die 52%-regeling,  is niet jouw onervarenheid,  heb ik gelijk al aangegeven  in de verschillende gesprekken c.q. onderhandelingen met en zonder jou. Daar ik in die 52% belastingtarief zit, moet dat expliciet in het contract komen te staan. Anders kost het mij die centen, krijg ik een aanslag van hier naar Tokio': verdere punten zal ik met je bespreken na het Paasweekend".

f.         Per e-mail d.d. 23 april 2013 zendt Van Diepen een nieuwe versie van het contract aan Ten Caat. Daarop reageert Ten Caat op dezelfde dag:
" Ik heb zojuist even contact gehad met mijn financieel adviseur. Mag geen probleem zijn, mogelijk via extra loonbelasting inhouden, hij doet niet anders.
  
g.         Op 25 april 2013 reageert Van Diepen met de opmerking:
"Hoi Theo,
Is het dan goed zo? Afdracht pensioen op het overzicht gaan we regelen".

h.         Waarop Ten Caat reageert:
"Ga hem niet helemaal  meer doorlezen hoor dus akkoord".

i.          In bedoelde derde versie van dearbeidsovereenkomst is in artikel 1 lid 2 opgenomen:
" Op de overeenkomst is geen loonheffingskorting van toepassing. Inhouding van loonbelasting/premie volksverzekering geschiedt op basis van het hoogst geldende tarief (op het moment van ondertekening  52%) voor alle vergoedingen  genoemd in ze overeenkomst".

j.          De arbeidsovereenkomst is niet ondertekend.

k.         Vanwege de slechte financiële positie van WHC is het bestuur van WHC in de zomer van 2013 integraal afgetreden. Het huidig bestuur van WHC is vervolgens als interim bestuur aangetreden. In de tweede helft van 2013 ontstond een nijpende financiële situatie bij WHC; een aangezegde executoriale verkoop door de belasting kon worden afgewend met behulp van een gemeentelijke lening.

I.          Bij e-mail d.d. 20 december 2013 heeft Ten Gaat aan de heer During (voorzitter a.i.) onder meer bericht als volgt:
" De club is verplicht mij deel te laten nemen in de stichting pensioenfonds en dient zich ingevolge lid 2 van genoemd  artikel aan te melden bij de stichting. Dat is voor zover ik kan nagaan nog niet gebeurd. Ik begreep dat wat financiële problemen bij de club zijn, maar dat neemt deze verplichting natuurlijk niet weg. Vriendelijk verzoek ik je derhalve te bevorderen dat ik nog voor de jaarwisseling wordt opgenomen  in het pensioenfonds  en dat ligt (met terugwerkende kracht) alle premies worden betaald. Overigens ga ik ervan uit dat alle premies volledig worden betaald door de club.

m.        Op 6 januari 2014 heeft de gemachtigde de heer During verzocht tot aanmelding bij het pensioenfonds en betaling van de premies.

n.         Op 8 januari 2014 heeft de gemachtigde van WHG een verzoek ingediend bij het UWV de arbeidsovereenkomst tussen partijen te mogen opzeggen. Daarbij is onder meer het volgende gesteld:
"Bij indiensttreding hebben partijen onderhandeld over de invulling van de arbeidsvoorwaarden. Tot overeenstemming is het echter maar zeer ten dele gekomen. Dat hangt mede samen met het vertrek van het bestuur en de vervanging door een (interim-)bestuur. Laatstgenoemde  zijn per 5 augustus 2013 aangetreden. Over het salaris en de onkostenvergoeding hebben partijen wel overeenstemming. Dat blijkt uit de loonbetalingen  die sinds januari 2013 hebben plaatsgevonden".

o.         Ten Gaat heeft verweer gevoerd tegen de gevraagde beëindiging van de arbeidsovereenkomst (gegrond op bedrijfseconomische redenen). Bij beslissing d.d.18 februari 2014 heeft het UWV WHG toestemming gegeven de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Van de toestemming is door WHG geen gebruik gemaakt.
  
p.         Het dienstverband van partijen duurt (derhalve) voort.

Beoordeling  geschil
 Derde versie van de arbeidsovereenkomst = overeengekomen arbeidsovereenkomst
Als eerste heeft de arbitragecommissie te oordelen over de vraag of de laatste versie van de niet-ondertekende vaststellingsovereenkomst, mede in het licht van de tussen partijen gevoerde (e-mail)correspondentie, de tussen partijen gemaakte afspraken in het kader van de arbeidsverhouding weergeeft.
Nu tussen partijen uitgebreid is gecorrespondeerd en die correspondentie heeft plaatsgevonden tussen meerdere- voormalige- bestuursleden van WHG enerzijds en Ten Gaat anderzijds en Ten Gaat naar aanleiding van de toezending van de derde versie van de arbeidsovereenkomst uitdrukkelijk bij e-mail d.d. 25 april 2013 heeft bevestigd akkoord te zijn, neemt de arbitragecommissie bedoelde versie van de schriftelijke arbeidsovereenkomst tot uitgangspunt bij haar beoordeling.
Zulks laat onverlet dat de vraag wat partijen zijn overeengekomen niet enkel kan worden beantwoord op grond van een taalkundige uitleg van de bewoordingen van een schriftelijke overeenkomst, maar dat het aankomt op de bedoelingen die partijen over en weer redelijkerwijs aan elkaars gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
In de kern zijn partijen een arbeidsovereenkomst aangegaan van 1 januari 2013 tot 30 juni 2014, waarbij aan Ten Caat een netto salaris werd toegekend van € 22.500,-- per seizoen, waarvan een beperkt deel als onkosten werd uitgekeerd en het resterende netto-deel werd gebruteerd op basis van een loonheffingstariet van 52% (zonder toepassing van de loonheffingskorting).
Tussen partijen is niet in geschil dat WHC Ten Caat sedert 1 januari 2013 maandelijks € 1.875,-- netto betaalbaar heeft gesteld, waarvan blijkens de specificatie een beperkt deel als onkosten en het resterende deel (€ 1.848,-- netto per maand) als salaris. Daarmee heeft WHC voldaan aan een deel van de tussen partijen gemaakte afspraken. Ten onrechte heeft WHC echter nagelaten invulling te geven aan een andere tussen partijen gemaakte afspraak, te weten dat het netto salaris (derhalve € 1.848,-- netto per maand) diende te worden gebruteerd, waarbij geen loonheffingskorting diende te worden toegepast en het loonheffingstariet van 52% diende te worden gehanteerd.
Terecht stelt Ten Caat zich op het standpunt dat indien bedoelde afspraak niet door WHC wordt nagekomen, hij, in verband met andere inkomsten, een naheffingsaanslag zal ontvangen.
WHC dient derhalve alsnog op de juiste wijze tot brutering van het overgekomen netto salaris over te gaan. Maandelijks dient- uitgaande van betaling van de onkosten en € 1.848,-- als nettoloon een bedrag van € 2.002,-- door WHC aan de Belastingdienst te worden afgedragen.

WHC te weinig belasting afgedragen
Nu WHC, blijkens haar eigen opgave, slechts over 2013 een bedrag van € 14.325,-- heeft afgedragen, is een bedrag van € 9.699,-- te weinig afgedragen. WHC zal worden veroordeeld dat bedrag alsnog te voldoen. WHC had in 2013 dit bedrag aan de fiscus dienen af te dragen. Nu dat niet meer- goed- mogelijk is, zal WHC worden veroordeeld voornoemd bedrag (onder correcte inhoudingen) aan Ten Caat te voldoen.
 Het vorenstaande maakt dat de vordering van Ten Caat, betaling van achterstallig salaris over de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013, deels kan worden toegewezen; datzelfde geldt voor de vordering over de periode vanaf 1 januari 2014.

Wettelijke verhoging nihil
Met betrekking tot de gevorderde wettelijke verhoging zal de arbitragecommissie deze tot nihil matigen, nu WHC het nettoloon steeds correct aan Ten Caat heeft uitgekeerd. Daarbij klemt dat in casu partijen het in geld vastgestelde loon expliciet hebben bepaald op een nettobedrag. Ook speelt de evident moeizame financiële positie van WHC een rol.
Uit het vorenstaande volgt dat de reconventionele vordering van WHC ten aanzien van het vermeende onverschuldigd betaalde salaris zal worden afgewezen.

WHC moet Ten Caat aanmelden pensioenfonds
Daarnaast heeft de arbitragecommissie te oordelen over de vordering van Ten Caat om per 1 januari 2013 te worden aangemeld bij de Stichting Pensioenfonds voor de Oefenmeesters.
Partijen zijn in artikel 10 van de arbeidsovereenkomst overeengekomen dat werknemer zou dienen deel te nemen in de Stichting Pensioenfonds voor Voetbaloefenmeesters indien en voor zover de medewerker volgens de richtlijnen van de genoemde stichting daarvoor in aanmerking komt.
Blijkens de pensioenregeling is deelname ook mogelijk voor oefenmeesters met een voetbaltechnische functie die in dienst zijn van een club, uitkomend in de competitie amateurvoetbal van de KNVB.
Nu in de Pensioenregeling Voetbaloefenmeesters is voorzien in deelname door een amateurtrainer zoals Ten Caat, volgt naar het oordeel van de arbitragecommissie uit de tussen partijen gemaakte afspraken dat aanmelding met terugwerkende kracht tot 1 januari
2013 behoort plaats te vinden. Bovendien klemt dat de heer Van Diepen nog op 25 april 2013 aan Ten Caat heeft bevestigd dat de afdracht van het pensioen op het overzicht zou worden geregeld. Ook daaruit volgt dat het kennelijk de bedoeling van partijen was dat Ten Caat pensioen zou gaan opbouwen. WHC zal worden gelast tot aanmelding over te gaan.
Tussen partijen is niet in geschil dat WHC het werkgeversdeel van de pensioenpremies dient te dragen, maar partijen verschillen wel van mening over de vraag of WHC ook het werknemersdeel van de pensioenpremies voor haar rekening dient te nemen.

WHC moet ook werknemersdeel pensioen betalen
Uit de arbeidsovereenkomst volgt dat partijen een nettoloonafspraak hebben gemaakt. Een dergelijke afspraak verhoudt zich niet met het in de arbeidsovereenkomst onder punt 10.3 bepaalde, nu het werknemersdeel pensioenpremie alsdan in mindering komt op het nettoloon.
Zoals door de arbitragecommissie reeds is opgemerkt, komt het bij de uitleg van schriftelijke overeenkomsten niet alleen aan op de taalkundige uitleg van de bewoordingen van die overeenkomsten, maar ook op de bedoelingen die partijen over en weer redelijkerwijs aan elkaars gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
De bedoeling van Ten Caat ten aanzien van het werknemersdeel van de pensioenpremies was vanaf het begin volstrekt helder. Bij e-mail d.d. 14 januari 2013 heeft hij er expliciet op gewezen dat, nu partijen een nettoloonafspraak hebben gemaakt, de verschuldigde pensioenpremies, waaronder het werknemersdeel, voor rekening komt van WHC. WHC heeft daarop niet nader gereageerd en - naast hetgeen in de schriftelijke arbeidsovereenkomst is opgenomen - uitsluitend bij e-mail d.d. 25 april 2013 bevestigd dat de afdracht van het pensioen zou worden geregeld.
Nu, gelet op de expliciet opmerking van Ten Caat in de e-mail van 13 januari 2013, niet inhoudelijk is gereageerd door WHC en de bedoeling van Ten Caat uit die e-mail zonneklaar is en ook uit de overige e-mails van het voormalig bestuur van WHC volgt dat partijen een nettoloonafspraak hebben gemaakt, oordeelt de arbitragecommissie dat het redelijkerwijs de bedoeling van partijen moet zijn geweest dat WHC ook het werknemersdeel van de pensioenpremies zou dragen. WHC zal daartoe dan ook worden veroordeeld.

Nu WHC in overwegende mate in het ongelijk is gesteld, zal WHC ook worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, zowel in conventie als in reconventie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten