dinsdag 30 juni 2015

Ministeriele regeling tot aanwijzing functies waar ketenregeling niet op van toepassing is en kantonrechter hogere vergoeding toe kan kennen



De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 668a, achtste lid, 671c, vierde lid, en 677, zesde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
Besluit:
Artikel 1
Als functie, bedoeld in artikel 668a, achtste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, wordt aangewezen de functie van:
  • a. voetbalspeler die als contractspeler geregistreerd staat bij de sectie betaald voetbal van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond voor deelname aan de herencompetities van de sectie betaald voetbal;
  • b. trainer coach, assistent-trainer coach, technisch directeur, technisch manager, hoofd scouting, coördinator scouting, hoofd jeugdopleidingen en specialisten trainer, werkzaam in de onder a, bedoelde sectie;
  • c. bondstrainer of technisch directeur, werkzaam bij een nationale sportbond;
  • d. danser of acteur, die arbeid verricht bestaande uit werkzaamheden met betrekking tot uitvoeringen van culturele of artistieke aard of uitvoeringen die daarmee gelijkenis vertonen alsmede de direct daarmee samenhangende werkzaamheden, in de podiumkunstensectoren dans of theater;
  • e. remplaçant in dienst bij de door de Nederlandse orkesten opgerichte Stichtingen Remplaçanten of het Muziekcentrum van de Omroep;
  • f. de presentator, in dienst bij RTL Nederland B.V, die presentatiewerkzaamheden verzorgt voor de media of hieraan een zichtbare of hoorbare onderscheidende bijdrage levert, en van wie het bruto jaarsalaris, inclusief vakantiebijslag, omgerekend naar een fulltime dienstverband gebaseerd op 40 uur per week, en ongeacht het door de presentator daadwerkelijk gewerkte aantal uren, gelijk aan of hoger is dan € 100.000,–.
Artikel 2
Als functie, bedoeld in de artikelen 671c, vierde lid, en 677, zesde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, worden aangewezen, de functies, genoemd in artikel 1, onderdelen a en b.

Artikel 3
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2015.

Artikel 4
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling ketenbepaling bijzondere functies en hogere vergoeding kantonrechter.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 24 juni 2015
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


TOELICHTING
ALGEMEEN
Deze regeling wijst bepaalde functies in een bedrijfstak aan waarvoor bij collectieve arbeidsovereenkomst (cao) of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan kan worden bepaald dat de ketenbepaling op grond van artikel 7:668a, achtste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) niet geldt en functies waarvoor op grond van artikel 7:671c, vierde lid, en artikel 7:677, zesde lid, BW, een hogere vergoeding kan worden toegekend indien sprake is van tussentijdse opzegging of ontbinding van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet tussentijds opzegbaar is.

Ketenbepaling
Op grond van de ketenbepaling geldt dat na drie elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten, of bij een minder aantal, na twee jaar, een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Voor een specifieke groep werknemers is een afwijkingsmogelijkheid van de ketenbepaling gecreëerd om te voorkomen dat toepassing van de ketenbepaling tot onaanvaardbare consequenties zou leiden. Dit betreft werknemers die functies vervullen in bedrijfstakken waarvoor het bestendig gebruik is en vanwege de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering noodzakelijk is de arbeid uitsluitend te verrichten op grond van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en waarvoor de gemaximeerde afwijkingsgrond in artikel 7:668a, vijfde lid, BW van ten hoogste zes arbeidsovereenkomsten in een periode van ten hoogste vier jaar onvoldoende soelaas biedt. Hiervoor is in artikel 7:668a, achtste lid, BW geregeld dat bij cao of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan de ketenbepaling buiten toepassing kan worden verklaard, indien bij ministeriële regeling is vastgesteld dat het voor die functies bestendig gebruik is, en zowel vanwege de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering als vanwege de intrinsieke aard van die functies noodzakelijk om de arbeid uitsluitend te verrichten op grond van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd.
De partijen betrokken bij de totstandkoming van een dergelijke cao kunnen bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een gezamenlijk schriftelijk verzoek indienen om de ketenbepaling buiten toepassing te verklaren voor bepaalde functies in hun bedrijfstak. Naar aanleiding van verzoeken daartoe wordt in deze regeling voor de volgende functies een uitzondering getroffen:
  • 1. Contractspeler, trainer-coach – waaronder de jeugdcoach –, assistent trainer-coach, technisch directeur, technisch manager, hoofd scouting, coördinator scouting, hoofd jeugdopleidingen en specialisten trainer werkzaam in de herencompetitie van de bedrijfstak betaald voetbal;
  • 2. Bondstrainer en technisch directeur bij een nationale sportbond;
  • 3. Danser en acteur in de podiumkunstsectoren dans of theater;
  • 4. De musicus die als remplaçant werkzaam is bij een orkest;
  • 5. Presentatoren bij RTL Nederland met een bruto jaarsalaris van € 100.000,– of meer.
Voor deze functies is door de betrokken partijen aannemelijk gemaakt dat sprake is van een bestendig gebruik van tijdelijke arbeidsovereenkomsten en dat het vanwege de intrinsieke aard van zowel de bedrijfsvoering als van die functies noodzakelijk is om de arbeid uitsluitend te verrichten op grond van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd.

1. Contractspeler, trainer-coach, assistent trainer-coach, technisch directeur, technisch manager, hoofd scouting, coördinator scouting, hoofd jeugdopleidingen en specialisten trainer werkzaam in de herencompetitie van de bedrijfstak betaald voetbal
Voor de functie van contractspeler in de herencompetitie bij betaald voetbalorganisaties geldt dat zonder de mogelijkheid om een onbeperkt aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aan te gaan (zonder tussentijdse opzegmogelijkheid), betaald voetbalorganisaties onvoldoende zekerheid hebben over het behoud van contractspelers. Als door toedoen van de ketenbepaling een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou ontstaan, zou deze arbeidsovereenkomst immers op elk gewenst moment, met inachtneming van een opzegtermijn van een maand, kunnen worden opgezegd door de werknemer, zonder dat daar enige financiële compensatie voor de club tegenover zou staan. Dit brengt niet alleen schade toe aan betaald voetbalorganisaties als het gaat om het behoud van spelers en daarmee aan de sportieve continuïteit, maar tast ook de huidige systematiek van vergoedingen aan die verschuldigd zijn bij spelerswisselingen waardoor het voortbestaan van de sector in het gedrang komt.
Voor de in de cao Trainer/Coaches Betaald Voetbal genoemde voetbaltechnische functies van trainer-coach – waaronder de jeugdcoach –`, assistent trainer-coach, technisch directeur, technisch manager, hoofd scouting, coördinator scouting, hoofd jeugdopleidingen en specialisten trainer geldt dat zij een sterke mate van onderlinge verwevenheid kennen, dat de invulling van deze functies mede wordt bepaald door het technisch beleid van een club en dat de betreffende werknemers bepalend zijn als het gaat om de invulling en uitvoering van dat beleid.
Een voortijdig tussentijds vertrek van deze werknemers – wat bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd eenvoudig realiseerbaar is – heeft negatieve gevolgen voor de continuïteit van (de uitvoering van) het technisch beleid van een betaald voetbal organisatie – en daarmee op de bedrijfsvoering – en kan tot ernstige financiële schade leiden en nadelig zijn voor de sportieve continuïteit. Daarom moet het ook voor deze functies mogelijk zijn een onbeperkt aantal tijdelijke arbeidsovereenkomsten (zonder tussentijdse opzegmogelijkheid) te kunnen sluiten zonder dat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat.

2. Bondstrainer en technisch directeur bij een nationale sportbond
Voor deze functies gelden dezelfde overwegingen als voor de voetbaltechnische functies bij betaald voetbalorganisaties. Zonder de mogelijkheid van onbeperkt gebruik van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (zonder tussentijdse opzegmogelijkheid) hebben nationale sportbonden onvoldoende zekerheid over het behoud van een bondstrainer of een technisch directeur die bepalend zijn als het gaat om de vormgeving en uitvoering van het technisch beleid. Het voortijdig kunnen opzeggen van de arbeidsovereenkomst zal niet alleen negatieve gevolgen hebben voor de sportieve continuïteit, maar tevens tot ernstige financiële schade kunnen leiden.

3. Danser en acteur in de bedrijfstak podiumkunsten
Voor de functies van danser en acteur wordt een uitzondering gemaakt omdat veelal of uitsluitend projectmatig wordt gewerkt, de frequentie en duur van de projecten en producties onregelmatig zijn en gebruik wordt gemaakt van verschillende teams van artiesten per productie, omdat de rollen per productie verschillen en hiervoor daarom steeds verschillende typen dansers en acteurs nodig zijn. Daarom is het niet mogelijk om deze artiesten door middel van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan een gezelschap te verbinden.

4. Remplaçanten
Voor de functie van remplaçant bij de Nederlandse orkesten is de noodzaak om werkzaamheden uitsluitend te verrichten op arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd inherent aan de specifieke eisen van de artistieke productie- en planningspraktijk in de sector, doordat vrijwel uitsluitend projectmatig wordt gewerkt en de duur en omvang wat betreft vereiste bezettingen sterk verschillen tussen de orkesten. Daarbij is de specifieke expertise van musici bepalend bij het aantrekken van de verschillende remplaçanten, waardoor het niet mogelijk is om remplaçanten door middel van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan een orkest te verbinden.

5. Presentatoren bij RTL Nederland met een bruto jaarsalaris van € 100.000,– of meer
Voor de functie van presentator bij RTL Nederland met een bruto jaarsalaris van € 100.000,– of meer geldt dat gebruik van contracten voor bepaalde tijd (zonder tussentijdse opzegmogelijkheid) noodzakelijk is, opdat deze presentatoren niet op ieder door hen gewenst moment (tijdens opnameperiodes) de arbeidsovereenkomst voortijdig kunnen opzeggen. In het verlengde daarvan geldt dat wanneer door de ketenbepaling een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou ontstaan, deze op elk gewenst moment met inachtneming van een opzegtermijn van een maand door betreffende presentator kan worden opgezegd. Dit zou aanzienlijke schade aan de omroepen toebrengen, aangezien de presentator gezichtsbepalend is voor het programma en het programma veelal is bedacht en ingericht rondom een specifieke presentator. Voortijdige beëindiging van de arbeidsrelatie zou niet alleen schadelijk zijn voor de continuïteit van dat programma, maar tevens tot ernstige financiële schade voor de Omroep kunnen leiden.

Mogelijkheid tot toekennen hogere vergoeding
In artikel 7:677, vierde lid, BW is geregeld dat als een werknemer ten onrechte een arbeidsovereenkomst opzegt wegens een dringende reden, hij aan de werkgever een vergoeding verschuldigd is gelijk aan zijn loon over de resterende looptijd van de arbeidsovereenkomst als het een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd betreft die de mogelijkheid van tussentijdse opzegging niet kent. In artikel 7:671c, derde lid, onder c, BW is geregeld dat de rechter aan de werkgever een vergoeding van dezelfde omvang kan toekennen als een dergelijke arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer wordt ontbonden. Hiermee is aangesloten bij de huidige praktijk als het gaat om het opzeggen of ontbinden van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet de mogelijkheid tot tussentijdse opzegging kent.
In de genoemde artikelen is in respectievelijk het zesde en vierde lid van die artikelen voorzien in een uitzondering op deze regelingen, die ertoe strekt dat de rechter (of een arbitragecommissie) een hogere vergoeding kan toekennen daar waar het gaat om het (ten onrechte) tussentijds opzeggen of het ontbinden van een arbeidsovereenkomst door of op verzoek van een werknemer die een in een bij ministeriële regeling aan te wijzen functie uitoefende. Gedoeld is hierbij op de functie van contractspeler in het betaald voetbal.1 In deze regeling wordt deze functie dan ook aangewezen, zodat – als het gaat om de hoogte van de toe te kennen vergoeding – de rechter rekening kan houden met de specifieke omstandigheden die gelden in het betaald voetbal. Hierdoor kan worden voorkomen dat spelers hun contract kunnen ‘afkopen’ tegen betaling van alleen het nog resterende aantal maandsalarissen waarop zij tot het einde van hun contract recht zouden hebben gehad, waardoor clubs slechts een geringe vergoeding ontvangen in verhouding tot de thans bestaande situatie. Dat zou de huidige systematiek van vergoedingen aantasten en de concurrentiepositie van Nederlandse clubs in internationaal verband schaden. Het zou immers betekenen dat buitenlandse clubs tegen een geringe vergoeding spelers van Nederlandse clubs kunnen overnemen, daar waar Nederlandse clubs voor vergelijkbare spelers mogelijk een veelvoud moeten betalen, hetgeen ongewenst is.
Op gezamenlijk verzoek van de Federatie van Betaald Voetbal Organisaties en de Coaches Betaald Voetbal zal de mogelijkheid tot het toekennen van een hogere vergoeding ook gelden voor de functies van trainer-coach, assistent trainer-coach, technisch directeur en technisch manager, hoofd scouting, coördinator scouting, hoofd jeugdopleidingen en specialisten trainer (werkzaam in de herencompetitie van de bedrijfstak betaald voetbal). Enerzijds gelet op het belang van het voorkomen van een voortijdig vertrek van deze werknemers (zoals hiervoor toegelicht) en anderzijds gelet op de internationale concurrentiepositie nu het internationaal gezien niet ongebruikelijk is dat bij het tussentijds verbreken van een contract een hogere afkoopsom verschuldigd is dan een bedrag gelijk aan het aantal maandsalarissen over de resterende duur van het contract.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 1
In dit artikel worden, gelet op artikel 7:668a, achtste lid, BW, de functies aangewezen waarvoor door betrokken partijen aannemelijk is gemaakt dat het voor die functies in die bedrijfstak bestendig gebruik is en vanwege de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering en van die functies noodzakelijk is om de arbeid uitsluitend te verrichten op grond van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een bevoegd bestuursorgaan kan voor deze functies afgeweken worden van artikel 7:668a, eerste lid, BW.

(onder a)
Onderdeel a ziet op de functie van contractspeler in de bedrijfstak betaald voetbal. Voor de omschrijving van de functie van contractspeler in het betaald voetbal is aansluiting gezocht bij de in de CAO Contractspelers betaald voetbal Nederland gehanteerde definitiebepaling.2 De contractspeler in het betaald voetbal is volgens die CAO de voetbalspeler die een arbeidsovereenkomst heeft met een werkgever en als contractspeler geregistreerd staat bij de sectie betaald voetbal van de KNVB voor deelname aan de herencompetities van de sectie betaald voetbal. In het reglement betaald voetbal 2014-2015 van de KNVB, wordt de contractspeler omschreven als een natuurlijk persoon van zestien jaar of ouder, die met een club een door het bestuur betaald voetbal geregistreerde overeenkomst heeft gesloten, krachtens welke hij een geldelijke vergoeding ontvangt voor zijn deelneming aan het spel en/of de training.
Onder betaald voetbal wordt hier verstaan die voetbalcompetitie waarbij spelers werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst, te weten de Nederlandse eredivisie en de eerste divisie.

(onder b)
Onderdeel b ziet op de functie van trainer-coach – waaronder de jeugdcoach –, assistent-trainer coach, technisch directeur, technisch manager, hoofd scouting, coördinator scouting, hoofd jeugdopleidingen en specialisten trainer, die een arbeidsovereenkomst heeft met een betaald voetbalorganisatie die is toegelaten tot deelneming aan de herencompetities van de sectie betaald voetbal van de KNVB. Bij de omschrijving van genoemde functies is aansluiting gezocht bij de aanduiding van deze functies in de CAO Trainer/coaches betaald voetbal.3

(onder c)
Onderdeel c ziet op de professionele bondstrainer of technisch directeur bij een nationale sportbond. Conform de CAO Sport wordt uitgegaan van sportbeoefening in de ruimste zin.4 De functie van professionele bondstrainer of technisch directeur kan uitgelegd worden conform de hantering van deze begrippen in de CAO Sport.

(onder d)
Onderdeel d ziet op de acteur of danser in de podiumkunstsectoren theater of dans. Bij de definiëring van artikel 1, onder d, is aansluiting gezocht bij artikel 5.16:1 van het Arbeidstijdenbesluit en de definitie van ‘podiumkunstenaars’ in de CAO Theater en Dans.5

(onder e)
Onderdeel e ziet op musici die als remplaçant worden ingezet bij orkesten. Deze musici zijn op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst van een remplaçantenstichting. Ook kan het betreffen remplaçanten met wie het Muziekcentrum van de Omroep een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft gesloten met het oog op de inzet bij de ensembles van het Muziekcentrum van de Omroep.

(onder f)
Onderdeel f ziet op de presentator die werkt voor RTL Nederland B.V. en van wie het bruto jaarsalaris, inclusief vakantiebijslag, omgerekend naar een fulltime dienstverband gebaseerd op 40 per week, en ongeacht het door de presentator daadwerkelijk gewerkte aantal uren, gelijk aan of hoger is dan € 100.000,–. Bij de definiëring in artikel 1, onder e, is aansluiting gezocht bij de definitie van ‘Presentator I’ in de CAO RTL Nederland.

Artikel 2
In dit artikel worden de functies van contractspeler in de bedrijfstak betaald voetbal, alsmede de functies van trainer-coach, assistent trainer-coach, technisch directeur en technisch manager, hoofd scouting, coördinator scouting, hoofd jeugdopleidingen en specialisten trainer werkzaam in de herencompetitie van de bedrijfstak betaald voetbal, aangewezen als functies waarvoor de kantonrechter de vergoeding die op grond van artikel 7:671c, derde lid, en artikel 7:677, vierde lid, BW kan worden toegekend, op een hoger bedrag kan stellen.
Onder betaald voetbal wordt hier verstaan die herenvoetbalcompetitie waarbij spelers werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst, te weten de Nederlandse eerste divisie en de eredivisie.


De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Geen opmerkingen:

Een reactie posten