donderdag 7 februari 2013

Eindhoven Turkiyem Spor vordert toegang tot clubhuis. Niet-ontvankelijk want verkeerde partij gedagvaard




De feiten
Sinds 1985 deelt Eindhoven Turkiyem Spor (hierna: ETS), (voorheen V.V. ’t Groenewoud) op sportpark “De Hondsheuvels” te Eindhoven een paviljoen met Rust Roest. Het beheer van de kantine is ondergebracht in de stichting Beheer Clubhuis “Woudrust” (hierna te noemen de stichting).
 In de notariĆ«le akte van oprichting van de stichting van 19 juli 1984 zijn de volgende - hier van belang zijnde - bepalingen opgenomen:
 “ Doel
Artikel 2.
De Stichting heeft ten doel het bouwen, beheren en exploiteren van een clubhuis ten behoeve van de te Eindhoven gevestigde verenigingen C.V.V. Rust Roest en V.V. ’t Groenewoud.
 (…)
  Bestuur
Artikel 5.
1.  De Stichting wordt bestuurd door een bestuur bestaande uit:
a.  Drie leden, benoemd door het bestuur van de vereniging: C.V.V. Rust Roest, gevestigd te Eindhoven
 b.  Drie leden, benoemd door het bestuur van de vereniging: V.V. ’t Groenewoud, gevestigd te Eindhoven.
 (…)
5. Ingeval van vacatures vormen de overblijvende leden het bestuur, zij zijn gehouden te bevorderen dat zo spoedig mogelijk in de vacatures wordt voorzien.
 6. de bestuursleden, bedoeld in lid 1 van dit artikel worden door het bestuur van de desbetreffende vereniging benoemd. Indien een der in het eerst lid van dit artikel bedoelde bestuursplaatsen moet worden vervuld, geeft het bestuur van de stichting daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan de besturen van de verenigingen, welke met de benoeming zijn belast.”

Bij verstekvonnis van 8 juli 2009 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Hertogenbosch onder andere ETS veroordeelt tot betaling van een bedrag van
 € 30.622,01 terzake achterstallige gebruikerslasten aan de stichting, dan wel Rust Roest.
 ETS heeft met ingang van het seizoen 2009-2010 geen gebruik meer gemaakt van de kantine.

Het geschil
ETS vordert Rust Roest te veroordelen
1.  de toegang tot het clubhuis (met name de kantine) te verstrekken aan de (bestuurs- en voetbal)leden van ETS,
 2.  de toegang aan ETS tot het bestuur van Woudrust te verlenen,
alles op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Rust Roest in de kosten van deze procedure.

Onderbouwing ETS
Zij legt daaraan het volgende ten grondslag. Rust Roest handelt onrechtmatig door ETS de toegang tot het clubhuis (in het bijzonder de kantine), alsmede het besuur van Woudrust te verbieden. Het voetbalseizoen 2012/2013 is weer van start gegaan en leden van ETS kunnen op dit moment geen gebruik maken van de sanitaire voorzieningen en kunnen geen consumpties aanschaffen. Daarnaast is het voor ETS van groot belang om te beschikken over een internetaansluiting, aangezien door de voetbalbond digitale aangifte van de wedstrijden wordt vereist. ETS meent, anders dan Rust Roest, dat zij niet verplicht kan worden tot betaling van enig bedrag met betrekking tot de periode dat zij geen toegang had tot de kantine.
Verweer Rust Roest
Rust Roest meent dat ETS zelf de beslissing heeft genomen om geen gebruik meer te maken van de kantine en dat zij daar niet eenzijdig op terug kan komen. Volgens Rust Roest dient ETS als “indirect” eigenaar van de kantine de aan het gebruik van de kantine verbonden lasten mede te dragen

Oordeel rechtbank
De stichting is een zelfstandige rechtspersoon en dient te worden onderscheiden van ETS enerzijds en Rust Roest anderzijds. Ter zitting is komen vast te staan dat het erfpachtsrecht met betrekking tot het clubhuis (waarvan de kantine onderdeel uitmaakt), berust bij de stichting. Dit heeft tot gevolg dat de risico’s en het genot van de zaak die aan het erfpachtsrecht zijn verbonden aan de stichting toekomen. Omdat de stichting geen leden kent, kan niet worden gezegd dat ETS en Rust Roest indirect rechthebbende zijn van het erfpachtsrecht van het clubhuis.
 Zolang de statuten niet zijn gewijzigd heeft de stichting volgens art. 2 van de statuten ten doel het beheren alsmede exploiteren van het clubhuis ten behoeve van ETS en Rust Roest. Partijen zijn het er over eens dat in dat kader destijds afspraken zijn gemaakt over het gebruik van de kantine. De voorzieningenrechter gaat er vanuit dat de toegang en het gebruik van (ruimten in) het clubhuis gebaseerd is op contractuele afspraken tussen ETS en Rust Roest enerzijds en de stichting anderzijds. Ter zitting is komen vast te staan dat ETS met ingang van het seizoen 2009-2010 geen gebruik meer heeft gemaakt van de faciliteiten van de kantine. Eveneens is gebleken dat er (inmiddels) geen bestuursleden van ETS meer zitting hebben in de stichting. Of het vertrek van ETS uit de kantine moet worden gekwalificeerd als beĆ«indiging van een destijds bestaand hebbende overeenkomst, kan de voorzieningenrechter in dit kort geding niet vaststellen. Of het al dan niet gedwongen vertrek van ETS uit het clubhuis tot gevolg heeft dat zij niet (langer) hoeft bij te dragen aan de kosten van de exploitatie van het clubhuis kan de voorzieningenrechter evenmin vaststellen.
 Naar het oordeel van de voorzieningenrechter brengt een redelijke uitleg van de statutaire doelstelling van de stichting - beheren en exploiteren van het clubhuis ten behoeve van ETS en Rust Roest - mee dat ETS jegens de stichting recht heeft op toegang tot het clubhuis, waarbij de stichting - gezien het feit dat de stichting het clubhuis dient te beheren en exploiteren - aan de toegang van (leden van) ETS voorwaarden samenhangende met beheer en exploitatie van het clubhuis mag verbinden. Nu in casu evenwel vast staat dat de stichting rechthebbende is van het erfpachtsrecht van het clubhuis en ETS niet de stichting, maar Rust Roest heeft gedagvaard, dient ETS niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar eerste vordering jegens Rust Roest.
Hetzelfde heeft te gelden voor de door ETS onder 2 gevorderde toegang tot het bestuur van de stichting. Op grond van artikel 5 van de statuten wordt het bestuur van de stichting gevormd door drie leden, benoemd door het bestuur van ETS en drie leden benoemd door het bestuur van Rust Roest. Het is derhalve aan ETS om in de benoeming van drie (nieuwe) bestuursleden te voorzien en daarvan mededeling te doen aan (het zittende bestuur van) de stichting. Dat ETS hieraan inmiddels heeft voldaan, is ter zitting niet duidelijk geworden. ETS heeft wel verklaard dat er 3 nieuwe bestuursleden zouden zijn aangewezen, maar zij heeft deze stelling niet met stukken of anderszins onderbouwd.
 Nog daargelaten derhalve de vraag of ETS wel toegang tot het bestuur van de stichting kan vorderen, nu haar op grond van de statuten enkel de bevoegdheid toekomt om bestuursleden te benoemen, valt niet in te zien hoe zij jegens Rust Roest, ook slechts bevoegd tot het benoemen van drie bestuursleden in het bestuur van de stichting, toegang tot dat bestuur kan afdwingen. ETS zal dan ook in deze vordering jegens Rust Roest niet ontvankelijk worden verklaard.
 Dit betekent dat ETS met de door haar ingestelde vorderingen niet het daarmee beoogde doel kan bereiken. Het komt de voorzieningenrechter voor dat het thans op de weg van ETS ligt om (drie) nieuwe bestuursleden te benoemen, waarna het alsdan samengestelde bestuur van de stichting bij vergadering besluiten kan nemen ten aanzien van de invulling van de doelstelling van de stichting, te weten het beheren en exploiteren van een clubhuis ten behoeve van ETS en Rust Roest. Op grond van artikel 8, lid 1 van de statuten van de stichting vergadert het bestuur zo dikwijls de voorzitter of degene die hem als zodanig vervangt, ofwel tenminste twee bestuursleden dit gewenst acht(en).

Uitspraak
De rechter verklaart ETS niet-ontvankelijk in haar vorderingen

De uitspraak staat HIER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten