zondag 26 februari 2012

Ontzetting uit lidmaatschap, na 30 jarig lidmaatschap, niet in strijd met redelijkheid en billijkheid

 LJN: BV5605, Gerechtshof 's-Hertogenbosch , Datumuitspraak: 14-02-2012

De feiten
Slagvast is eentennisvereniging. Het lid is vanaf ongeveer 1980 lid van Slagvast geweest.
Bij brief van 26 juli2007 heeft het bestuur van Slagvast, het lid meegedeeld dat zij per directwordt geschorst als lid van Slagvast naar aanleiding van een brief die zij aanéén van de leden van Slagvast heeft gezonden en eerdere incidenten.
In augustus 2007 kondigthet bestuur aan dat zij tijdens de Algemene Ledenvergadering een voorstel totontzetting van het lid uit het lidmaatschap zal indienen.

Bij brief van 14 februari 2008 heeft het bestuur vanSlagvast, het lid meegedeeld dat hetheeft besloten haar uit het lidmaatschap van Slagvast te ontzetten en haargewezen op de mogelijkheid vanschriftelijk bezwaar.

Bij brief van 16 maart 2008 heeft het bestuur vanSlagvast het lid meegedeeld dat het bezwaarzou worden behandeld in de Algemene Ledenvergadering van 21 maart 2008 en dat het lid geen toegang had tot dievergadering.

Bij brief van 5 april 2008 heeft het bestuur vanSlagvast het lid meegedeeld dat de AlgemeneLedenvergadering op 21 maart 2008heeft ingestemd met het besluit van hetbestuur tot ontzetting van het liduit het lidmaatschap van Slagvast. Van de 50 aanwezige seniorleden hebben 49 voorhet besluit gestemd en 1 tegen.

Bijverstekvonnis van de rechtbank Middelburg van 22 april 2009 is het besluit van de Algemene Ledenvergadering van 21 maart 2008 vernietigd, voorzover dit ziet op de beslissingvan het bestuur van Slagvast om het lid uit het lidmaatschap van Slagvast te ontzetten.

Op 8 mei 2009 heeft een nieuwe Algemene Ledenvergadering plaatsgevonden. het lid en haar(toenmalige) advocaat waren hierbij aanwezig. De Algemene Ledenvergadering heeft gestemd overhet bestuursbesluit van 14 februari 2008 tot ontzettingvan het lid uit het lidmaatschap van Slagvast. Met 38 stemmen voor, 2 stemmen tegen en 2 onthoudingen ishet bestuursbesluit bekrachtigd.

Argumenten van de eiser
Het lid vordert zowel ineerste aanleg als in hoger beroep vernietiging van het besluit van de AlgemeneLedenvergadering van 8 mei 2009, voor zover dit ziet op de beslissing om haar uithet lidmaatschap van Slagvast te ontzetten, primair op grond van artikel 2:15lid 1 sub a BW

Het gaat in hoger beroepom de vraag of het besluit van de Algemene Ledenvergadering van 8 mei 2009,voor zover dit ziet op de beslissing om het lid uit het lidmaatschap vanSlagvast te ontzetten, vernietigbaar is op grond van artikel 2:15 BW wegensstrijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen vanbesluiten regelen of wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid die doorartikel 2:8 BW worden geëist.

In dit kader zijn artikel2:35 lid 1, 3 en 4 BW en artikel 10 van de statuten van Slagvast van belang.Artikel 10 van de statuten van Slagvast luidt, voor zover hier aan de orde :
1. Het lidmaatschap van een lid van devereniging eindigt door:
a. …
b. …
c. ontzetting.
2. Gronden voorontzetting uit de vereniging zijn:
a. nalatigheid in hetvoldoen van de aan het lid door de vereniging opgelegde financiëleverplichtingen;
b. handelen in strijd met de statuten,huishoudelijk reglement en/of andere door de Algemene Ledenvergaderingvastgestelde reglementen of regelingen;
c. het bij voortduring schaden van de belangenvan de vereniging.
3. De ontzetting wordtdoor het bestuur uitgesproken.
4. Een lid van hetlidmaatschap ontzet op de gronden als genoemd in lid 2 van dit artikel wordtvan deze ontzetting door het bestuur bij aangetekend schrijven mededelinggedaan.
5. Het lid bedoeld in het voorgaande lid kantegen zijn ontzetting binnen een maand na ontvangst van het desbetreffendeschrijven schriftelijk bezwaar indienen bij het bestuur.
6. Het bestuur brengt de inhoud van hetbezwaarschrift ter kennis van de Algemene Ledenvergadering, welke vergaderingop het bezwaarschrift bij schriftelijke stemming een definitieve beslissingneemt. Tot het tijdstip waarop het definitieve besluit van de Ledenvergaderingis genomen, blijft het lid van het lidmaatschap ontzet.
7. …

Puntsgewijs de stellingen van eiser met daaronderoordeel gerechtshof:
Punt 1.     
Na het vonnis van de rechtbank Middelburg van 22 april 2009 had een nieuw bestuursbesluit genomen had moeten worden en dat de Algemene Ledenvergadering een beslissing had moeten nemen over dit nieuwe bestuursbesluit in plaats van een nieuwe beslissing over het bestuursbesluit van 14 februari 2008.Het gerechtshof:
Vernietiging van eenbesluit van de Algemene Ledenvergadering over een bestuursbesluit leidt nietvan rechtswege tot vernietiging van dat bestuursbesluit. Dit betekent dat hetbestuur geen nieuw besluit tot ontzetting van het lid uit het lidmaatschap vanSlagvast hoefde te nemen. Immers het bestuursbesluit van 14 februari 2008 is instand gebleven.

Punt 2.
Het bijeenroepen van de Algemene Ledenvergadering van 8 mei 2009 heeft niet op de juiste wijze plaatsgevonden, gezien het beperkte aantal leden dat aanwezig was. Volgens het lidis niet duidelijk of alle leden uitgenodigd waren en was de opkomst bij eerdere Algemene Ledenvergaderingen aanmerkelijk hoger.
Het gerechtshof:
Slagvast heeft dezestellingen gemotiveerd betwist. Zij stelt onder meer dat op 15 april 2009 aanalle leden een uitnodiging voor de Algemene Ledenvergadering van 8 mei 2009 isverzonden onder meezending van de agenda. Voorts stelt Slagvast dat een opkomstvan 42 stemgerechtigde leden (van de in totaal 180 leden, waaronder 20jeugdleden) een gebruikelijke opkomst is bij de Algemene Ledenvergadering vanSlagvast.

Punt 3De Algemene Ledenvergadering van 8 mei 2009 heeft haar bezwaarschrift voor de stemming onvoldoende inhoudelijk is behandeld. Pas na de stemming kreeg haar toenmalige raadsman het woord en konden de bezwaren verder uiteen gezet worden.
Het gerechtshof:Ook deze grief faalt. Uithet door Slagvast als productie 1 bij de conclusie van antwoord in eersteaanleg overgelegde (concept)verslag van de Algemene Ledenvergadering van 8 mei2009, blijkt dat de raadsman van het lid voor de stemming aan het woord isgeweest.

Punt 4Het lid is het niet eens met het oordeel van de rechtbank dat het besluit van de Algemene Ledenvergadering van 8 mei 2009 niet in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. het lid voert aan dat zij nooit een correcte uiteenzetting heeft gekregen over de achterliggende redenen waarom zij uit het lidmaatschap werd ontzet. Voorts voert zij aan dat er geen grond was om haar uit het lidmaatschap te ontzetten. Er was van haar zijde geen sprake van ongewenst en onacceptabel gedrag jegens andere (bestuurs)leden. Tevens voert het lid onder meer aan dat het in strijd met de redelijkheid en billijkheid is dat zij wel uit het lidmaatschap is ontzet, terwijl de gedragingen van andere (bestuurs)leden zijn gedoogd.

Het gerechtshof:
Voor de vraag of hetbesluit van de Algemene Ledenvergadering van 8 mei 2009 in strijd is met deredelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW worden geëist, dientbekeken te worden of de Algemene Ledenvergadering, bij afweging van alle bijhet besluit betrokken belangen van Slagvast en degenen die krachtens de wet ende statuten bij de organisatie van Slagvast zijn betrokken, in redelijkheid ennaar billijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. Naar het oordeel van hethof heeft de Algemene Ledenvergadering in redelijkheid kunnen komen tot hetbesluit tot ontzetting van het lid uit het lidmaatschap van Slagvast.

Er heeft van de zijde vanhet lid ongewenst en onacceptabel gedrag jegens andere (bestuurs)leden plaatsgevonden.Door dit gedrag wordt Slagvast op onredelijke wijze benadeeld. het lid steltdat juist andere leden van Slagvast zich onbetamelijk gedroegen en dat zij dieleden daarop heeft aangesproken. Wat hiervan zij, dit doet niets af aan delaakbare manier waarop het lid zelf zaken aan de orde heeft gesteld. Ook indienwordt meegenomen dat het lid reeds dertig jaar lid was van Slagvast en tienjaar bestuurslid is geweest, is het hof van oordeel dat de AlgemeneLedenvergadering - gehoord de bezwaren van de zijde van het lid tegen hetbestuursbesluit - in redelijkheid de belangen van Slagvast bij ontzetting van hetlid uit het lidmaatschap zwaarder heeft kunnen laten wegen dan de belangen van hetlid bij voortduring van het lidmaatschap.

Conclusie:
Ontzetting uit lidmaatschap niet in strijd met redelijkheid en billijkheid.

De uitspraak staat HIER

Geen opmerkingen:

Een reactie posten