woensdag 14 maart 2012

Commissie Gelijke Behandeling: verbod van fitnessclub tot dragen van hoofddoek is verboden onderscheid op grond van godsdienst




Fitness & Health Center Rijkerswoerd maakt verboden onderscheid op grond van godsdienst door vrouw te verbieden tijdens het sporten een hoofddoek te dragen. Geen vermoeden dat ook onderscheid op grond van ras jegens de vrouw is gemaakt, omdat niet is gebleken dat de vrouw verplicht werd Nederlands te spreken.

De relevante rechtsoverwegingen:
3.3 Artikel 7, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) verbiedt, in samenhang met artikel 1 van deze wet, onderscheid op grond van godsdienst en ras bij het aanbieden van of verlenen van toegang tot goederen of diensten indien dit geschiedt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. De activiteiten van verweerster als commerciële exploitant van een sportaccommodatie vallen onder onderdeel a van artikel 7, eerste lid, AWGB


3.9 Verweerster heeft toegelicht dat zij het hoofddekselverbod hanteert in het kader van de veiligheid van de sporters. Zo bestaat het gevaar van beklemming door een (loszittende) hoofdbedekking die verstrikt kan raken in de sportapparaten. Daarnaast bestaat er een risico van oververhitting van de sporter, omdat door de hoofdbedekking het zweet mogelijk niet goed weg kan, aldus verweerster


3.10 De Commissie acht het doel legitiem. Het waarborgen van de veiligheid is voldoende zwaarwegend en heeft geen discriminerend oogmerk. Voorts kan een hoofddekselverbod bijdragen aan de veiligheid van de sporters. De Commissie is van oordeel dat het middel om het doel te bereiken echter niet noodzakelijk is aangezien er alternatieven voorhanden zijn. Zo kan verweerster van haar cliënten, die om religieuze redenen een hoofddoek dragen, verlangen dat zij een sporthoofddoek dragen, een hoofddoek die speciaal is ontworpen om mee te sporten (vergelijk CGB 1 april 2010, 2010-54, r.o. 3.12). Verzoekster en verweerster hebben echter destijds deze optie niet besproken.

3.11 Op grond van het bovenstaande oordeelt de Commissie dat geen objectieve rechtvaardiging aanwezig is voor het gemaakte onderscheid



De uitspraak staat HIER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten